Welke rol spelen consumenten in een voedselkringloop?
A
Nemen mineralen op en maken organische stoffen
B
Zetten organische stoffen om in andere organische stoffen
C
Breken organische stoffen af tot mineralen
D
Nemen organische stoffen op en maken anorganische stoffen
Slide 3 - Quizvraag
Welke groep organismen vormt een populatie?
A
De planteneters op Ameland
B
De bomen in een park
C
De edelherten in de Oostvaardersplassen
D
De kruidachtige planten in een wegberm
Slide 4 - Quizvraag
De eekhoorn ondervindt veel invloeden, hoeveel abiotische invloeden tel je?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 5 - Quizvraag
Je spreekt van een plaag als..
A
de meerderheid van de mens last van een soort ervaart
B
de populatiegrootte een bepaalde grens overschrijdt
C
populatiegrootte zo is dat 't ecosysteem het niet kan dragen
Slide 6 - Quizvraag
Welk proces is een assimilatieproces?
A
het maken van aminozuren uit eiwitten
B
het maken van koolstofdioxide uit koolhydraten
C
het maken van zetmeel uit glucose
D
het maken van glucose uit glycogeen
Slide 7 - Quizvraag
Welk(e) element(en) bevatten alle organische stoffen?
A
C
B
C en H
C
C, H en O
D
C en O
Slide 8 - Quizvraag
Zuurstof, fosfaat, water, koolstofdioxide en nitraat zijn..
A
anorganische stoffen
B
organische stoffen
Slide 9 - Quizvraag
Homo sapiens sapiens en Homo sapiens neanderthalis zijn twee verschillende soorten.
A
Goed
B
Fout
Slide 10 - Quizvraag
Alle levende organismen in een bepaald gebied vormen samen een populatie.
A
Goed
B
Fout
Slide 11 - Quizvraag
Bij commensalisme hebben beide soorten voordeel van de samenleving.
A
Goed
B
Fout
Slide 12 - Quizvraag
Soorten met dezelfde habitat leven in hetzelfde gebied.
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quizvraag
Een mens is een voorbeeld van een abiotische factor.
A
Goed
B
Fout
Slide 14 - Quizvraag
In een voedselketen staat de pijl in de richting van een predator.
A
Goed
B
Fout
Slide 15 - Quizvraag
Een voedselweb kan met schimmels beginnen.
A
Goed
B
Fout
Slide 16 - Quizvraag
Een kreeft die gebruik maakt van een leeg slakkenhuis van een wulk is een voorbeeld van commensalisme.
A
Goed
B
Fout
Slide 17 - Quizvraag
Schimmels zijn altijd parasieten.
A
Goed
B
Fout
Slide 18 - Quizvraag
Twee hondenrassen hebben dezelfde wetenschappelijke naam.
A
Goed
B
Fout
Slide 19 - Quizvraag
Primaire productie
De hoeveelheid organische stoffen (g/opp/jaar) die producenten maken.
BPP – dissimilatie = NPP
NPP van producenten wordt biomassa en is als energie beschikbaar voor de hogere trofische niveau's (consumenten).
Slide 20 - Tekstslide
Elke stap omhoog in het trofisch niveau gaat energie verloren, waarom?
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Eten van energierijk plantaardig voedsel
Dissimilatie door dieren
Afbreken van dode dieren door schimmels en bacteriën
Vorming van fossiele brandstoffen
Dissimilatie door schimmels en bacteriën
Fotosynthese
(Voortgezette) assimilatie door planten
Verbranding van fossiele brandstoffen
Afbreken van dode planten door schimmels en bacteriën
Sleep de nummers naar de juiste zin in de tabel:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Slide 24 - Sleepvraag
BINAS 93G
Slide 25 - Tekstslide
Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Andere routes
'Verstorende' routes zonder zuurstof:
- NO3- > N2 (g) denitrificatie door denitrificerende bacterie
N2 komt in de atmosfeer en verdwijnt uit de bodem of het water
-N2 (g) --> NH4+
N2 (g) kan gebonden worden door knolletjesbacterie en stikstofbindende bacterie.
Planten kunnen deze NH4+ dan weer gebruiken.
Slide 28 - Tekstslide
Stikstof (N2) Is een stof die niet reageert met andere stoffen. Een plant of dier heeft er dan ook niets aan. N2 blijft N2.
Alleen met geweld (bliksem, hitte in een motor) bindt N2 aan zuurstof.
Of door sommige bacteriën bindt N2 aan waterstof.
Ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+) zijn eigenlijk twee toestanden van dezelfde stof.
Als ammoniak oplost, pikt het een H+ van water zodat NH4+ ontstaat. Als ammonium de lucht in gaat, wordt het weer NH3.
