BESPREKING OPDRACHT 1 (32-33)
De meeste romeinen zagen het christendom als een joodse..1.., maar sommige stonden wel ..2.. tegenover deze nieuwe religie. Vooral de ..3.. van christenen, waarin veel nadruk lag op ..4.., sprak velen aan. Het christelijke idee dat er maar ..5.. God zou zijn die geen ..6.. verlangde, ws vreemd voor de Romeinen.
Ook begrepen velen niet waarom christenen hun ..7.. delen met anderen. Maar het gekste vonden ze dat je iemand vereert die ..8.. was. Dat was immers de straf voor een ..9..
Over de ..10.. van christenen deden allerlei ..11.. de ronde, bijvoorbeeld dat ze het ..12.. aten en het ..13.. dronken van Jezus. Maar de christenen hielden elke zondag een ..14.. , waarbij zij herdachten dat Jezus was ..15.. en weer ..16.. uit de dood.
Een voorwaarde om dit ritueel te mogen bijwonen, was dat iemand eerst ..17.. moest zijn. In het dagelijks leven weigerden de christenen de keizer als ..18.. te vereren of dienst te doen in het ...19..
Daardoor zag de Romeinse overheid hen soms als ..20.. en liepen ze het risico vervolgd te worden.