Je krijgt vóór het SO twee formatieve toetsen (weging 0). Je cijfer staat in magister. Is het gemiddelde van die toets 6,0 of lager, dan heb je verplicht 1 cc-uur voor het SO.
Voor volgende week maandag leer je: §6.1 lesstof en begrippen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Formatieve toetsen
Je krijgt vóór het SO twee formatieve toetsen (weging 0). Je cijfer staat in magister. Is het gemiddelde van die toets 6,0 of lager, dan heb je verplicht 1 cc-uur voor het SO.
Voor volgende week maandag leer je: §6.1 lesstof en begrippen
Slide 1 - Tekstslide
Aan de slag:
Je maakt de formatieve toets via learnbeat. Je hebt 15 minuten de tijd.
Klaar? Lees in learnbeat de theorie van §6.2
Formatieve toets
timer
15:00
Slide 2 - Tekstslide
6.2 De zeespiegel stijgt
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
Je weet aan het einde van de les:
waarom de relatieve zeespiegel steeg
wat de verklaring is voor de afwisseling van basisveen, oude zeeklei, Hollandveen en jonge zeeklei
wat het verschil is tussen strandwallen, oude duinen en jonge duinen
wat de invloed van de zee was in drie perioden (afbeelding Nederland in het Holoceen)
Slide 4 - Tekstslide
Herhaling VWO 2
Relatieve zeespiegelstijging
= Zeespiegelstijging + bodemdaling
Waardoor stijgt de zeespiegel?
Smeltend landijs + uitzetten warmer zeewater
Slide 5 - Tekstslide
Klimaat warmt op, zeespiegel stijgt
Holoceen = 12.000 jaar geleden tot nu
Kenmerken:
warmer -> minder landijs -> hogere zeespiegel
kustlijn verschoof landinwaarts
transgressie = periode waarin de invloed van de zee toeneemt
Slide 6 - Tekstslide
Klimaat warmt op, zeespiegel stijgt
Twee reden (relatieve) zeespiegelstijging:
Smeltend landijs
Bodemdaling
Tijdens Pleistoceen: aardkorst Scandinavië wordt ingedrukt door het gewicht van het ijspakket
Daarna: aardkorst Scandinavië komt weer omhoog
Gevolg: bodem Noord-Nederland zakt in door wipwerking.
Basisveen: eerste laag die tijdens het Holoceen op de Pleistocene ondergrond kwam te liggen
Dus: Veen kwam bovenop zand en keileem uit het Pleistoceen
Slide 8 - Tekstslide
Waddenkust
Rond 3850 v.Chr.: einde aan landwaarts opschuiven kustlijn.
Ontstaan oude duinen:
Op de grens tussen land en zee ontstonden strandwallen
De wind kreeg vat op het droge zand
Het zand waaide het op tot duinen doordat het achter helmgras bleef liggen
Slide 9 - Tekstslide
Waddenkust
De zee hield via zeegaten toegang tot een binnenzee achter de strandwallen.
Getij: droogvallend met eb, onder water met vloed
-> ontstaan laag oude zeeklei door bezinken fijne kleideeltjes
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag:
Wat?
§6.2 Opdrachten: 1 t/m 4 1f en 1g niet maken
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen)
Hulp?
- Theorie ( = bovenin links)
- Atlas
- Docent
Klaar?
Lees de kopjes: 'Veenmoerassen' en 'Jongere afzettingen'
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof
Slide 11 - Tekstslide
De een-na laatste ijstijd heet het
A
Weichselien
B
Saalien
Slide 12 - Quizvraag
Tot waar kwam het ijs in de eerste fase van het Saalien?
A
Haarlem-Utrecht-Nijmegen
B
Texel-Coevorden
Slide 13 - Quizvraag
Wat werd er in de eerste fase van het Saalien afgezet?
