zuurstof 2.0

Zuurstof
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zuurstof

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling

Slide 2 - Tekstslide

De luchtwegen transporteren de ingeademde lucht naar de longen. In de longblaasjes wordt zuurstof opgenomen en koolzuurgas uitgescheiden. In het bloed bevinden zich rode bloedcellen, die zorgen voor het transport van zuurstof naar de weefsels. 

Normaalwaarden ademhaling
Onderzoek Waarde Eenheid
Volwassenen in rust 8 – 20 per minuut
Volwassenen tachypnoe > 20 per minuut
Volwassenen bradypnoe < 8 per minuut
Neonaten (0 – 1 jaar) 30 – 40 per minuut
Kinderen (1 – 3 jaar) 23 – 35 per minuut
Kinderen (3 – 6 jaar) 20 – 30 per minuut
Kinderen (6 – 12 jaar) 18 – 26 per minuut
Kinderen (12 – 17 jaar) 12-20 per minuut

Gaswisseling

Slide 3 - Tekstslide

Gaswisseling:
Zuurstof O² opgenomen uit de lucht en koolzuurgas CO² afgegeven aan de lucht.

Gebeurt in de longblaasjes.

Zeer dunne wand, deze is doorlaatbaar voor gassen.

Zuurstof bindt zich aan hemoglobine in de rode bloedcellen.

Inademingslucht: 21% zuurstof  en 0,03 % koolstofdioxide (koolzuurgas) en 78% 
stikstof

Uitgeademde lucht:  16 procent zuurstof en 4 procent koolstofdioxide 78% stikstof
Tekort aan zuurstof door
  • onvoldoende longventilatie
  • verminderde longdiffusie
  • verminderde perfusie van de longen
  • koolmonoxidevergiftiging

Slide 4 - Tekstslide

Een arts schrijft zuurstof voor wanneer een zorgvrager te weinig zuurstof in het arteriële bloed heeft (hypoxemie). Bij hypoxemie bevatten de hemoglobinemoleculen onvoldoende zuurstof. Medische zuurstof is een geregistreerd medicijn en het toedienen ervan valt onder de risicovolle handelingen.
Zuurstof kan letterlijk lucht geven aan mensen die last hebben van benauwdheid. Maar niet iedere benauwde zorgvrager heeft baat bij zuurstof. Voordat zuurstof wordt toegediend, moet de oorzaak van de benauwdheid worden vastgesteld. De diagnose bepaalt de manier waarop de zorgvrager wordt behandeld.
Hoe kan je de zuurstof meten bij je zorgvrager?

Slide 5 - Woordweb

Het toedienen van zuurstof en het meten van de saturatie horen bij elkaar. Saturatiemeters worden gebruikt op alle afdelingen waar zuurstof wordt toegediend. Het doel van het meten van de saturatie is het bewaken van het zuurstofpercentage in de lichaamsweefsels.
De saturatie meet je bij volwassenen aan de vinger (komt het meest voor), de teen of het oor. De meetwaarde wordt uitgedrukt in procenten. 100% betekent dat de totale hoeveelheid hemoglobine verzadigd is.
De optimale waarde van de saturatie kan per zorgvrager variëren. Zorgvragers met chronische longaandoeningen zoals astma en COPD kunnen een lage zuurstofstofsaturatie hebben (soms minder dan 90%) zonder acute benauwdheidsklachten. Dit komt doordat het lichaam zich geleidelijk heeft aangepast aan het zuurstoftekort. Oudere mensen hebben over het algemeen ook lagere zuurstofsaturaties.
Stel daarom in overleg met de arts voor iedere zorgvrager die behandeld wordt met zuurstof vast wat het optimale zuurstofpercentage is voor de zorgvrager en bij welke (onder)waarde er overleg dient plaats te vinden met de arts. Leg dit vast in het dossier van de cliënt.
Welke zuurstofpercentages zijn acceptabel en wanneer moet je maatregelen nemen?
• Zuurstofpercentage tussen 96% - 100%: acceptabel bij gezonde mensen.
• Zuurstofpercentage tussen 92% - 100%: acceptabel bij COPD en hartfalen (i.o.m. arts).
• Zuurstofpercentage < 95%: toediening van zuurstof overwegen (i.o.m. arts).
• Zuurstofpercentage < 90%: desaturatie, zuurstof toedienen (i.o.m. arts).

Indicaties voor het meten van saturatie
  • Ontwennen/ afbouwen van beademing of zuurstof
  • Dyspnoe
  • Cyanose
  • Afwijkende ademhaling
  • Hoge of lage pols
  • Verandering bewustzijn

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem enkele verschijnselen bij zuurstofgebrek

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verschijnselen hypoxie
  • kortademig in rust en ook bij lichte inspanning
  • geen energie om iets te ondernemen 
  •  gebruik hulpademhalingsspieren 
  • sufheid, minder alert
  • vergeetachtigheid / verward
  • blauwe huidskleur van vingers, nagels , lippen 
  • hoge pols en ademhaling en RR
  • angstig 

Slide 8 - Tekstslide

Hypoxie is een conditie waarbij weefsels in het lichaam als geheel of in een bepaald deel van het lichaam niet voorzien worden van voldoende zuurstof

