H5_Production orale

Production orale
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Production orale

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 parties:
A. Je stelt je voor (3-4 minuten): je vertelt wie je bent, wat je in je vrije tijd doet, over je profiel, wat je plannen voor de toekomst zijn (studie, tussenjaar). Je beantwoordt vragen van de docent.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 parties:
B. Je vertelt over iets bijzonders (+/- 8 minuten): Je gaat over iets vertellen dat voor jou een bijzondere betekenis heeft. Het kan een klein object zijn dat je kunt meenemen maar het kan ook een persoon, een gebouw, een groot object zijn.
Je verwerkt in je verhaal de vragen: wat, waar, wanneer en vooral waarom het voor jou zo bijzonder is. Je structureert het verhaal, denk hiervoor aan signaalwoorden. Gebruik enkelvoudige en samengestelde zinnen, gevarieerd vocabulaire en let op de grammatica.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 parties:
C. Interactie (+/- 2-3 minuten): je krijgt een situatie die je samen met je docent speelt. Het gaat hier om snel en creatief te reageren.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A. Présente-toi
5 minutes de préparation

1 minute de présentation
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B. présente un objet / une personne

Mon triporteur

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

La prononciation

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips
- Luister en kijk veel naar native speakers. Luister naar Franse muziek of kijk een Franse serie of film (bijvoorbeeld op Netflix). Op deze manier krijg je een beter gevoel voor de Franse taal.
-Neem je eigen stem op. Wanneer je jezelf terughoort zul je merken dat bepaalde woorden of zinnen vreemd klinken en ben je in staat om je eigen uitspraak te verbeteren.
- Oefen hardop in je eentje. Leer woordjes en zinnen niet alleen schriftelijk, maar spreek ze ook na.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitspraakwoordenboek
Uitspraakwoordenboek: Twijfel je over de uitspraak van een woord of zin? Zoek het op in het uitspraakwoordenboek: https://nl.forvo.com/

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Référence Grandes Lignes
Lees de informatie over "parler" met handige tips.

Welke phrases-clés en vocabulaire kun je gebruiken voor onderdeel A + B van je mondeling? Markeer/Noteer!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercices en interaction

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercices en interaction
  • Il faut bien lire et comprendre le sujet.
  • Le choix du registre de langue est primordial.
  • Ne fais pas un monologue, il s'agit d'un dialogue.
  • ne prolongez pas la conversation inutilement.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Méthode
  • Saluez votre interlocuteur selon la situation : bonjour! allo, bonjour, Excusez-moi, puis-je vous parler?…etc
  • Exposez la situation: décrivez la situation ou la cause de la situation. Ne faites pas plus de 2 ou 3 phrases d’affilée, laissez votre interlocuteur réagir.
  • Exposez le problème
  • Demandez ou proposez une solution. Si le sujet vous le demande, insistez pour obtenir une solution que vous préférez
  • Remerciez, concluez, saluez

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Partie B
Je vertelt over iets bijzonders (+/- 8 minuten): Je gaat over iets vertellen dat voor jou een bijzondere betekenis heeft. Het kan een klein object zijn dat je kunt meenemen maar het kan ook een persoon, een gebouw, een groot object zijn.
Je verwerkt in je verhaal de vragen: wat, waar, wanneer en vooral waarom het voor jou zo bijzonder is. Je structureert het verhaal, denk hiervoor aan signaalwoorden. Gebruik enkelvoudige en samengestelde zinnen, gevarieerd vocabulaire en let op de grammatica.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

un banjo
un loup
de l'argent
la colle
une clé
une télécommande
Ça ressemble à une guitare.
Ça sert à ouvrir une porte.
On l'utilise pour payer.
C'est une sorte de chien sauvage.
On en a besoin quand on regarde la télé.
C'est pour fixer le papier.

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Décrire un objet
Ça ressemble à ...
Ça sert à ...
On l'utilise pour ...
C'est une sorte de ...
On en a besoin quand on ...
C'est pour ...

