Lezen H4 - les 1

lezen H4
argumenteren
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

lezen H4
argumenteren

Slide 1 - Tekstslide

doelen
Ik kan onderscheid maken tussen standpunten, argumenten, tegenargumenten en weerleggingen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • uitleg argumentatie
  • oefenen
  • zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik H3
  • standpunt
  • argument
  • feitelijke argumenten
  • waarderende argumenten
  • enkelvoudige argumentatie
  • nevenschikkende argumentatie
  • onderschikkende argumentatie

Slide 4 - Tekstslide

standpunt en argument
Met een standpunt bedoelen we de mening van de schrijver. Een standpunt wordt vaak aangekondigd met een signaalwoord als:
ik vind..., de schrijver is van mening dat..., zij denkt dat...

De schrijver ondersteunt zijn standpunt met een of meerdere argumenten.
Een argument wordt vaak aangekondigd met een
signaalwoord als: 
omdat, de reden hiervoor is, want, immers, namelijk, ...

Slide 5 - Tekstslide

argumentatie
De schrijver van een overtuigende tekst wil de lezer overtuigen van zijn standpunt of mening. Hij onderbouwt zijn standpunt: hij legt met argumenten uit waarom hij dit standpunt heeft.

feitelijke en waarderende argumenten

Slide 6 - Tekstslide

feitelijke argumenten
Een feitelijk argument kun je controleren: het is waar of het is niet waar:

Ik bestel liever een pizza bij een pizzakoerier, want bestellen is veel minder werk dan zelf een pizza bakken.

Slide 7 - Tekstslide

waarderende argumenten
Een waarderend argument kun je niet controleren.

Ik bak liever zelf een pizza in plaats van er een te bestellen, want zelfgemaakte pizza's vind ik lekkerder.

Slide 8 - Tekstslide

enkelvoudige argumentatie
De schrijver onderbouwt zijn standpunt met één argument.

Slide 9 - Tekstslide

voorbeeld
Ik vind De grijze jager een leuk boek.
Het verhaal zit goed in elkaar.

Slide 10 - Tekstslide

nevenschikkende argumentatie

De schrijver onderbouwt zijn standpunt met meer argumenten:

Ik vind De grijze jager een leuk boek, want het is spannend, zit goed in elkaar en is realistisch.

Slide 11 - Tekstslide

voorbeeld
Ik vind De grijze jager een leuk boek.
Het is 
spannend.
Het zit goed in elkaar.
Het is realistisch.

Slide 12 - Tekstslide

onderschikkende argumentatie

De schrijver onderbouwt zijn argument met een ondersteunend argument:

Ik vind De grijze jager een leuk boek, want het is realistisch, omdat het over levensechte personages gaat.

Slide 13 - Tekstslide

voorbeeld
Ik vind De grijze jager een leuk boek.
Het is realistisch.
Het gaat over levensechte personages.

Slide 14 - Tekstslide

oefenen blokjesschema
Op het Thomas a Kempis College worden goede vaklessen gegeven. Daarnaast kun je er ook veel sporten. Bij ons op school is er dus veel ruimte voor je ontwikkeling. Daarom vind ik het Thomas a Kempis College een superleuke school.

Slide 15 - Tekstslide

H4 argumenteren

Slide 16 - Tekstslide

argumentatie
De schrijver van een overtuigende tekst wil de lezer overtuigen van zijn standpunt of mening. Hij onderbouwt zijn standpunt.

Een schrijver kan zijn lezer ook overtuigen door te laten zien dat mogelijke argumenten tégen zijn standpunt niet kloppen: een weerlegging.

Slide 17 - Tekstslide

samen opdracht 1
Lees tekst 1 op bladzijde 107 Alleen goed spellen in een dictee?

-Wat is het onderwerp van de tekst?
-Maak jij veel fouten in de werkwoordspelling? Hoe komt dat?
-Wat was de aanleiding van de auteur om deze tekst te                      schrijven?

Slide 18 - Tekstslide

oefenen blokjesschema
Kies een van de voorwerpen op de volgende vier dia's. Overtuig je publiek dat ze dit voorwerp écht moeten aanschaffen.

-> Noteer je standpunt en argumenten in een blokjesschema


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

oefenen blokjesschema
Overtuig je publiek om dit voorwerp aan te schaffen:
Noteer je standpunt en argumenten in een blokjesschema

check:  -van boven naar beneden   WANT
                -van onder naar boven         DUS
                -van links naar rechts            EN

Slide 25 - Tekstslide

meer uitleg?
zie video-uitleg in de online omgeving

Slide 26 - Tekstslide

zelfstandig werken
weektaak: 
Hoofdstuk 4 Lezen: opdr 1, 2 en 4

Slide 27 - Tekstslide

doelen
Ik kan onderscheid maken tussen standpunten, argumenten, tegenargumenten en weerleggingen.

Slide 28 - Tekstslide