9.1 Revoluties en 9.2 Gezag en Representatie en Representativiteit

Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk

Slide 1 - Tekstslide

De klassenvertegenwoordiger

Slide 2 - Tekstslide

Bij een klassenvertegenwoordiger is er dus sprake van....

Slide 3 - Open vraag

Representatie.
Dat is de vertegenwoordiging van een groep in (politieke) organisaties door een of enkele betrokkenen die namens de groep optreden.

Slide 4 - Tekstslide

De vertegenwoordiging van een groep in (politieke) organisaties door een of enkele betrokkenen die namens de groep optreden noemen we:
A
Gezag
B
Representatie
C
Klassenvertegenwoordiger

Slide 5 - Quizvraag

Een goede vertegenwoordiger?

Slide 6 - Tekstslide

Een klassenvertegenwoordiger is representatief voor de klas als
A
zijn of haar standpunten overeenkomen met die van de groep die hij/zij vertegenwoordigt.
B
zijn of haar standpunten NIET overeenkomen met die van de groep die hij/zij vertegenwoordigt.
C
hij of zij als vertegenwoordiger namens de klas optreedt.
D
hij of zij vooral zijn of haar eigen belang nastreeft.

Slide 7 - Quizvraag

Wat zou jij doen als de representativiteit van een klassenvertegenwoordiger slecht is?

Slide 8 - Open vraag

Zou jij je nog iets aantrekken van een klassenvertegenwoordiger die qua representativiteit slecht is?
A
Nee
B
Ja
C
Nee en ik zou een andere klassenvertegenwoordiger willen kiezen.

Slide 9 - Quizvraag

Revoluties
Lees § 9.1 
timer
2:30

Slide 10 - Tekstslide

Het volk kwam in opstand omdat ze de macht van de vorsten en adel niet rechtvaardig of wettig vonden.
A
de vorsten kregen hierdoor minder macht
B
de vorsten kregen hierdoor meer macht
C
de vorsten kregen hierdoor minder gezag
D
de vorsten kregen hierdoor meer gezag

Slide 11 - Quizvraag

Lees § 9.2
timer
4:00

Slide 12 - Tekstslide

Gezag betekent
A
macht die als legitiem beschouwd wordt
B
macht die niet als legitiem beschouwd wordt
C
plaatsvervanger van God zijn op aarde
D
dat de beslissingen die genomen worden niet geaccepteerd worden.

Slide 13 - Quizvraag

Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten noemen we...
timer
1:00

Slide 14 - Open vraag

Macht

Slide 15 - Tekstslide

De Revoluties en het opeisen van macht door het volk worden vooral duidelijk in het:
A
Vormingsvraagstuk
B
Welvaartsvraagstuk
C
Bindingsvraagstuk
D
Verhoudingsvraagstuk

Slide 16 - Quizvraag

Waarvan is sprake als de burgers zich niet herkennen in de politieke besluiten die genomen worden?
A
dan is er sprake van een dictatuur.
B
dan is er een gebrek aan representativiteit
C
dan is er een gebrek aan representatie
D
dan is de macht niet legitiem

Slide 17 - Quizvraag

Hier nog een keer beginnen

Slide 18 - Tekstslide

Representativiteit
Representativiteit kan in het politieke systeem op verschillende punten betrekking hebben zoals:
Achtergrondkenmerken
Standpunten
Besluiten

Pas dit aan op p. 140 in je boek.

Slide 19 - Tekstslide

1 Er wordt in de TK erg veel gedebatteerd over bezuinigingen in de ouderenzorg terwijl veel Nederlanders die bezuinigingen helemaal niet willen.
Deze uitspraak heeft te maken met:
A
Representatie
B
Representativiteit

Slide 20 - Quizvraag

Vraag 1 representativiteit, omdat het hier gaat om de mate waarin standpunten overeenkomen.

