Oefenen voor de toets van hoofdstuk 4

Zouten V4
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zouten V4

Slide 1 - Tekstslide

Geef de molecuulformule van magnesiumsulfaat.

Slide 2 - Open vraag

Geef de molecuulformule van calciumacetaat.

Slide 3 - Open vraag

Geef de naam van CuBr2

Slide 4 - Open vraag

Geef de naam van Cu3(PO4)2

Slide 5 - Open vraag

Geef de oplosvergelijking van ZnCl2

Slide 6 - Open vraag

Geef de oplosvergelijking van MgBr2

Slide 7 - Open vraag

Geef de oplosvergelijking van FeF3.

Slide 8 - Open vraag

Geef de indampvergelijking van een ammoniumjodideoplossing

Slide 9 - Open vraag

Geef de indampvergelijking van een lood(IV)nitraatoplossing.

Slide 10 - Open vraag

Geef de indampvergelijking van een natriumhydroxide-oplossing.

Slide 11 - Open vraag

Indampvergelijkingen
Omgekeerde van oplosvergelijkingen
Oplosvergelijking:                       (s)  -->  Ca2+ (aq) + 2 NO3- (aq)
Indampvergelijking:   2 NO3- (aq) + Ca2+ (aq) -->                     (s)
 
Ca(NO3)2
Ca(NO3)2

Slide 12 - Tekstslide

Van de fosfaten uit mest en kunstmest blijft 40% achter in de grond. Dat geldt vooral voor kleigrond. Klei bevat kalium-, magnesium-, calcium- en aluminiumionen.
Om welke reden dragen fosfaten in oppervlaktewater bij aan de eutrofiëring?

Slide 13 - Open vraag

Leg uit waarom fosfaten uit klei minder snel uitspoelen dan nitraten en sulfaten.

Slide 14 - Open vraag

Welke zouten zijn goed oplosbaar in water? Gebruik Binas tabel 45A.
1) magnesiumnitraat
2) calciumcarbonaat
A
alleen zout 1 lost goed op
B
alleen zout 2 lost goed op
C
beide zouten lossen goed op
D
geen van beide zouten lost goed op

Slide 15 - Quizvraag

Een slecht oplosbaar zout maken.
Beschrijf hoe je bariumcarbonaat kunt maken uit oplossingen van andere zouten.
A
Bariumchloride en calciumcarbonaat
B
bariumchloride en natriumcarbonaat
C
Zilverchoride en natriumcarbonaat
D
Natriumchloride en kaliumcarbonaat

Slide 16 - Quizvraag

Het aantonen van ionen in een oplossing.
Toon aan of je zilvernitraat-oplossing of een calciumnitraat-oplossing hebt.
TIP! Zoek een goed oplosbaar zout met een negatief ion dat neerslag met het zilver of calcium-ion.
A
Met NaCl
B
Met Na2SO4
C
Met Na2S
D
Met Na2CO3

Slide 17 - Quizvraag

Verwijderen van ionen uit een oplossing:
Verwijder de sulfaat-ionen uit een koper(II)sulfaat-oplossing
A
Met natriumnitraat
B
Met calciumnitraat
C
Met Ammoniumnitraat
D
Met bariumnitraat

Slide 18 - Quizvraag