Hoofdstuk 6 paragraaf 6.2

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je  boek + pen en rekenmachine.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je  boek + pen en rekenmachine.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Tekstslide

Economie 
Economie 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Welkom woordje
  2. Terugblik op de vorige lessen ( paragraaf 1 )
  3.  Uitleg paragraaf 2 + maken opdrachten
  4. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
  2. Ik kan de kennis van vorige paragraaf toepassen.
  3. Ik weet wat er in paragraaf 2 behandeld wordt.

Slide 4 - Tekstslide

Inloggen in Lessonup
        Lesson up                                                 Google Classroom

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik 
Wat hebben wij de vorige les besproken?

Wat weten we van paragraaf 1.
- taken en verplichtingen van overheid.
- Wat is een ambtenaar
- Waaruit bestaat de gemeente overheid.
- Wat is een ander woord overheid.


Slide 6 - Tekstslide

Wie bestuurt de gemeente?
A
Burgermeester
B
Gemeenteraad
C
Burgermeester en wethouders
D
Niemand, dat doet het volk

Slide 7 - Quizvraag

Een ambtenaar is ...
A
iemand die met zijn handen werkt.
B
iemand die in de Tweede Kamer werkt.
C
iemand die voor de overheid werkt.
D
iemand die een ambt vervuld.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor de rijksoverheid?
A
De provincies
B
De gemeenten
C
De centrale overheid

Slide 9 - Quizvraag

Wie zijn de lagere overheden?
A
Gemeente, Rijk en Provincie
B
Gemeente, Provincie en Waterschappen
C
Provincie, Waterschappen en Rijk
D
Waterschappen en Gemeente

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor de Rijksoverheid?
A
de provincies
B
de gemeenten
C
de centrale overheid

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een taak van de provincie?
A
Planning van een woonwijk
B
Zuiveren van afvalwater
C
Leveren van goederen
D
Aansturen van ministers

Slide 12 - Quizvraag

Wat is GEEN taak van de gemeente?
A
Riolering
B
Recreatiegebieden
C
Sportparken
D
Ouderenzorg

Slide 13 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de particuliere sector?
A
Bestaat uit bedrijven en burgers
B
Willen winst maken
C
Is voor iedereen beschikbaar

Slide 14 - Quizvraag

De Overheid
Wat regelt de overheid?

Hoofdstuk 6

Slide 15 - Tekstslide

Paragraaf 2 doelen
  • Je weet wat bedoeld wordt met collectieve voorzieningen.
  • Je weet wat de collectieve sector is.
  • Je weet waarom er sociale premies op je loon worden ingehouden.
  • Je weet wat sociale zekerheid is.
  • Je weet wat de particuliere sector is.
  • Je hebt paragraaf 6.2 goed begrepen.

Slide 16 - Tekstslide

De overheid

Wat regelt de overheid dingen voor ons?

Hulpvragen:
  1. Wie geeft opdracht om de wegen in Nederland aan te leggen?
  2. Waar heb jij je identiteitskaart of paspoort moeten ophalen?
  3. Hoe zorgt de overheid voor de veiligheid van burgers in ons land?


Slide 17 - Tekstslide


Collectieve sector =

overheid en sociale zekerheidinstellingen

  • geen winstdoel


Particuliere sector =

bedrijven en burgers

  • winstdoel


Collectieve en particuliere sector

Slide 18 - Tekstslide

Collectieve voorzieningen
  • Collectieve voorzieningen = voorzieningen waar iedereen gebruik van mag maken
  • Collectieve sector = de overheid en instellingen die zorgen voor de collectieve voorzieningen

Slide 19 - Tekstslide

Wat is geen collectieve voorziening?
A
school
B
leger
C
ziekenhuis
D
kledingwinkel

Slide 20 - Quizvraag

Wat is voor de overheid geen reden om voor collectieve voorzieningen te zorgen?
A
Voor sommige voorzieningen kan niet iedereen apart betalen.
B
De kwaliteit is dan beter.
C
Het moet betaalbaar blijven voor iedereen.
D
Dan kun je er meer aan verdienen.

Slide 21 - Quizvraag

Maakwerk
timer
10:00
Wat ga je doen
aan de slag met pargraaf 6.2
opdracht 18 t/m 23
Bladzijde 58/59
Hoe ga je dit maken?
Alleen werken.

Praten mag maar fluisterend

Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar? 
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe komt de overheid aan zijn geld?

Slide 23 - Tekstslide

Sociale premies 
Er is veel geld nodig voor al die uitkeringen. Dat geld wordt betaald door de mensen die een baan hebben.

Op het brutoloon van werknemers worden hiervoor sociale premies ingehouden. 

Slide 24 - Tekstslide

Sociale premies
  • Worden ingehouden op het brutoloon van werknemers
  • Worden gebruikt voor de sociale zekerheid

Slide 25 - Tekstslide

Sociale zekerheid
Sociale zekerheid

Slide 26 - Tekstslide

Sociale zekerheid
Ik kan uitleggen hoe de sociale zekerheid in Nederland is  geregeld 


Slide 27 - Tekstslide

Voor wie is in Nederland de sociale zekerheid?
A
Voor ouderen
B
Voor mensen die werken
C
Voor mensen die ziek zijn
D
Voor alle antwoorden A-B-C

Slide 28 - Quizvraag

De sociale zekerheid wordt betaald van de ...
A
belastinginkomsten en sociale premies.
B
sociale premies.
C
belastinginkomsten.
D
btw.

Slide 29 - Quizvraag

Maakwerk
timer
15:00
Wat ga je doen
aan de slag met pargraaf 6.2
opdracht 24t/m 31
Bladzijde 163 164
Hoe ga je dit maken?
Alleen werken.

Praten mag maar fluisterend

Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar? 
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 30 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 31 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
  2. Ik kan de kennis van vorige paragraaf toepassen.
  3. Ik weet wat er in paragraaf 2 behandeld wordt.

Slide 32 - Tekstslide

Hoe goed ging het maken van de opdrachten
A
goed
B
voldoende
C
matig
D
slecht

Slide 33 - Quizvraag

Wat moet je voor volgende les meenemen en maken?

Slide 34 - Open vraag

Geef aan hoe leuk je de les vond.
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll