Vitaal les 4

Vitaal les 5. Ik kan er niet mee stoppen.
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Vitaal les 5. Ik kan er niet mee stoppen.

Slide 1 - Tekstslide

Belangrijk deze les
  • We luisteren naar elkaar;
  • We respecteren elkaars mening;
  •  Als je als student ergens over wilt praten, weet dan waar je terecht kunt. Vraag het aan je docent. 

Slide 2 - Tekstslide

Waar ging de les van vorige week over?

Slide 3 - Open vraag

Heb je afgelopen week nog iets actueels voorbij zien komen?

Slide 4 - Open vraag

Lesdoelen
1. De student weet aan het eind van deze les welke soorten verslavingen er zijn.
2. De student weet aan het eind van deze les hoe hij/zij een verslaving kan voorkomen.
3. De student heeft aan het einde van de les informatie gekregen over het omgaan en stoppen met een verslaving.

Slide 5 - Tekstslide

Welke verslavingen
zijn er allemaal?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Wat valt jou op aan het artikel? Wat vind jij ervan?

Slide 8 - Open vraag

Verslaafd aan....
Middelen- en gedragsverslavingen.

Mensen met verslaving verliezen de controle over hun leven.
Alles draait om het middel en hoe dit te krijgen.

Je omgeving kan een verslaving veroorzaken: bijvoorbeeld doordat 
je met mensen omgaat die drank/drugs gebruiken en jou overhalen dit ook te gaan doen.

Ontwenningsverschijnselen (reactie van het lichaam als het middel 'op' is).

Zorgen slecht voor zichzelf, doen de mensen die van hun houden veel pijn.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat zie je in het filmpje gebeuren?

Slide 11 - Open vraag

Stellingen
We gaan een aantal stellingen behandelen. Je vult zelf in wat jij ervan vindt. 

Let op: jouw mening moet een argument hebben. 

Slide 12 - Tekstslide

Stelling 1: Een beetje experimenteren moet kunnen.

Slide 13 - Open vraag

Stelling 2: Verslaafd raken, dat gebeurt mij niet.

Slide 14 - Open vraag

Hoe reageert jouw brein op drugs?
Elke drugs heeft een andere werking op je brein en geeft verschillende effecten. 

De drugs beïnvloedt de signalen die naar je brein worden verstuurd.

Drugs is intoxicatie (vergiftiging) van je lichaam.

"uppers en downers"

Alle drugs is schadelijk voor je brein. Je raakt niet alleen 
lichamelijk maar ook mentaal verslaafd aan een middel. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Quiz
We gaan een quiz spelen over verschillende soorten verslavingen. Na elke vraag bespreken we kort het antwoord. 

Slide 17 - Tekstslide

Er gaan meer mensen dood aan alcoholverslaving dan aan drugsverslaving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Als je elke maand een staatslot koopt, ben je gokverslaafd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Het aantal mensen met een koopverslaving stijgt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Door opkomst van internetporno kampen steeds meer Nederlanders met een seksverslaving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel procent van de 18-24 jarigen heeft ooit last gehad van alcoholmisbruik?
A
7%
B
11%
C
18%
D
26%

Slide 22 - Quizvraag

Wat is alcoholmisbruik?
Er is sprake van alcoholmisbruik als je negatieve gevolgen van alcohol merkt. Alcoholmisbruik blijkt uit minstens 1 van de volgende 4 criteria:

  • Herhaaldelijk alcohol drinken met als gevolg dat het niet meer lukt om te voldoen aan verplichtingen op het werk, school of thuis.
  • Herhaaldelijk alcohol drinken in situaties waarin dit fysiek gevaarlijk is (bijvoorbeeld autorijden).
  • Door het gebruik van alcohol in aanraking gekomen met justitie.
  • Alcohol blijven drinken, ondanks dat daardoor een probleem ontstaat (sociaal, beroepsmatig, psychisch of lichamelijk). 

Slide 23 - Tekstslide

Gameverslaving is schadelijk voor je gezondheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Tijdens het afkicken van blowen kun je somber en angstig worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Mannen die alcohol gedronken hebben komen moeilijker klaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Als je vaak veel drinkt, kun je steeds beter tegen alcohol.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Hoe lang doet je lever gemiddeld over de afbraak van 1 standaardglas alcohol?
A
30 minuten
B
1 à 1,5 uur
C
2 uur

Slide 28 - Quizvraag

In Nederland maakt alcohol meer slachtoffers dan roken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Hoeveel mensen zijn er aan de harddrugs in Nederland?
A
5.000 tot 10.000
B
10.000 tot 20.000
C
20.000 tot 30.000
D
30.000 tot 40.000

Slide 30 - Quizvraag

XTC-pillen worden steeds sterker en heftiger qua uitwerking.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

De meest gebruikte drug onder jongeren is XTC.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

XTC-gebruik 
Doordat XTC veel media-aandacht krijgt, lijkt het soms alsof iedereen XTC gebruikt. Dat klopt niet: de meeste jongeren nemen nooit XTC. Onder jongeren die veel naar festivals en dancefeesten gaan, is wel een grote groep XTC-gebruikers. Daarom denken jongeren soms dat iedereen wel eens een pilletje slikt. Hierdoor kan de drempel lager worden om zelf te gebruiken. Maar feit is: de meeste jongeren gebruiken niet.

Bron: https://www.drugsinfo.nl/xtc/xtc-gebruik-normaler-onder-jongeren 

Slide 33 - Tekstslide


Bron: https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/artikel/5161419/lachgas-veroorzaakte-al-64-dwarslaesies-sommigen-nemen-100-ballonnen

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Bij wie en waar kun je terecht?

Slide 37 - Tekstslide

Lesdoelen
1. De student weet aan het eind van deze les welke soorten verslavingen er zijn.
2. De student weet aan het eind van deze les hoe hij/zij een verslaving kan voorkomen.
3. De student heeft aan het einde van de les informatie gekregen over het omgaan en stoppen met een verslaving.

Slide 38 - Tekstslide

Wat heb jij deze les geleerd?

Slide 39 - Open vraag

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Slide 41 - Link