Les 5 - Een rechtszaak

Identiteit & Maatschappij           mavo 3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Identiteit & Maatschappij           mavo 3

Slide 1 - Tekstslide

De rechtsstaat

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Hoe werkt een rechtszaak? (8 stappen)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Rollen in een rechtszaak
  • Rechter
  • Officier van justitie
  • Verdachte
  • Advocaat
  • Slachtoffer
  • Getuige
  • Pers

Slide 5 - Tekstslide

Rechter
  1. Is het een strafbaar feit?
  2. Kan het strafbare feit bewezen worden?
  3. Is de dader strafbaar?
  4. Welke straf of maatregel moet er worden opgelegd?

Slide 6 - Tekstslide

Officier van justitie
  • Opsporen en vervolgen van strafbare feiten.
  • Namens de samenleving.
  • Eist een bepaalde straf.

Slide 7 - Tekstslide

Advocaat + verdachte
  • Helpt de verdachte.
  • Voert een pleidooi.
  • Heeft mogelijk iets strafbaars gedaan.
  • Recht op verdediging.
  • Laatste woord.

Slide 8 - Tekstslide

Slachtoffer
  • Vertellen over de gevolgen.

Slide 9 - Tekstslide

Getuige
  • Beantwoord vragen naar aanleiding van wat de getuige gezien heeft. 

Slide 10 - Tekstslide

Pers
  • Doet verslag van de rechtszaak. 

Slide 11 - Tekstslide

8 stappen in een rechtszaak
  1. De opening (rechter)
  2. De aanklacht (OvJ leest beschuldiging voor)
  3. Getuigenverhoor (rechter, OvJ, advocaat)
  4. Verhoor van de verdachte (rechter, OvJ, advocaat)
  5. Requisitoir (OvJ)
  6. Pleidooi (advocaat) 
  7. Het laatste woord (verdachte)
  8. De uitspraak (rechter spreekt vonnis uit)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

10 minuten voorbereiden
  • Rechters (Phoebe, Yusuf en Emma)
  • Officier van Justitie (Rick, Olivia en Femke)
  • Verdachte (David, Alina en Finn)
  • Advocaat (Marie-Laure, Batu en Kees)
  • Slachtoffer (Duco, Bregtje en Thiara)
  • Getuige (Daan, Thomas en Ivo)
  • Pers (Lucas, Collin, Diana en Chahid)

Slide 14 - Tekstslide

In de wet staat het volgende over mishandeling:
 Wetboek van Strafrecht Titel XX
 Artikel 300
  1.  Mishandeling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.*
  2.  Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenis straf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
  3.  Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
  4.  Met mishandeling wordt gelijkgesteld opzettelijke benadeling van de gezondheid.
  5.  Poging tot dit misdrijf is niet strafbaar.

 * Toelichting op categorieën voor geldboetes: Voor elk strafbaar feit is in de wet een categorie bepaald. Er zijn in totaal zes categorieën. De categorie waar een strafbaar feit in valt geeft de maximale hoogte aan van de boete die door de rechter opgelegd kan worden. Mishandeling valt in de vierde categorie, wat betekent dat de rechter maximaal een boete van € 18.500, - op kan leggen.

Slide 15 - Tekstslide

1. Opening
De rechter controleert of de persoon die als verdachte aanwezig is, ook daadwerkelijk de verdachte is.

Slide 16 - Tekstslide

2. Aanklacht
De officier van justitie spreekt uit waarvan de verdachte wordt verdacht. 

Slide 17 - Tekstslide

3. Verhoor van getuigen
De rechter stelt vragen aan getuigen. Ook de officier van justitie en de advocaat mogen vragen stellen.

Slide 18 - Tekstslide

4. Verhoor van verdachte
De rechter stelt vragen aan de verdachte. Ook de officier van justitie mag vragen stellen. (Let op: zwijgrecht)

Slide 19 - Tekstslide

5. Verklaring slachtoffer
Het slachtoffer geeft een verklaring aan de rechtbank over de geleden schade. Er mogen geen vragen gesteld worden aan het slachtoffer.

Slide 20 - Tekstslide

6. Requisitoir 
De officier van justitie legt uit waarom de verdachte volgens hem schuldig is en welke straf (de eis) hij gepast vindt.

Slide 21 - Tekstslide

7. Pleidooi
De advocaat van de verdachte vertelt het verhaal vanuit de kant van de verdachte.

Slide 22 - Tekstslide

8. Laatste woord
De verdachte heeft altijd het laatste woord in de rechtszitting. Hij kan zelf zijn verhaal toelichten of spijt betuigen over wat hij heeft gedaan.

Slide 23 - Tekstslide

9. Vonnis
De rechter moet ervan overtuigd zijn dat de verdachte daadwerkelijk schuldig is en spreekt vervolgens uit wat volgens hem een gepaste straf is.

Slide 24 - Tekstslide

Nabespreking
2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en een werkstraf van 40 uur. De politierechter had rekening gehouden met de leeftijd van de dader (jong), dat er geen strafblad van de dader bestond, dat hij net een nieuwe baan had die hij ongetwijfeld zou verliezen als hij in de gevangenis zou belanden.

Slide 25 - Tekstslide

Er vindt een mishandeling plaats op straat en deze mishandeling wordt gezien door personeel van de dienst cameratoezicht. Zij roepen de politie op die in de buurt surveilleert. De politie is vrij snel ter plaatse en arresteert ter plekke de verdachte Johan Smits. Hij wordt opgepakt en verhoord, maar hij ontkent dat hij de 18-jarige Petra de Jong uit Rotterdam mishandeld heeft. Petra doet aangifte en verklaart woensdagnacht op straat te zijn mishandeld door haar 19-jarige ex-vriend Johan Smits. Vervolgens wordt Johan
aangeklaagd voor mishandeling en moet voor de rechtbank verschijnen. 

Slide 26 - Tekstslide