Grammatica 2

Grammatica 2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica 2

Slide 1 - Tekstslide

Neem de zin over. Zet zinsdeelstrepen. Schrijf op hoe je het zinsdeel noemt (pv, wwg, ons, lv).

De leraar |geeft |vandaag |duidelijk les |aan de klas over grammatica.
pv = geeft
wwg = geeft
ond = de leraar
lv = duidelijk les

Slide 2 - Open vraag

Neem de zin over. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen. Schrijf onder de zinsdelen hoe je het zinsdeel noemt (pv, wwg, ons, lv).

Mijn broer koopt morgen een nieuwe telefoon in de stad.


Slide 3 - Open vraag

Neem de zin over. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen. Schrijf onder de zinsdelen hoe je het zinsdeel noemt (pv, wwg, ons, lv).

Lisa leest elke avond een spannend boek.


Slide 4 - Open vraag

Neem de zin over. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen. Schrijf onder de zinsdelen hoe je het zinsdeel noemt (pv, wwg, ons, lv).

De leerlingen maken samen een moeilijke opdracht in de les.


Slide 5 - Open vraag

Neem de zin over. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen. Schrijf onder de zinsdelen hoe je het zinsdeel noemt (pv, wwg, ons, lv).

Mijn moeder bakt in het weekend een lekkere taart voor de visite.


Slide 6 - Open vraag

Neem de zin over. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen. Schrijf onder de zinsdelen hoe je het zinsdeel noemt (pv, wwg, ons, lv).

De docent stelt tijdens de uitleg een interessante vraag aan de klas.


Slide 7 - Open vraag

Neem de zin over. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen. Schrijf onder de zinsdelen hoe je het zinsdeel noemt (pv, wwg, ons, lv).

Mijn vader verft deze zomer de houten schutting van de tuin.


Slide 8 - Open vraag

Neem de zin over. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen. Schrijf onder de zinsdelen hoe je het zinsdeel noemt (pv, wwg, ons, lv).

Wij kijken vanavond een spannende film op Netflix.


Slide 9 - Open vraag

Neem de zin over. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen. Schrijf onder de zinsdelen hoe je het zinsdeel noemt (pv, wwg, ons, lv).

De kapper knipt morgen het lange haar van mijn broertje.


Slide 10 - Open vraag

Neem de zin over. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen. Schrijf onder de zinsdelen hoe je het zinsdeel noemt (pv, wwg, ons, lv).

De kok bereidt in de keuken een heerlijke maaltijd voor de gasten.


Slide 11 - Open vraag

Neem de zin over. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen. Schrijf onder de zinsdelen hoe je het zinsdeel noemt (pv, wwg, ons, lv).

Jeroen stuurt elke dag een grappig bericht naar zijn beste vriend.


Slide 12 - Open vraag