Les 4 en 5

Introductieles Theater 20e eeuw
En een stukje theatergeschiedenis
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingKunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Introductieles Theater 20e eeuw
En een stukje theatergeschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze deeltaak:
  • Kennismaking met theater uit de 20e eeuw.
  • Reflecteren, het kritisch beschouwen van je eigen voelen, denken en handelen.
  • Maak kennis met Berthold Brecht
  • Definieer en herken episch theater.
  • Speel en maak een eindscene.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
  • Duik in de theatergeschiedenis, met het behandelen van de Grieken (Havo 3)

Slide 3 - Tekstslide

We maken in deze deeltaak een sprong van de Grieken naar de 20e eeuw.

Slide 4 - Tekstslide

Theater in de oudheid en de Medea van Euripides (500 voor Christus)
  • Belangrijkste 3 tragedieschrijvers: Aeyschylos (Oresteia), Sophocles (Koning Oidipus) , Euripides (de Medea)
  • Euripides was de jongste en minst religieus. Goden spelen nauwelijks een rol. Aardse zaken des te meer. Keuze en eigen wil nu van belang, niet het lot dat goden bepalen.
  • Theaterfestivals duurden 3 dagen, ter eren van God Dyonisos. Tragedies werden afgewisseld met een comedie. Tragedie bestond uit 5 bedrijven met een proloog en een epiloog
  • Theater was voor iedereen. De mythes werden herkend, het toneelstuk was echter nieuw en speciaal voor dit festival geschreven.
  • Hoe zijn deze stukken overgeleverd denken jullie? Wat zegt dat over de kwaliteit van de overgeleverde toneelstukken?

Slide 5 - Tekstslide

theatergebouw oudheid
  • buitenlucht (gewelfbouw bij Romeinen)
  • alleen mannen
  • bloederige scènes d.m.v. bodeverhaal (geen special effects!)
  • maskers voor verschillende personages en emoties.
  • Tragedie volgens vast patroon
  • proscenium, podium, scaenae, parodos, orchestra, cavae (tribune)

Slide 6 - Tekstslide

Medea
Het verhaal van Euripides: 
De prinses Medea ontvlucht met de held Iason haar thuisland, waar zij in hun vlucht haar broer heeft vermoord. Ze kan dus nooit meer terug. Iason en Medea trouwen en krijgen twee kinderen. Ze leven gelukkig, totdat Iason besluit dat er voor hem een betere huwelijkskandidaat is. Hij verlaat Medea en hun kinderen en trouwt met een andere prinses. Uit wraak vermoordt Medea zijn nieuwe vrouw én hun eigen kinderen. 



Slide 7 - Tekstslide

Medea ( in de beeldende kunst)
SANDYS 
(19e eeuw)
Hoe herkennen wij MEDEA?

Argonautenschip
Colchos--> vreemd land
attributen van tovenares
bloedkoralen
fatale blik

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Fragment: Medea - ITA
Het moderne verhaal van International Theater Amsterdam:
De succesvolle arts Anna probeert haar leven na een gedwongen opsluiting weer op de rails te krijgen. Na een mislukte poging haar echtgenoot Lucas te vergiftigen en haar herstel in de psychiatrie, is ze vastbesloten haar gezin weer bij elkaar te brengen. Ze is bereid Lucas zijn affaire met de jonge Clara te vergeven en wil er alles aan doen om samen aan een nieuwe toekomst te bouwen. Al snel blijken haar verwachtingen niet te sporen met die van de mensen om haar heen. Alles wat haar dierbaar is, dreigt ze te verliezen: haar man, haar kinderen, haar carrière. De gedroomde nieuwe start in haar leven wordt een afdaling in de duistere hoeken van haar geest.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Link

Stromingen en speelstijlen
De eerste helft van de 19de eeuw wordt gekenmerkt door de romantiek. In die periode was er geen vernieuwing op het podium. 

In de tweede helft van de 19de eeuw ontstaat echter een nieuwe stroming: het realisme. Later (vanaf 1880) vloeit daaruit het naturalisme voort. Beide stromingen bestaan vandaag nog. 

Slide 13 - Tekstslide

Naturalistisch theater
Iets later dan de naturalistische roman, ontwikkelde zich het naturalistische theater. Hierin werd getracht de perfecte illusie van de realiteit weer te geven door dramatische en theatrale strategieën: gedetailleerd en driedimensionaal decor, prozaïsche en alledaagse dialogen, afwezigheid van fantastische (bovennatuurlijke) of exotische elementen, krachten en locaties, en de aandacht voor sociale achtergrond. Vooral in Frankrijk, Duitsland, Rusland en Scandinavië werd er geëxperimenteerd met naturalistisch theater.
Bekende toneelschrijvers zijn Ibsen en Tjechov.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe kijk je naar theater?
Theatrale middelen:
1.  Voorstelling: de inhoud van het theaterstuk  adhv de Spelgegevens.
2. Enscenering; 
oa. Mise-en-scène.
3 Theatervormgeving. ( 7 materiële vormgevingsmiddelen)
4. Lichaam: mimiek en fysiek (= houding en beweging)
5. Stemgebruik.
6. Speelstijl.


