3.1 wat is de vraag?

Welkom
Welkom! 
Telefoons in de telefoontas!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Welkom! 
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen deze les?


  • Uitleg 3.1
  • Opdrachten bespreken
  • Maken opdrachten 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 3.1
  • Uitleggen wat het verschil is tussen concrete en abstracte markt
  • Uitleggen dat de betalingsbereidheid verschillend is bij verschillende prijzen.
  • De vraaglijn tekenen en de vraagfunctie opstellen.
  • Uitleggen welke factoren invloed hebben op de vraag en hoe de vraaglijn kan verschuiven.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een markt?
  • Markt: geheel van vraag naar en aanbod van een product. Doordat vraag en aanbod samen komen ontstaat er een prijs.
  • Welke 'kanten' zijn er bij een markt?
  • Vragers: consumenten die de goederen/diensten kopen.
  • Aanbieders: producenten (bedrijven) die goederen/diensten produceren.


Slide 4 - Tekstslide

Stel je gaat een product kopen in een winkel. Ben jij dan een vrager of een aanbieder?
A
Vrager
B
Aanbieder

Slide 5 - Quizvraag

Concrete vs abstracte markt

Slide 6 - Tekstslide

Op de ........... markt worden op afgesproken plaatsen goederen verhandeld.

De ......... markt is het geheel van de vraag naar en het aanbod van een product.
A
abstracte markt / concrete markt
B
concrete markt / abstracte markt

Slide 7 - Quizvraag

0

Slide 8 - Video

Vraagfactoren
Hoeveel er wordt gevraagd van een product wordt niet alleen bepaald door de prijs!
Er zijn meer vraagfactoren: factoren die invloed hebben op de vraag
  • Hoogte inkomen van de vragers
  • Behoeften en voorkeuren van de vragers
  • Prijs van andere producten

Slide 9 - Tekstslide

Verbanden leggen
  1. Wat gebeurt er met de vraag naar een product als de prijs stijgt?
  2. Als de prijs stijgt, daalt de vraag
  3. Als de prijs daalt, wat gebeurt er dan met de vraag?
  4. Als de prijs daalt, stijgt de vraag

  • Er is een negatief verband tussen de prijs en de vraag 

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk
Bekijk op blz. 68 de groene en paarse vlakken met de theorie
Hoe reken je met een vraagfunctie?
Hoe teken je een vraaglijn?

Hoe? In stilte
Hoelang: 1 minuut




timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Vraaglijn
Vraaglijn: geeft weer hoeveel er wordt gevraagd van een product bij verschillende prijzen

Voorbeeld vraagfunctie: Qv = -20P + 100
Qv = aantal gevraagde producten
P = de prijs van het product in euro’s

  • Hoe zien we het negatieve verband terug?
  • Hoeveel producten worden er gevraagd als de prijs € 2 is?


Slide 12 - Tekstslide

Qv = -20P + 100
  •  Als P = 0 --> Qv = 100
  • Als Qv = 0 --> 

  • 0 = -20P + 100
  • 20P = 100 
  • P = 100 / 20 = € 5
  • Betalingsbereidheid: prijs die vragers maximaal bereid zijn te betalen

Slide 13 - Tekstslide

Oefening
Vraagfunctie: Qv = -5P + 200

  • Wat is Qv bij P = 0?
  • Wat is Qv bij P = 10?
  • Wat is P bij Qv = 0?
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

P = 0

Qv = -5 x 0 + 200 = 200

P = 10

Qv = -5 x 10 - 200
Qv = -50 - 200
Qv = 150
Qv = 0

0 = -5P + 200
5P = 200
200 / 5 = 40

Wat is de betalingsbereidheid?

Slide 15 - Tekstslide

Ga aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 14 van paragraaf 3.1

Tijd: tot 2 minuten voor het einde van de les. 

Slide 16 - Tekstslide