A
Stuwwallen
B
Tongbekkens
C
Keileemkoppen
Slide 14 - Quizvraag
In welk gedeelte van Nederland werd er tijdens het Weichselien löss afgezet?
A
Groningen
B
Zuid-Holland
C
Limburg
D
Drenthe
Slide 15 - Quizvraag
Uit welke ijstijd komen zwerfkeien?
A
Saalien
B
Weichselien
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van morene?
A
Stuwwallen
B
Keileem
C
Tongbekkens
Slide 17 - Quizvraag
Het regiem was groot in het Pleistoceen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Wat werd er niet afgezet in het Weichselien?
A
Dekzand
B
Löss
C
Stuwwallen
Slide 19 - Quizvraag
In het Weichselien kwam het ijs niet in Nederland
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
De eerste afzetting in het Holoceen noem je
A
Oude duinen
B
Basisveen
C
Strandwallen
D
Oude zeeklei
Slide 21 - Quizvraag
Zet de begrippen in de juiste ontstaansvolgorde
1
2
3
Zandbanken
Oude duinen
Strandwallen
Slide 22 - Sleepvraag
Hoe noem je een periode waarin de invloed van zee toeneemt?
A
Transgressie
B
Regressie
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste oorzaak van de bodemdaling in het Holoceen, wat te maken heeft met het Pleistoceen?
Slide 24 - Open vraag
1. Bespreken samenvattingsvragen - pak deze erbij en verbeter foute antwoorden
2. Deel uitleg 6.2
3. Opdrachten 6.2
Slide 25 - Tekstslide
Vorige les
Start van het Holoceen Relatieve zeespiegelstijging Eerste drie afzettingen:
Basisveen
Oude duinen
Oude zeeklei
Slide 26 - Tekstslide
Veenmoerassen
Na 3850 v.Chr. schoof de kustlijn op naar het westen door een afname zeespiegelstijging.
Aan zee: lange, lage duinenrij
Gebied daarachter:
Minder invloed zout water
Natuurlijke omgeving (milieu) wordt steeds zoeter
Open water groeit dicht door plantengroei
Veenontwikkeling door het niet vergaan van plantenresten
Naam proces bij stap 3 en 4: verlanding Ontstaan van een dik veenpakket: Hollandveen
Slide 27 - Tekstslide
Veenmoerassen
Veengroei komt niet altijd door een stijgende zeespiegel. Veen kan ook ontstaan waar regenwater niet in de bodem kan zakken.
-> Door ondoorlatende lagen keileem of klei
Hoogveen = veen dat tijdens het ontstaan helemaal afhankelijk is van regenwater.
Laagveen = veen dat onder water is gevormd, onafhankelijk van regenwater.
Slide 28 - Tekstslide
Jongere afzettingen
Door stormen werden in Noord- en Zuidwest-Nederland:
Flinke happen veen weer weggeslagen
Nieuwe zeegaten gevormd
De overgebleven lagen veen bedekt door een nieuwe laag zand en klei: jonge zeeklei
Zandbanken voor de kust: afgebroken door de zee -> zand verder verplaatst door de wind -> blijft liggen achter helmgras -> nieuwe duinenrij: jonge duinen
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Aanslibbingskust
Meer zand wordt aangevoerd dan dat er wordt afgevoerd
= strand wordt groter + ontstaan strandwallen -> verhoging duinen
Afbraakkust
Grote kracht golven (vooral bij diep zeewater) De golven zijn in staat delen van de kust af te breken.
Golven beuken tegen de rotsen, waardoor gaten, grotten en bogen ontstaan.
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Aan de slag:
Wat?
§6.2 Opdrachten: 5 t/m 9
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen)
Hulp?
- Theorie ( = bovenin links)
- Atlas
- Docent
Klaar?
Lees 'Zeekleilandschap'
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof
Slide 33 - Tekstslide
Aan de slag:
Je maakt de formatieve toets via learnbeat. Je hebt 12 minuten de tijd.