3.2 Rechtszaak Mishandeling

3.2 strafrechtszaak
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

3.2 strafrechtszaak

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Is de tenlastelegging te bewijzen (filmbeelden, verklaringen etc)?
Is er sprake van een strafbaar feit? (is dit mishandeling? Wat is mishandeling?)
Is de verdachte schuldig? (was het zelfverdediging?)
Is er sprake van verzachtende omstandigheden?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Rollen verdelen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg rollen:
1. Een rechter neemt beslissingen in zaken waarin mensen het niet met elkaar eens zijn.
Omdat het hier om een strafzaak gaat, moet de rechter bepalen of de verdachte schuldig
is aan het plegen van een strafbaar feit. De rechter bepaalt ook of iemand straf krijgt en
welke straf iemand krijgt.
Rechtsstaat: Rollenspel ‘mishandeling’
2. De officier van justitie werkt voor het Openbaar Ministerie (vertel erbij dat dit geen
ministerie is). In een rechtsstaat vinden we dat strafbare feiten niet alleen de individuen
(dader en slachtoffer) aangaan, maar de hele samenleving. Daarom vervolgt de overheid
mensen die van een strafbaar feit verdacht worden namens de hele samenleving. Dat is
de taak van het Openbaar Ministerie en die taak wordt tijdens een strafrechtszaak dus
uitgevoerd door officieren van justitie.
3. Als de politie of de officier van justitie denkt dat je iets hebt gedaan wat niet mag en er
zijn bepaalde feiten die er op wijzen dat je iets strafbaars hebt gedaan, dan ben je
verdachte. In deze strafrechtszaak is Johan Smits de verdachte. Iedereen heeft het recht
zich te verdedigen. Iedereen die wordt verdacht van een strafbaar feit wordt daarom (als
hij dat wil) geholpen door een advocaat. De advocaat heeft als taak op te komen voor de
rechten van de verdachte.
4. In deze strafrechtszaak is Petra de Jong het slachtoffer. Slachtoffers hebben bij
bepaalde delicten in een strafrechtszaak spreekrecht. Dat betekent dat het slachtoffer
mag vertellen wat de gevolgen van het delict voor hem of haar waren. Zij mogen hierbij
niet ondervraagd worden. NB. Als een slachtoffer de confrontatie met de verdachte aan
wil gaan, dan mag hij ook zijn verklaring schriftelijk (vooraf) geven. Dan wordt het
toegevoegd aan het strafdossier en kan het tijdens de zitting worden voorgelezen door de
officier van justitie.
5. De getuige beantwoordt vragen van de rechter, die vooral een toelichting zal vragen op
de verklaring die bij de politie is afgelegd. Daarna kunnen ook de officier van justitie en de
advocaat vragen stellen, die de getuige moet beantwoorden.

Slide 10 - Tekstslide