 Een zorgvrager met hypoxie wil het liefst
- wil het liefste rechtop zitten
... wil knellende kleding uitdoen
... kan niet praten en ademhalen tegelijk
... gebruikt hulpademhalingsspieren
... neusvleugelt
... heeft tekenen van cyanose
Voorbehouden en risicovol
  • altijd in opdracht vd arts schrijft ook aantal liters voor per minuut
  • gebruik maken van juiste middelen en materialen 
  • alert zijn bij COPD (ademdepressie)
  • zuurstof is brandbaar!
  • bij een cilinder; bereken de inhoud

Slide 9 - Tekstslide

Medische zuurstof is een geregistreerd medicijn en het toedienen ervan valt onder de risicovolle handelingen.
Wat is de formule van zuurstof berekenen ?
(hoe lang gaat een tank mee?)
A
inhoud x 60 minuten ----------------------------- druk x aantal liters/minuut
B
inhoud x druk ------------------------------------ aantal liters/minuut x 60 minuten
C
druk x aantal liters/minuut ------------------------------ inhoud x 60 minuten
D
aantal liters/minuut x 60 minuten -------------------------------------- inhoud x druk

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Aandachtspunten 
  • zorg voor comfortabele houding zorgvrager
  • bij meer dan 5 ltr dan lucht bevochtigen 
  • voorkomen van drukplekjes
  • gebruik geen vet/olie als zalf. NOOIT vaseline 
  • goede neus / mond verzorging
  • pas op met vuur / vonkjes 

Slide 11 - Tekstslide

Olie en vet kunnen door contact met zuivere zuurstof spontaan ontbranden. Gebruik geen vette gezichtcrème of lippenbalsem die vaseline 

Het doel van zuurstof bevochtigen is het voorkomen van uitdrogen van het slijmvlies van mond en/of keel
Zuurstofbronnen
  • Zuurstofcilinder


  • Concentrator


  • Vloeibaar zuurstof

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpmiddelen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige observatiepunten?
Huid en slijmvliezen: Goede controle & verzorging neus, mond en keel - Check op decubitus door neussonde of neusbril
Is toedienig effectief? Knik in slang? - Verstopping door slijm? - Ademt zorgvrager veel door de mond?
Zuurstofdosering te hoog of laag: Hoofdpijn - Hoge hartslag - Zweten - Bewustzijnsverlies - Hoge bloeddruk - Overmatige speekselafvloed

 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties 

  • ademdepressie
  • koolzuuropstapeling door onvoldoende O2 toevoer
  • O2 intoxicatie (bij beademing)
  • lucht in de maag (katheter te diep ingebracht)
  • weglekken O2 bij verkeerd hulpmiddel
  • droge neus / mond 
  • drukplekken 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Zuurstof is een voorbehouden handeling
2. Zuurstof is brandbaar
A
1 juist 2 onjuist
B
1 onjuist 2 juist
C
1 onjuist 2 onjuist
D
1 juist 2 juist

Slide 16 - Quizvraag

Zuurstof is zelf niet brandbaar, maar kan wel andere materialen zeer heftig laten branden

Medische zuurstof is een geregistreerd medicijn en het toedienen ervan valt onder de risicovolle handelingen
Hoeveel % zuurstof zit er in de lucht?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel zuurstof zit er in een cilinder van 40 liter waarvan de manometer op 100 BAR staat
A
400 liter
B
40.000 liter
C
4.000 liter
D
40 liter

Slide 18 - Quizvraag

bar x inhoud
Wanneer een zorgvrager zuurstoftekort heeft heet dit....
A
Hypoxie
B
Hyperpoxie
C
Apnoe
D
Dyspnoe

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist of onjuist: Luchtbevochtiging bij zuurstoftoediening vanaf 5 liter per minuut is noodzakelijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen van zuurstof

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mw de Kok gebruikt zuurstof: 2 liter per minuut. In haar kamer staat een cilinder met een inhoud van 40 liter. De manometer geeft 120 BAR aan. Hoe lang kan mw de Kok nog doen met deze zuurstofcilinder?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mw de Kok (2 liter per minuut) gaat met rolstoel op pad. Ze heeft een kleine cilinder van 2 liter, manometer 70 BAR. Hoe lang kan ze doen met deze kleine zuurstofcilinder?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je benoemt het doel, de werkwijze en de mogelijke complicaties bij het toedienen van zuurstof;
  2. Je benoemt de verschillende manieren (via zuurstofbril, -sonde en –masker) waarop zuurstof kan worden toegediend;
  3. Je benoemt de verschillende manieren waarop zuurstof kan worden aangeboden (zuurstofcilinder, -concentrator).

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Ga naar Zorgpad en klik door naar: 
Verpleegtechnische handelingen >> 9. Ademhaling, zuurstof en tracheacanule >>
Lees van Hoofdstuk 9 paragraaf 1 t/m 7.


Ga naar Zorgpad en klik door naar:
Verpleegtechnische handelingen >> 9. Ademhaling, zuurstof en tracheacanule >>
Bekijk de instructievideo's:
  • Zuurstof toedienen via zuurstof katheter (5:00);
  • Zuurstof toedienen via zuurstofbril (5:00);
  • Zuurstof toedienen via zuurstofmasker (5:00).

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies