Dag 6: aardbevingen

1 / 14
volgende
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Aardbevingen

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Aardbevingen
Hypocentrum
:
 de plek waar de aardbeving ontstaat.
Epicentrum
:
 de plek waar de aardbeving het sterkst voelbaar is aan het aardoppervlak (recht boven het hypocentrum

Ontstaan bij:
Convergente plaatgrenzen
Transforme plaatgrenzen
divergente plaatgrenzen (lichte aardbevingen)

Slide 5 - Tekstslide

Waarmee (met welke term) wordt over het algemeen de kracht van een aardbeving aangegeven?

Slide 6 - Open vraag

Aardbevingen
De kracht van een aardbeving wordt aangegeven aan de hand van de Schaal van Richter

Elke punt hoger in deze schaal betekent dat de aardbeving 10x keer sterker is. Dus een beving van 6 op de schaal van Richter is 10x sterker dan die van 5 op de schaal van Richter.

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel keer sterker is een beving van 8 op de schaal van Richter ten opzichte van een beving van 6 op de schaal van richter?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding. Hoe kan het dat er door één ramp slachtoffers in veel verschillende landen in Azië en zelfs in Kenia (Afrika) zijn gevallen?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

In je schrift
  • Hoe ontstaan aardbevingen? Gebruik hierbij de begrippen hypocentrum en epicentrum.
  • Hoe wordt de kracht van een aardbeving aangegeven? Leg ook uit hoe deze schaal werkt.
  • Hoe ontstaat een tsunami? Leg dit uit in drie stappen. Geef ook aan waarom de kust eerst terugtrekt.

Slide 14 - Tekstslide