OE 4 Oefentoets

OEFENVRAGEN TOETS OE4
9. Methodisch werken/handelen
10. Waarnemen
11. Observeren
12. Rapporteren
13. Activeren, plannen en uitvoeren
14. Evaluatie en Reflectie

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

OEFENVRAGEN TOETS OE4
9. Methodisch werken/handelen
10. Waarnemen
11. Observeren
12. Rapporteren
13. Activeren, plannen en uitvoeren
14. Evaluatie en Reflectie

Slide 1 - Tekstslide

9. Methodisch werken
Kenmerken
cyclisch werken

Slide 2 - Tekstslide

Wat versta je onder methodisch werken?

Slide 3 - Open vraag

Waarom is het belangrijk om methodisch te werken?

Slide 4 - Open vraag

Jouw bedrijf heeft een visie en een methodiek. Welke methodiek zet jouw bedrijf in?

Slide 5 - Open vraag

1. Noem 2 van de 4 kenmerken van methodisch werken

Slide 6 - Open vraag

1. Leg het kenmerk procesmatig uit

Slide 7 - Open vraag

Wat is de definitie van Visie?

Slide 8 - Open vraag

Methodisch stappenplan - Zet in de goede volgorde
Beginanalyse
Evalueren
doelen stellen
Strategie
Uitvoeren

Slide 9 - Sleepvraag

Wat beïnvloed een visie?

Slide 10 - Woordweb

Wat beïnvloed een visie?
Cultuur
wetenschappelijke ontwikkelingen
demografie
politiek en economische ontwikkelingen
inzichten in de sociale wetenschappen

Slide 11 - Tekstslide

De mens is een geheel met verschillende deelgebieden die met elkaar samenhangen
A
Medische visie
B
Emancipatorische visie
C
Holistisch mensbeeld
D
Participatie visie

Slide 12 - Quizvraag

Holistische visie
De mens is een geheel met verschillende deelgebieden die met elkaar samenhangen en op elkaar inwerken.
De psychische, sociale en lichamelijke aspecten zijn wel te onderscheiden, maar niet te scheiden.

Slide 13 - Tekstslide

Medische visie
Cliënt wordt gezien als een patiënt met 
zichtbare problemen en beperkingen

Slide 14 - Tekstslide

Emancipatorische visie
De cliënt wordt gezien als uniek en als iemand die zelf richting geeft  aan zijn leven, dus ook aan zijn zorg.

Slide 15 - Tekstslide

Stellingen Methodisch werken

Slide 16 - Tekstslide

Waarnemen
Functie van waarnemen
Vormen van waarnemen
Waarnemingsprincipes
Professioneel waarnemen

Slide 17 - Tekstslide

Definitie van waarnemen
Waarnemen is een doorlopend proces van informatie tot zich nemen via de zintuiten
(reuk, zicht, gehoor, smaak en tast)

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de functie van waarnemen?

Slide 19 - Woordweb

Functies van waarnemen
1. Om in je handelen aan goed aan te kunnen sluiten bij de ander
2.Een situatie of persoon beter begrijpen
3.Een goed beeld krijgen van een situatie/persoon (feitelijk)
4.Een vraag te beantwoorden

Slide 20 - Tekstslide

Signaleren
opmerken, constateren. Opvangen van tekens dat er iets wel/niet klopt

Slide 21 - Tekstslide


Van prikkel naar waarneming -
Wat is de goed volgorde?
A
prikkel - gewaarwording - verwerking - waarneming
B
prikkel - verwerking - gewaarwording - waarneming

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Noem 2 waarnemingsprincipes

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

1. Wat is een procesevaluatie?

Slide 26 - Open vraag

1. Noem 4 levensgebieden

Slide 27 - Open vraag

SMART staat voor?

Slide 28 - Open vraag

1. Waar staat het PDCA voor?

Slide 29 - Open vraag

wat zijn uitgangspunten bij
vraaggericht werken?
kernwaarden 122

Slide 30 - Woordweb

Wat is de meerwaarde
van een goed methodiek document/begeleidingsplan? 123

Slide 31 - Woordweb

welke aandachtspunten helpen
bij bewust waarnemen. 131

Slide 32 - Woordweb

De begeleider MZ observeert de cliënt van een afstand met een turflijst. Welke observatiemethode pas hij toe?
A
participerend - gestructureerd
B
participerend - niet gestructureerd
C
niet participerend - gestructureerd
D
niet participerend - niet gestructureerd

Slide 33 - Quizvraag

Wat zijn redenen
om te observeren? 138

Slide 34 - Woordweb

Wat zijn valkuilen
bij observeren? 142

Slide 35 - Woordweb

functie van rapporteren:
Je rapporteert om? 145

Slide 36 - Woordweb

Er zijn verschillende soorten activiteiten. Noem er 2

Slide 37 - Open vraag

In de holistische visie wordt een cliënt gezien als een patiënt met zichtbare problemen en beperkingen
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quizvraag

De verwachtingen die je hebt over het handelen van een cliënt beïnvloeden je waarnemingen bij deze cliënt
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen evalueren en reflecteren?

Slide 40 - Open vraag