Leg uit wat de begrippen stapelmarkt, handelskapitalisme en moedernegotie met elkaar te maken hebben.
Bespreek met je buur kort je antwoordt en hoe je de antwoorden kunt verbeteren.
timer
3:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit wat de begrippen stapelmarkt, handelskapitalisme en moedernegotie met elkaar te maken hebben.
Bespreek met je buur kort je antwoordt en hoe je de antwoorden kunt verbeteren.
timer
3:00
Slide 1 - Tekstslide
planning
Elke les begin je gelijk met het beantwoorden van de vraag/vragen.
Uitleg paragraaf.
Vraag beantwoorden in lessonup.
Huiswerk maken en bespreken.
Afsluiten les.
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel: Ik kan uitleggen waarvoor de VOC werd opgericht en hoe deze handelsmaatschappij werkte.
Slide 3 - Tekstslide
Nederlanders gaan zelf de winstgevende route naar de Oost zoeken.
Oorzaak: Portugal had het monopolie op specerijen, zijde, porselein en thee.
De Antwerpse kooplieden namen kennis Aziatische handelsnetwerken mee (1585).
Jacob van Heemskerck en Willem Barentsz reisden in 1596 via het noorden van Europa naar Azië, mislukt bleven steken bij Nova Zembla.
Gevolg: De Houtman, Keyzer gingen in 1595 op reis via Kaap de Goede Hoop naar Indië, reis was succesvol en winstgevend.
Slide 4 - Tekstslide
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht in 1602
Scheepsbedrijven werken samen in handelscompagnieën: voorcompagnieën
Oorzaken: Door te hoge onderlinge concurrentie van de compagnieën, prijsdalingen en faillissementen, richtte Oldenbarnevelt de VOC op.
De staat verdiende kreeg er belasting uit.
Gevolgen: De VOC kreeg rechten: economisch=>het handelsmonopolie. Politiek=> verdragen sluiten met vorsten, oorlog voeren, forten te bouwen.
Slide 5 - Tekstslide
VOC Bestuur
Heren 17: het hoofdbestuur van de VOC en zetelen in Amsterdam.
Elke van de 6 kamers had een eigen scheepswerf, pakhuis en kantoor. Voor elke reis werden zeelui en soldaten ingehuurd.
Zeelieden en kooplieden van de VOC mochten niet zelf in producten handelen, die de VOC vervoerde, anders handelsmonopolie doorbroken.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe komt de VOC aan zijn startkapitaal?
De VOC gaf aandelen uit. Dat is een aandeel/stukje van het bedrijf.
Aandelen werden gekocht en verkocht op de Amsterdamse Beurs. Daarmee was de VOC de allereerste firma ter wereld die aandelen uitgaf en de 1e multinational.
Iedereen=> rijke mensen, maar ook ambachtslieden, bakkers of dienstboden kochten een aandeel. Zo werd de VOC ‘van iedereen’.
Slide 7 - Tekstslide
a: Leg uit waarom de VOC werd opgericht. b: Leg uit waarom je kunt zeggen dat de VOC de rechten van een staat had.
Mag: maken succescriteria, flashcards/ Cornell schema/3.8 afsluiting/ zelftoets/ zelf toetsvragen maken.
Slide 9 - Tekstslide
Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit waarom de VOC werd opgericht.
Bespreek met je buur kort je antwoordt en hoe je de antwoorden kunt verbeteren.
timer
3:00
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik kan met een voorbeeld uitleggen waarom de VOC zowel een handels als een oorlogsbedrijf was.
Ik kan uitleggen hoe de VOC in Azië handeldreef.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Oorlog en handel.
VOC werd ook gebruikt in de oorlog met Spanje tijdens de Opstand=> pakten zeeroutes, handelsfactorijen in Azië af van Spanje en Portugal. Gevolg: VOC kon zo deelnemen aan de Aziatische handel.
Schepen waren handels schepen en oorlogsschepen.
De VOC gebruikte ook geweld tegen Aziatische vorsten als ze niet wilden handelen, concurrenten, lokale bevolking.
Slide 13 - Tekstslide
Jacatra en Batavia.
In 1619 vestigde Jan Pietersz. Coen in Batavia het centrale handelspunt en bestuur van de VOC in Azië. Hij was de Gouverneur-Generaal. Jacatra werd verwoest en bewoners verdreven.
Uit Europa nam de VOC goud en zilver mee om mee te handelen, was erg duur voor de VOC=> oplossing de inter- Aziatische ruilhandel.
Slide 14 - Tekstslide
J.P. Coen en de massamoord op de Banda-eilanden.
Oorzaak: De VOC paste het handelsmonopolie op specerijen toe om concurrentie door Nederlandse, buitenlandse bedrijven te verhinderen maar ook op de inheemse bevolking.
De bewoners van de Banda-eilanden verkochten ondanks het verbod toch zelf nootmuskaat aan de Engelsen omdat de VOC niet de beloofde rijst leverde. J.P. Coen liet leiders onthoofden en verdreef de bevolking (gevolgen).
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht:
Ga met je persoon die naast je zit samen een antwoord formuleren op de volgende vragen:
a: Leg met twee voorbeelden uit hoe de inter-Aziatische ruilhandel in elkaar zat.
b: Leg uit welke gevolgen deze handel voor de VOC had.
timer
5:00
Slide 16 - Tekstslide
Inter-Aziatische ruilhandel
Vanuit Europa Goud en zilver=> zijde, thee, porselein uit China=> in Japan zijde geruild tegen zilver=> uit India kwam katoen en rijst=> katoen en rijst in Indonesië geruild tegen specerijen.
Gevolgen: Meer producten zoals katoen, zijde, porselein, thee, rijst en specerijen naar de Republiek=> meer winst werd gemaakt per product en lagere kosten=> minder goud en zilver naar Azië.
Retourvaarten tussen Republiek, Batavia.
Slide 17 - Tekstslide
Je ziet een schilderij over de massamoord op de Banda eilanden door J.P. Coen. Leg met een voorbeeld uit de bron uit waarom dit past bij het beleid van de VOC als oorlogs- en handelsbedrijf.