Nitriet bestaat maar heel kort in de natuur, omdat de reactie tot nitraat heel snel gaat. Dat is goed, want nitriet is giftig.
Deze NH3 zit binnenin een plant. Het wordt meteen gebruikt door de plant om er N-bevattende organische stoffen van te maken. Deze NH3 komt dus niet in de grond terecht. De andere NH3 wel.
Stikstofassimilatie is gewoon assmilatie met stikstof. Assimilatie = opbouw van grotere moleculen uit kleinere moleculen. Dus bv. opbouw van aminozuren uit nitraat (en glucose)
Besteed even een paar minuutjes aan het doornemen van de stikstofkringloop in je eigen BINAS 93F .
De meeste onduidelijkheden vind je hiernaast toegelicht.
Hoe kan er 'N' verdwijnen uit de bodem?
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
Slide 29 - Tekstslide
Hoe kan 'N' verdwijnen uit eenvoudige stikstofkringloop?
A
planten nemen het op
B
vervluchtiging en denitrificatie
C
omzetting in nitriet en nitraat
Slide 30 - Quizvraag
Welke N-rijke stof zit er in urine van koeien?
A
ammoniak
B
nitriet
C
nitraat
D
ureum
Slide 31 - Quizvraag
Welke N-rijke stof zit er in koeienpoep?
A
ureum
B
nitraat
C
eiwit
Slide 32 - Quizvraag
Waarom groeien planten beter door bemesting met koeienmest?
Slide 33 - Open vraag
Sommige planten hebben bij hun wortels knolletjes met stikstofbindende bacterie die N2 uit de lucht omzetten in ammonium NH4+
definitie monocultuur kennen
voor- en nadelen van monoculturen kunnen noemen
Slide 34 - Tekstslide
Bijzondere route
Knolletjesbacteriën (en een paar andere bacteriën) kunnen N2 (g) omzetten in NH3.
Stikstof die eerst níet te gebruiken was voor de plant, is nu wél te gebruiken. Oftewel:
De bodem wordt voedselrijker.
Dit is 'Groenbemesten'.
Slide 35 - Tekstslide
Wat is groenbemesting?
A
Kunstmest strooien op het land
B
Natuurlijke mest strooien op het land
C
Bemesten door middel van knolletjesbacterien
D
Bemesten met groene planten
Slide 36 - Quizvraag
Groenbemesting
Bij groenbemesting wordt klaver op stikstofarme grond geteeld, waarna deze omgeploegd wordt. Klaver leeft in symbiose met stikstofbindende bacteriën, waardoor extra stikstof in de bodem komt. Door om te ploegen, blijft de stikstof beschikbaar voor nieuwe planten.
Als planten geoogst worden, wordt de stikstof die als eiwitten aanwezig zijn in de plant onttrokken aan de bodem. De kringloop wordt onderbroken.
Slide 37 - Tekstslide
Hoe werkt groenbemesting?
Slide 38 - Tekstslide
Land bemesten via groenbemesting heeft een aantal stappen, zet in de juiste volgorde 1. boer spit de planten met knolletjesbacterie onder 2. knolletjesbacterie bindt N2 uit de lucht en maakt NH4+ (ammonificatie) 3. bacterie in bodem maakt nitraat 4. gewas kan goed groeien door opname van nitraat
A
1-2-3-4
B
3-4-1-2
C
2-1-3-4
Slide 39 - Quizvraag
veel mensen halen in de herfst bladeren uit hun tuin. Wat voor een effect heeft dit op de stikstofkringloop?
Slide 40 - Tekstslide
Welk effect heeft het weghalen van de bladeren voor de stikstofkringloop?
Slide 41 - Open vraag
Eutrofiëring
Slide 42 - Tekstslide
Bepalen populatiegrootte
De grootte van een populatie wordt weergegeven als populatiedichtheid (= het gemiddelde aantal individuen per oppervlakte-eenheid of volume-eenheid)
Manieren om de populatiegrootte te bepalen:
kwadrantmethode: tellen van aantallen in een 1m2 en dan omrekenen voor het gehele gebied
merken en terugvangen (zie de volgende uitlegvideo)
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Video
Stel dat je in een gebied 10 muizen vangt en merkt. Een maand later vang je 10 muizen, waarvan er twee zijn gemerkt. Hoe groot is de populatie muizen in dit gebied?
Slide 45 - Open vraag
Successie
Successie is het opeen volgen van planten en dieren
Bij successie veranderen de omstandigheden hier door kunnen er nieuwe planten en dieren in het systeem komen
Zo kan in de loop van de tijd een kaal duin veranderen in een bos
Slide 46 - Tekstslide
Slide 47 - Video
Successie
Slide 48 - Tekstslide
Wat kan een voorbeeld zijn van successie? Welke opeenvolging past bij successie?