Slide 15 - Tekstslide

Theatrale middelen
Theatrale middelen geven het verhaal vorm:
  • Ondersteunen het spel van de acteurs
  • Hebben een symbolische functie: achterliggende betekenis

Slide 16 - Tekstslide

Theatrale middelen

- spelgegevens
-  materiële vormgevingsmiddelen
- enscenering
Theatrale middelen

Slide 17 - Tekstslide

opdracht
Rol
Verhaal / Actie
Ruimte/ Plaats
Tijd
Motief
Waar
Wie
Wat
(Handeling / conflict)
Waarom
Wanneer

Slide 18 - Sleepvraag

Spelgegevens:
- Rol
- Actie/ verhaal
- Ruimte/plaats
- Tijd
- Motief

Slide 19 - Tekstslide


7
Vormgevingsmiddelen


Decor 
Rekwisieten / attributen
Kostuums 
Kap en grime
Licht
Muziek (geluidseffecten)
Audiovisueel (beeld)

Slide 20 - Tekstslide

Theatrale middelen:
Spelgegevens:



7 materiële  vormgevingsmiddelen:




Enscenering:
- 5 W's

- decor
- attributen
-kostumering
- kap en grime
- licht
- muziek
- audiovisueel
- mise-en-scène
- vormgeving (plaatsing)

Slide 21 - Tekstslide

      BRECHT IS 


OVER BRECHT, EPISCH THEATER EN HET 
VERFREMDUNGSEFFEKT.

Slide 22 - Tekstslide

1. BERTOLD BRECHT

Slide 23 - Tekstslide

BERTOLD BRECHT
(1898 - 1956)


Eugen Berthold Friedrich (Bertolt) Brecht (Augsburg, 10 februari 1898 – Berlijn, 14 augustus 1956) was een Duits toneelschrijver, dichter, regisseur en literair criticus. Brecht heeft een grote invloed gehad op het theater in Duitsland en is de grondlegger van het episch theater. Bij episch theater wordt het publiek meer aangesproken op het verstand dan op de emotie en worden technieken gecreëerd om de afstand tussen het publiek en de personages te brengen. Voor zijn tijd was dit een heel vernieuwend begrip. Zijn bekendste werk is de Driestuiversopera.

Slide 24 - Tekstslide

BERTOLD BRECHT
(1898 - 1956)


Eugen Berthold Friedrich (Bertolt) Brecht (Augsburg, 10 februari 1898 – Berlijn, 14 augustus 1956) was een Duits toneelschrijver, dichter, regisseur en literair criticus. Brecht heeft een grote invloed gehad op het theater in Duitsland en is de grondlegger van het episch theater. Bij episch theater wordt het publiek meer aangesproken op het verstand dan op de emotie en worden technieken gecreëerd om de afstand tussen het publiek en de personages te brengen. Voor zijn tijd was dit een heel vernieuwend begrip. Zijn bekendste werk is de Driestuiversopera.

Slide 25 - Tekstslide

BERTOLD BRECHT
(1898 - 1956)


Eugen Berthold Friedrich (Bertolt) Brecht (Augsburg, 10 februari 1898 – Berlijn, 14 augustus 1956) was een Duits toneelschrijver, dichter, regisseur en literair criticus. Brecht heeft een grote invloed gehad op het theater in Duitsland en is de grondlegger van het episch theater. Bij episch theater wordt het publiek meer aangesproken op het verstand dan op de emotie en worden technieken gecreëerd om de afstand tussen het publiek en de personages te brengen. Voor zijn tijd was dit een heel vernieuwend begrip. Zijn bekendste werk is de Driestuiversopera.
vb Dreigrosseroper toen....

Slide 26 - Tekstslide

2. EPISCH THEATER

Slide 27 - Tekstslide

BERTOLD BRECHT
(1898 - 1956)


Eugen Berthold Friedrich (Bertolt) Brecht (Augsburg, 10 februari 1898 – Berlijn, 14 augustus 1956) was een Duits toneelschrijver, dichter, regisseur en literair criticus. Brecht heeft een grote invloed gehad op het theater in Duitsland en is de grondlegger van het episch theater. Bij episch theater wordt het publiek meer aangesproken op het verstand dan op de emotie en worden technieken gecreëerd om de afstand tussen het publiek en de personages te brengen. Voor zijn tijd was dit een heel vernieuwend begrip. Zijn bekendste werk is de Driestuiversopera.
WAT IS EPISCH THEATER?
Episch theater is verhalend theater en wordt ook wel het theater van de vervreemding of politiek theater genoemd.
Volgens Brecht en andere toneelschrijvers moest het theater over meer gaan dan enkel vermaak. Theater moest volgens hem inzicht geven, vooral over de maatschappelijke en politieke situatie. Hierdoor kon theater de wereld veranderen. Net als Stanislavski heeft Brecht een hekel aan oppervlakkig theater – het melodrama. Maar in tegenstelling tot Stanislavski gaat Brecht richting de surrealisme.  

