Tupkertaal les: 9, 3.16, 3.17, 3.18, 4.12, 4.13
1 / 18
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn dit?
A
Swammen
B
Zwanen
C
Zwamen
D
Swamen
Slide 2 - Quizvraag
wat is dit?
A
een leeuw
B
een leuw
C
een leew
D
een lueew
Slide 3 - Quizvraag
Wat is dit?
A
een rabijt
B
een konijt
C
een konijn
D
een rabijn
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn dit?
A
gladiussen
B
gladialie
C
gladien
D
gladiolen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is dit?
A
een daisie
B
een madelein
C
een daizelief
D
een madelief
Slide 6 - Quizvraag
Wat is dit?
A
een haaslaar
B
een hazelaar
C
een hazelding
D
een hazeling
Slide 7 - Quizvraag
Katten, honden en cavia's zijn .............
A
dierhuizen
B
dierpets
C
huisdieren
D
pettersen
Slide 8 - Quizvraag
Dit zijn .....................
A
wulken
B
wolken
C
wolkens
D
wulkens
Slide 9 - Quizvraag
Wat voor weer is het?
A
het waait
B
het hagelt
C
het watert
D
het mist
Slide 10 - Quizvraag
A
De son schijnt
B
De zon scheint
C
De sun schijnt
D
De zon schijnt
Slide 11 - Quizvraag
Wil je ................ eten?
A
terug
B
niemand
C
iemand
D
al
Slide 12 - Quizvraag
Ik vind het ................ leuk!
A
meer
B
heel
C
veel
D
iets
Slide 13 - Quizvraag
Wanneer komt je vriend ...............?
A
nooit
B
terug
C
iets
D
enige
Slide 14 - Quizvraag
Waar is iedereen? Ik zie ................
A
bijna
B
niemand
C
vroeger
D
later
Slide 15 - Quizvraag
................ gaat het morgen regenen.
A
Misschien
B
Toen
C
Niet
D
Samen
Slide 16 - Quizvraag
Ik ben vaak vrolijk, maar .............. ben ik verdrietig.
A
er
B
trouwens
C
altijd
D
soms
Slide 17 - Quizvraag
Diana heeft ........... vakantie. Ze moet nog twee dagen werken.
A
altijd
B
bijna
C
dichtbij
D
erg