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Étapes
  1. Waarover ga jij vertellen?
  2. Beantwoord de vragen: wat, waar, wanneer en waarom?
  3. Beschrijf het object nauwkeurig: materiaal, vorm, kleur, formaat, etc.
  4. Welke phrases-clés kun je gebruiken?
  5. Noteer 10 signaalwoorden die je wil gebruiken.
  6. Schrijf je verhaal.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tu peux te présenter?
Parle-moi de l'école:
- tu aimes quelles matières?
- tu es fort(e) en quelles matières?
- qu'est-ce que tu vas étudier?
- est-ce qu'il y a des critères d'admission?
- tu dois passer un examen d'admission?
- tu veux habiter dans une résidence étudiante?
- quel métier veux-tu faire plus tard et pourquoi?


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grandes Lignes
Online
Naslag
Phrases-clés et vocabulaire thématique

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

La prononciation

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. En général, on ne prononce pas le -e à la fin d'un mot
Ex: l'école...

2. On ne prononce pas le -s du pluriel
Ex: tables, enfants...

3. En général, on ne prononce pas les consonnes à la fin d'un mot
Ex: grand, méchant, beaucoup, deux, nez, blanc...

Attention ! 
Tout le monde                                   Un grand bol
Toute une série                                 Une grande femme







Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koppel de Franse klanken met de Nederlandse klanken
OU
bonjour
OI
trois
AU
jaune
AI
maison
EU/OEU
jeu/oeuf
UI
suis
OE
WA
OO
È
EU
U van duf
WIE

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koppel de werkwoorden met dezelfde uitspraak
Zelfde uitspraak
Il a regardé
Tu regardes
Je regarde
Elles regardent
Nous regardons

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Et oui le -e, -es, -ent
 se prononcent tous de la même façon !
je regarde, tu regardes, ils regardent

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koppel de werkwoorden met dezelfde uitspraak
Zelfde uitspraak
Il a regardé
Tu regardes
regarder
Nous regardons
Vous regardez

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Et oui le -er, , -ez
 se prononcent tous de la même façon !
regarder, il a regardé, vous regardez

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Projets d'avenir
L’année prochaine, j’ai l’intention de partir en France. Je voudrais aller dans une école de langue à Bordeaux ou à Lyon. Je compte étudier la langue française pendant trois mois et passer un examen pour ensuite entrer à l’université. Je voudrais également étudier l’histoire de l’art. Ça me passionne. J’aimerais bien être en famille d’accueil pour apprendre les habitudes des Français. Je compte aussi faire le tour de l’Europe pour voir les musées, les monuments et puis aussi pour rencontrer des gens et goûter aux spécialités locales. Il y a beaucoup de villes que je voudrais visiter : Francfort, Londres,  Dublin, Barcelone, Berlin, Amsterdam, Milan, Rome, Genève, etc. Comme je parle français, allemand et anglais, je pense que je n’aurai pas trop de problèmes pour me faire comprendre.

Slide 31 - Tekstslide

https://www.podcastfrancaisfacile.com/podcast/parler-de-ses-projets.html
Exercice en interaction
Tu as rendez-vous avec ta professeure de français pour discuter de ton travail. Tu arrives avec plus d’une heure de retard. Ta professeure n’est pas contente, tu essaies de la calmer, tu expliques les raisons.
L’examinateur joue le rôle de la professeure

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercice en interaction
Vous êtes en France pour vos études. Vous cherchez un petit boulot. En passant devant un restaurant, vous lisez sur la porte qu’on cherche du personnel. Vous entrez pour vous renseigner.
L'examinateur joue le rôle du patron

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercices en interaction
Vous avez trouvé un travail en France en tant que jeune au pair pendant les vacances d’été. Mais vous avez des difficultés avec les enfants. Vous en parlez avec la mère.
L’examinateur joue le rôle de la mère

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelregels
  • Je zorgt dat je op tijd aanwezig bent voor je mondeling (tijden en lokalen in Zermelo)
  • Toegestaan is: een blaadje met 10 steekwoorden/uitdrukkingen maar geen zinnen
  • Het mondeling wordt opgenomen (alleen audio)
  • We beginnen met het onderdeel waarin je je voorstelt en over je toekomstplannen vertelt. Ik geef steeds aan wanneer er een nieuw onderdeel begint.
  • Bij de interactie, kies je uit 2 situaties.
  • Na 15 minuten is het mondeling voorbij.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies