taal, thema 2, les 6

Thema 2, les 6
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Thema 2, les 6

Slide 1 - Tekstslide

Doel: Je leert de betekenis van 12 themawoorden rondom het thema sport

Slide 2 - Tekstslide

Welk woord past in de plaats van de woorden in hoofdletters?
1. Jeroen doet OP EEN OVERDREVEN MANIER zijn best tijdens het voetballen.
A
heeft geen interesse in
B
slooft zich uit
C
mekkert
D
troeft hem af

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord past in de plaats van de woorden in hoofdletters?
Zijn moeder roept: "ALS HET AAN MIJ LIGT, worden jullie kampioen!"
Tekst
A
heeft geen interesse in
B
wat mij betreft
C
mekkert
D
troeft hem af

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord past in de plaats van de woorden in hoofdletters?
Een vader ZEURT tegen zijn zoon.
A
mekkert
B
troeft hem af
C
heeft geen interesse
D
slooft zich uit

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord past in de plaats van de woorden in hoofdletters?
De zoon WIL NIET VEEL WETEN van het spel.
A
mekkert
B
troeft hem af
C
heeft geen interesse in
D
slooft zich uit

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord past in de plaats van de woorden in hoofdletters?
De tegenstander wil passeren, maar Jeroen PAKT DE BAL AF.
A
heeft geen interesse in
B
slooft zich uit
C
mekkert
D
troeft hem af

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht 2: Kijk naar de gekleurde woorden in zin 1. Welk woord uit de woordenlijst betekent hetzelfde?

Slide 8 - Open vraag

Opdracht 2: Kijk naar de gekleurde woorden in zin 2. Welk woord uit de woordenlijst betekent hetzelfde?

Slide 9 - Open vraag

Opdracht 2: Kijk naar de gekleurde woorden in zin 3. Welk woord uit de woordenlijst betekent hetzelfde?

Slide 10 - Open vraag

Opdracht 2: Kijk naar de gekleurde woorden in zin 4. Welk woord uit de woordenlijst betekent hetzelfde?

Slide 11 - Open vraag

Opdracht 2: Kijk naar de gekleurde woorden in zin 5. Welk woord uit de woordenlijst betekent hetzelfde?

Slide 12 - Open vraag

Opdracht 2: Kijk naar de gekleurde woorden in zin 6. Welk woord uit de woordenlijst betekent hetzelfde?

Slide 13 - Open vraag

Opdracht 2: Kijk naar de gekleurde woorden in zin 7. Welk woord uit de woordenlijst betekent hetzelfde?

Slide 14 - Open vraag

Welk woord past niet in de rij?
aandacht - gapen - de interesse

Slide 15 - Open vraag

Welk woord past niet in de rij?
zwijgen - vragen - mekkeren

Slide 16 - Open vraag

Welk woord past niet in de rij?
terechtwijzen - iemand aftroeven - aannemen

Slide 17 - Open vraag

Welk woord past niet in de rij?
persoonlijk - wat mij betreft - volgens de buurman

Slide 18 - Open vraag