Slide 21 - Tekstslide

2 Omdat er veel vluchtelingen in Nederland wonen vind ik dat zij ook in de TK moeten zitten. Zo krijgen vluchtelingen in NL ook een stem.
Deze uitspraak heeft te maken met:
A
Representatie
B
Representativiteit

Slide 22 - Quizvraag

Vraag 2 representativiteit, omdat er gesproken wordt over de mate waarin achtergrondkenmerken overeenkomen.

Slide 23 - Tekstslide

3 Ik vind het een goede zaak dat koning Willem-Alexander namens Nederland op staatsbezoek gaat.
Deze uitspraak heeft te maken met:
A
Representatie
B
Representativiteit

Slide 24 - Quizvraag

3 representatie, omdat de koning ons representeert in het buitenland. Het gaat hier niet over of de standpunten, achtergrondkenmerken of besluiten wel of niet overeenkomen. 

Slide 25 - Tekstslide

4 Standpunten mbt dierenleed worden veel te weinig besproken in de TK terwijl er veel Nederlanders tegen dierenleed zijn.
Deze uitspraak heeft te maken met:
A
Representatie
B
Representativiteit

Slide 26 - Quizvraag

5 representativiteit, omdat het bij deze uitspraak gaat over de standpunten en de mate waarin die standpunten vertegenwoordigd worden. 

Slide 27 - Tekstslide

V5MW2 9 dec

Slide 28 - Tekstslide

6 Vanmiddag hebben we op school gekozen voor een klassenvertegenwoordiger die onze klas gaat vertegenwoordigen in de leerlingenraad.
Deze uitspraak heeft te maken met:
A
Representatie
B
Representativiteit

Slide 29 - Quizvraag

 6 representatie, het gaat er hier ook om dat er een vertegenwoordiger is die in dit geval de klas vertegenwoordigt in de leerlingenraad. 

Slide 30 - Tekstslide

Wat heeft groepsvorming met representatie te maken?
timer
1:00

Slide 31 - Open vraag

Wanneer er een groep is gevormd zijn er vaak een aantal leden die namens die groep optreden en dus (ten minste dat hoop je) representatief zijn voor de groep.

Slide 32 - Tekstslide

Hoe kan een kiesstelsel voor meer representatie en voor meer representativiteit zorgen?
timer
2:30

Slide 33 - Open vraag

V5MW1

Slide 34 - Tekstslide

Er kunnen voldoende mensen gekozen worden om de verschillende groepen in de samenleving te vertegenwoordigen (representatie) en die vertegenwoordigers kunnen dan getoetst worden op hoe goed hun standpunten en/of achtergrondkenmerken overeenkomen met die van de groep die ze vertegenwoordigen.(representativiteit)

Slide 35 - Tekstslide

Wat betekent volkssoevereiniteit? Is daar in NL ook sprake van?
timer
2:00

Slide 36 - Open vraag

Volkssoevereiniteit betekent dat het volk regeert. In Nederland regeert het volk indirect, omdat stemgerechtigden eens in de vier jaar mogen stemmen voor een nieuwe Tweede Kamer.

Slide 37 - Tekstslide

Representativiteit kan betrekking hebben op
A
achtergrondkenmerken en standpunten
B
achtergrondkenmerken en groepen
C
standpunten en besluiten
D
A en C zijn juist

Slide 38 - Quizvraag

De politiek in NL is representatief voor NL.
A
Eens met deze uitspraak
B
Oneens met deze uitspraak.

Slide 39 - Quizvraag

Hier mag je uitleggen waarom jij dat vindt.

Slide 40 - Open vraag

Let op
Bij representatie treedt/treden een bepaald (gekozen) persoon/bepaalde (gekozen) personen op namens de groep.

Bij representativiteit zijn de standpunten of achtergrondkernmerken en de besluiten van die personen representatief voor die van de groep waaruit ze gekozen zijn.

Slide 41 - Tekstslide

Lees p. 66, 67, 68 (drie modellen)
Maak Opdracht 2 onderdeel 5 en opdracht 3

Slide 42 - Tekstslide