Slide 28 - Tekstslide

BERTOLD BRECHT
(1898 - 1956)


Eugen Berthold Friedrich (Bertolt) Brecht (Augsburg, 10 februari 1898 – Berlijn, 14 augustus 1956) was een Duits toneelschrijver, dichter, regisseur en literair criticus. Brecht heeft een grote invloed gehad op het theater in Duitsland en is de grondlegger van het episch theater. Bij episch theater wordt het publiek meer aangesproken op het verstand dan op de emotie en worden technieken gecreëerd om de afstand tussen het publiek en de personages te brengen. Voor zijn tijd was dit een heel vernieuwend begrip. Zijn bekendste werk is de Driestuiversopera.
vb Episch theater

Slide 29 - Tekstslide

Kenmerken van Episch Theater

  • Geen emotie maar ratio.
  • (Vertel) theater, eigen invulling.
  • Bewust maken menselijke en maatschappelijke verhoudingen.
  • De mens maakt de maatschappij en kan deze dus ook veranderen.
  • Maatschappelijke en menselijke relaties in ruwheid tonen.
  • Niet doen alsof (bv overmatige lichteffecten)
  • Vragen over de maatschappij
  • Vervreemdingseffect

Slide 30 - Tekstslide

3.VERFREMDUNGEFFEKT

Slide 31 - Tekstslide

Omdat Brecht niet wil dat zijn publiek te zeer emotioneel opgaat in zijn theater, creëert hij de theorie van de vervreemding (Verfremdungseffekt). Hij bereikt die vervreemding door allerlei technieken toe te passen. Zo ontdoet hij de opeenvolging van scènes van elke logica (de opeenvolging van scènes doet er niet toe) en laat hij decors veranderen voor de ogen van het publiek. Daarmee is het voortdurend duidelijk dat ze naar toneel kijken. Ook moeten de spelers bewust afstand houden van hun rol, ze mogen zich niet te zeer inleven. In tegenstelling tot method acting (bekend uit de VS en ontwikkeld door Lee Strasberg) stellen Brechts spelers zich afstandelijk op 


Omdat Brecht niet wil dat zijn publiek te zeer emotioneel opgaat in zijn theater, creëert hij de theorie van de vervreemding (Verfremdungseffekt). Hij bereikt die vervreemding door allerlei technieken toe te passen. Zo ontdoet hij de opeenvolging van scènes van elke logica (de opeenvolging van scènes doet er niet toe) en laat hij decors veranderen voor de ogen van het publiek. Daarmee is het voortdurend duidelijk dat ze naar toneel kijken. Ook moeten de spelers bewust afstand houden van hun rol, ze mogen zich niet te zeer inleven. In tegenstelling tot method acting (bekend uit de VS en ontwikkeld door Lee Strasberg) stellen Brechts spelers zich afstandelijk op en analyseren hun rol of de situatie zo nu en dan, waarbij ze het publiek direct aanspreken. Ook maakt hij regelmatig gebruik van een verteller die tussen scènes door de situatie op het toneel beschouwt, verduidelijkt en vragen opwerpt. Al deze technieken zijn op zich niet nieuw: de verteller is een moderne toepassing van het koor in de Griekse tragedies en Brecht haalde voor andere Verfremdungstechnieken zijn inspiratie uit de commedia dell'arte en het oosterse theater. Zijn grote verdienste is dat hij deze technieken met een revolutionair doel toepaste.
Wat is Vervreemding (verfremdungseffekt)?

Slide 32 - Tekstslide

VERVREEMDINGSTECHNIEKEN

  • Doorbreken vierde wand ( tegen publiek praten).
  • Decor en kostuum wissel op het toneel ( laten zien).
  • Gebruik van Muziek en Video
  • In de derde persoon praten.
  • Grime en kostuum zijn abstract.
  • Muziek en licht zijn contra de sfeer van het verhaal.
  • Lied en dans inzetten om de illusie te verstoren.
  • Verteller inbrengen.
  • Regieaanwijzingen tijdens de voorstelling.
  •  

Slide 33 - Tekstslide

OPDRACHT 1
KIJK DE VIDEO EN BESPREEK MET DE KLAS: 
WELKE VERVREEMDINGS TECHNIEKEN HEB JE GEZIEN?

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

OPDRACHT 2 

  • Kies een artikel uit de krant/media waar jullie het mee eens of juist mee oneens zijn.
  • Zorg dat je daarover een duidelijke mening hebt.
  • Ontwerp een scene waarin de gebeurtenis/inhoud uit het kranten(media) artikel centraal staat. Jullie moeten het publiek overtuigen van jullie mening. Zet hiervoor de vervreemdingstechnieken in.
  • Zorg voor een titel, een goed begin, midden en einde. 

Slide 36 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Het doorbreken van de 4e wand
Maak een scène, van ongeveer 1 minuut over een ontmoeting. 
Deze scène moet herhaalbaar zijn.
Speel de scène 2x. 1x "gewoon" ingeleefd. De tweede keer met een vervreemdingstechniek (doorbreken van de 4e wand)

Slide 37 - Tekstslide