Metriekstelsel 2_Instructie km tm mm

Waar denk je aan bij een
kilometer
1 / 29
volgende
Slide 1: Open vraag
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Waar denk je aan bij een
kilometer

Slide 1 - Open vraag

Waar denk je aan bij een
hectometer

Slide 2 - Open vraag

Waar denk je aan bij een
decameter

Slide 3 - Open vraag

Waar denk je aan bij een
meter

Slide 4 - Open vraag

Waar denk je aan bij een
decimeter

Slide 5 - Open vraag

Waar denk je aan bij een
centimeter

Slide 6 - Open vraag

Waar denk je aan bij een
millimeter

Slide 7 - Open vraag

METRIEKSTELSEL

Slide 8 - Tekstslide

Wat komt na:
kilometer

Slide 9 - Open vraag

Wat komt na:
hectometer

Slide 10 - Open vraag

Wat komt na:
decameter

Slide 11 - Open vraag

Wat komt na:
meter

Slide 12 - Open vraag

Wat komt na:
decimeter

Slide 13 - Open vraag

Wat komt na:
centimeter

Slide 14 - Open vraag

Wat komt na:
millimeter

Slide 15 - Open vraag

METRIEKSTELSEL
Stap 1: Waar sta ik? (Wijs aan op je hand)
Stap 2: Tel (op je vingers) door tot aan de maat dat je moet hebben (kan ik eventueel afkorten?).
Stap 3: Hoeveel nullen komen er dus bij/ gaan er dus af?
Stap 4: Controleer je antwoord

Voorbeelden: 4 km = _______ cm              300.000 mm= _______ hm

Slide 16 - Tekstslide

10 km = _____ dm
timer
0:40

Slide 17 - Open vraag

5.000 dm = _____ dam
timer
0:40

Slide 18 - Open vraag

2 hm = _____ dm
timer
0:40

Slide 19 - Open vraag

70 m = _____ dm
timer
0:40

Slide 20 - Open vraag

60 m = _____ mm
timer
0:40

Slide 21 - Open vraag

6 km = _____ dam
timer
0:40

Slide 22 - Open vraag

5.000 m = _____ hm
timer
0:40

Slide 23 - Open vraag

8.000 m = _____ km
timer
0:40

Slide 24 - Open vraag

2 hm = _____ dm
timer
0:40

Slide 25 - Open vraag

500.000 mm = _____ hm
timer
0:40

Slide 26 - Open vraag

6.000 dm = _____ dam
timer
0:40

Slide 27 - Open vraag

Ik wil extra uitleg over het omzetten van de maten km <-> mm
A
JA
B
NEE

Slide 28 - Quizvraag

Hoe hebben
we gewerkt?

Slide 29 - Woordweb