Hoofdstuk 7.2+7.3 - Soorten en ecosysteem-relaties

Hoofdstuk 7.2
Soorten en relaties
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7.2
Soorten en relaties

Slide 1 - Tekstslide

vorige week:  7.1
Biotische en abiotische factoren
Tolerantie
Wetenschappelijke naamgeving
Ordening

Slide 2 - Tekstslide

Tolerantiegebied- en tolerantiegrenzen
(= tolerantiebereik)

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:00
tolerantie-bereik =?

Slide 4 - Woordweb

7.2
Populatiegrootte- en dichtheid
Draagkracht
Plagen en exoten
Monocultuur

Slide 5 - Tekstslide

Populatie
  • Alle organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied
  • Populatiegrootte
  • Populatiedichtheid
  • Draagkracht

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

timer
1:00
noem een andere exoot

Slide 9 - Woordweb

timer
1:00
monocultuur is.......

Slide 10 - Woordweb

Monocultuur
  • Grote akker met 1 soort gewas
  • Makkelijk zaaien en oogsten
  • Chemische bestrijding
  • Bemesting
  • Ecologische of biologische landbouw
  • Klonen (ongeslachtelijke voortplanting)
  • Weefselkweek

Slide 11 - Tekstslide

timer
2:00
nadeel monocultuur?

Slide 12 - Woordweb

timer
1:00
emergente eigenschap = ?

Slide 13 - Woordweb

emergente eigenschap
- Het geheel is meer dan de som der delen’ Aristoteles (384-322 v.Chr.)
- Emergente eigenschappen = eigenschappen, welke op een hoger organisatieniveau verschijnen en op het een daaronder liggend niveau niet te zien zijn. 
- Lopen / zingen kun je wel waarnemen bij een organisme. Maar niet op een kleiner niveau. Bijvoorbeeld op celniveau/ orgaanstelselniveau.
- Dolfijnen die in een groep jagen en een school vissen insluiten: in z'n eentje kan een dolfijn dat niet.


Slide 14 - Tekstslide

Populatie-dynamiek

Slide 15 - Tekstslide

timer
2:00
populatie dynamiek =?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Video

timer
1:00
draagkracht =?

Slide 18 - Woordweb

DRAAGKRACHT

Slide 19 - Tekstslide

Oostvaarderplassen

Slide 20 - Tekstslide

7.3
Symbiose
Ecosystemen

Slide 21 - Tekstslide

Symbiose
  • Mutualisme: +/+
  • Parasitisme: +/-
  • Commensalisme: +/0

Slide 22 - Tekstslide

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 23 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 24 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 25 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 26 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 27 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 28 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 29 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 30 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 31 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 32 - Quizvraag

7.3
Mimicry
Voedselrelaties

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Tekstslide

7.3
Voedselketen en voedselweb
Herbivoor, omnivoor, carnivoor
Heterotroof en autotroof
Producent en consument

Slide 36 - Tekstslide

1-I. Zowel habitat als ecosysteem zijn leefgebieden met kenmerkende biotische en abiotische factoren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

1-II. Een habitat beschrijft een leefgebied van één soort, terwijl een ecosysteem een leefgebied vormt voor meerdere soorten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag

1-III. Parasitisme is een voorbeeld van een predator-prooirelatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Voedselweb
  • Maak een voedselweb met de aanwezige organismen
    - Spitsmuis is carnivoor, huismuis is omnivoor
    - Konijn is een te grote prooi voor de slang
  • Schrijf twee voedselketens op: 1 met de slang als consument van de derde orde en 1 met de slang als consument van de tweede orde

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

  • Biotische en abiotische factoren, tolerantie
  • Wetenschappelijke naam, ordening soorten
  • Populatiegrootte en populatiedichtheid, draagkracht
  • Exoten en plagen
  • Monocultuur, chemische bestrijding, bemesting, klonen, weefselkweek
  • Symbiose
  • Mimicry, predator-prooirelatie, dynamisch evenwicht
  • Habitat en ecosysteem
  • Producent en consument, herbivoor, omnivoor en carnivoor, heterotroof en autotroof
  • Voedselweb en voedselketen, trofische niveaus

Slide 46 - Tekstslide


A
Consumenten 1ste orde
B
Consumenten 2de orde
C
Reducenten
D
Consumenten 1ste en 2de orde

Slide 47 - Quizvraag


A
Cacaoplant en endofyten
B
Cacaoplant en Phytophtera
C
Phytophtera en endofyten
D
Tomatenplant en Phytophtera

Slide 48 - Quizvraag


A
Geen van beide
B
Verklaring I
C
Verklaring II
D
Verklaring I en II

Slide 49 - Quizvraag