Artikel schrijven

Een artikel schrijven !
Tekst
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Een artikel schrijven !
Tekst

Slide 1 - Tekstslide

Maak eerst een schrijfplan voordat je een artikel gaat schrijven

Zo schrijf je een artikel
Verder:
- Zorg voor een passende titel.
- Schrijf een artikel van minimaal 100 woorden.
- Gebruik een logische volgorde.
- Zorg voor samenhang in de tekst.
- Zorg voor passend taalgebruik.
- Vermeld jouw voor- en achternaam (en klas) onder het artikel.

Slide 2 - Tekstslide

Opbouw van een artikel 
Pakkende titel 

Inleiding: hier introduceer je het onderwerp en schrijf je waarom je dit stuk schrijft (aanleiding)

Middenstuk: schrijf over elk deelonderwerp één alinea. Gebruik signaalwoorden.

Slot: hier geef je een conclusie of korte samenvatting. 

Slide 3 - Tekstslide

In de inleiding noem je het onderwerp van het artikel. 


Zo schrijf je een artikel
Daarnaast kun je:
- de aanleiding vertellen (waarom je over het onderwerp schrijft).
- een voorbeeld geven van het onderwerp.
- een kort, grappig verhaaltje (anekdote) vertellen over het onderwerp.
- een vraag stellen die je in de tekst gaat beantwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

In het middenstuk schrijf je over elk deelonderwerp één alinea. 


Zo schrijf je een artikel
Schrijf de belangrijkste informatie 
over het deelonderwerp in de eerste zin
Ga op dezelfde regel verder en geef 
in de rest van de alinea voorbeelden 
of uitleg bij het deelonderwerp.
  
Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea 
een signaalwoord gebruikt, zoals ook, ten tweede, bovendien.

Slide 5 - Tekstslide

In het slot kun je:

Zo schrijf je een artikel
- de deelonderwerpen samenvatten.
- vertellen wat er in de toekomst waarschijnlijk nog gaat gebeuren (toekomstverwachting). 
- een conclusie trekken.
- een advies geven.
een antwoord geven op de vraag/vragen die je in de inleiding hebt gesteld. 

Je kunt in het slot een signaalwoord gebruiken, zoals dus, kortom, dat betekent.

Slide 6 - Tekstslide

Waar of niet waar
Een artikel heeft minimaal 100 woorden.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Waar of niet waar
Er staat geen titel boven een artikel.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat staat er altijd in de inleiding?

A
je introduceert het onderwerp
B
je stelt altijd een vraag
C
je vat de tekst samen
D
de conclusie

Slide 9 - Quizvraag

Het is slim om in de eerste zin van elke alinea van het middenstuk een ... te gebruiken.

A
voegwoord
B
werkwoord
C
signaalwoord
D
vraag

Slide 10 - Quizvraag

Ga naar Cumlaude
Open de opdracht artikel 
Maak de opdracht

Veel succes!

Slide 11 - Tekstslide