2e wereldoorlog les 1 - Nederland in het interbellum

Wat weet je over de 1e wereldoorlog en Nederland?
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
M&MSpeciaal OnderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je over de 1e wereldoorlog en Nederland?

Slide 1 - Open vraag

De Tweede Wereldoorlog
Doel van de les:
Aan het eind van de les weet je hoe Nederland ervoor stond in de periode tussen de 1e en de 2e wereldoorlog (interbellum)

Slide 2 - Tekstslide

Crisisjaren 
Het interbellum = de periode tussen de 1e en 2e wereldoorlog in. Dit is de periode van 1919 - 1939.
Nederland kreeg ondanks dat zij niet meededen met de 1e wereldoorlog wel te maken met een economische crisis in het land.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

De Nederlandse regering besloot een deel van de werklozen in te zetten voor grote klussen, de de werkverschaffingsprojecten. Mensen kregen hiervoor weinig loon.
Voor dit loon moesten ze werken aan projecten als aanleg van wegen, kanalen en dijken. Ook werden er stadsparken aangelegd.
Werkloosheid

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer het slecht gaat met de economie, ontvangt de overheid minder belasting. De overheid moet dan kiezen: schulden maken of minder uitgeven. Minister-President Colijn koos voor minder uitgeven en voerde een aanpassingspolitiek in. Dit betekent dat de regering nooit meer uitgeeft dan wat er binnen komt aan geld = bezuinigen.

Slide 6 - Tekstslide

Neutraal
In de jaren '30 werd het steeds duidelijker dat er een oorlog zat aan te komen. Colijn hoopte dat Nederland net zoals in de 1e wereldoorlog neutraal zou kunnen blijven. Nederland reageerde daarom bijna niet op de gebeurtenissen in Duitsland.

Slide 7 - Tekstslide

Eigen belang 
Veel Duitse Joden wilden naar Nederland vluchten, maar werden zonder pardon teruggestuurd naar Duitsland.
Nederland was bang voor een conflict met Duitsland.

Slide 8 - Tekstslide

Boycotten
In 1936 werd een Olympische spelen gehouden in Duitsland. Sommige sporters wouden niet meedoen, maar de overheid weigerde om de Olympische spelen te boycotten = niet meedoen, want dit zou niet neutraal zijn en kon zorgen voor een conflict met Duitsland.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat betekent het interbellum?

Slide 11 - Open vraag

Aan welke projecten gingen de arbeiders werken? Noem er twee

Slide 12 - Open vraag

Wat is aanpassingspolitiek?
A
Je geeft meer uit dan dat je hebt
B
Je geeft minder uit dan wat er binnen komt

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent bezuinigen?

Slide 14 - Open vraag

Hoe probeerde Nederland neutraal te blijven in de 2e wereldoorlog?

Slide 15 - Open vraag

Waarom moesten de sporters meedoen aan de Olympische spelen van de Nederlandse overheid?

Slide 16 - Open vraag

Doel behaald?
Noem 2 voorbeelden waar Nederland mee te maken had in de periode tussen de 1e en de 2e wereldoorlog (interbellum)

Slide 17 - Open vraag