Kaartje schrijven

een kaartje (of envelop) schrijven
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

een kaartje (of envelop) schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een kaartje?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Wie schrijft deze kaart?
Wat wil deze persoon vertellen?
Voor wie is deze kaart?
Waar woont deze 
persoon?

Slide 4 - Tekstslide

Voor wie is de kaart?
A
Johan
B
Nina

Slide 5 - Quizvraag

Wie schrijft deze kaart?
A
Johan
B
Nina

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het adres?
A
Gefeliciteerd met je verjaardag !
B
Veenmos 34
C
Johan Wennekes
D
Kampen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de postcode?
A
Kampen
B
Veenmos 34
C
Johan Wennekes
D
8265 HZ

Slide 8 - Quizvraag

Waar begin je mee?
A
Gefeliciteerd
B
Groetjes
C
Beste / Lieve
D
Kampen

Slide 9 - Quizvraag

Waarom stuur je deze kaart?
A
Gefeliciteerd met je verjaardag !
B
Groetjes van Nina
C
Johan Wennekes
D
Kampen Nederland

Slide 10 - Quizvraag

Wat schrijf je aan het einde?
A
Gefeliciteerd met je verjaardag !
B
Groetjes, Nina
C
Johan Wennekes
D
Nederland

Slide 11 - Quizvraag

verjaardag
overlijden ( = dood gaan)
baby geboren
ziek
trouwen

Slide 12 - Sleepvraag

gefeliciteerd
gecondoleerd
gefeliciteerd met de baby
beterschap
gefeliciteerd met jullie huwelijk

Slide 13 - Sleepvraag

Wat zeg je tegen je
opa en oma ?
A
Beste
B
Lieve

Slide 14 - Quizvraag

Wat zeg je tegen de
baas van de winkel ?
A
Beste
B
Lieve

Slide 15 - Quizvraag

Wat zeg je tegen je
vader of moeder ?
A
Beste
B
Lieve

Slide 16 - Quizvraag

Wat zeg je tegen je
buurman ?
A
Beste
B
Lieve

Slide 17 - Quizvraag

Wat zeg je tegen
de dokter ?
A
Beste
B
Lieve

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide