Lezen 5, les 3 (tekstdoelen)

Lezen 5, les 3
  • Lezen (10 min)
  • Huiswerk en aanwezigheid controleren (3 min)
  • Lesdoelen (2 min)
  • Bespreken huiswerk (10 min)
  • Uitleg tekstdoelen, tekstsoorten en doelgroep (10 min)
  • Opdracht tekstdoelen en tekstsoorten (niet af = huiswerk) (20 min)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lezen 5, les 3
  • Lezen (10 min)
  • Huiswerk en aanwezigheid controleren (3 min)
  • Lesdoelen (2 min)
  • Bespreken huiswerk (10 min)
  • Uitleg tekstdoelen, tekstsoorten en doelgroep (10 min)
  • Opdracht tekstdoelen en tekstsoorten (niet af = huiswerk) (20 min)

Slide 1 - Tekstslide

Lezen 
  • Lezen in je boek
  • Lezen via de Blinkotheek
  • Meelezen met Nederlandse ondertiteling
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je oefent met het verband oorzaak-gevolg door iemand feedback te geven op zijn/haar huiswerk
- Je leert wat tekstdoelen en tekstsoorten zijn en kan een tekst vinden bij het tekstdoel.

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken huiswerk 
  • Je geeft elkaar feedback op de de opdracht.
  • Overleg samen (maak gebruik van het overzicht signaalwoorden) of het wel echt een oorzaak gevolg is en geen reden
  • Oorzaak gevolg = geen invloed op hebben
  • Reden = hadden of hebben we invloed op

timer
8:00

Slide 4 - Tekstslide

DOEL van een tekst


- De schrijver wil bij de lezer iets bereiken, daarom heeft een tekst een DOEL

Slide 5 - Tekstslide

DOEL:

Informeren


De schrijver wil dat je iets te weten komt

Slide 6 - Tekstslide

DOEL:

Overtuigen


De schrijver wil zijn mening geven

Slide 7 - Tekstslide

DOEL:

Activeren


De schrijver wil dat je iets WEL gaat doen

Slide 8 - Tekstslide

DOEL:

Instrueren


De schrijver wil uitleggen hoe je iets moet doen

Slide 9 - Tekstslide

DOEL:

Amuseren


De schrijver wil je vermaken

Slide 10 - Tekstslide

Tekstdoelen:
Informerende tekst: je geeft informatie.
Instructieve tekst: je legt stap voor stap uit hoe iets moet gebeuren.
Overtuigende tekst: je wil je mening geven en meestal geef je dan ook argumenten. Met argumenten probeer je de lezer te overtuigen van je mening, dus het tekstdoel is overtuigen.
Activerende tekst: je wil dat de lezer iets doet of juist niet doet.
Amuserende of ontroerende tekst: je wil bij de lezer emoties oproepen.



Slide 11 - Tekstslide

Tekstsoorten:
Er zijn vijf tekstsoorten, die horen bij de tekstdoelen:

Een informerende tekst, bijvoorbeeld een nieuwsbericht of een artikel.
Een instructieve tekst, bijvoorbeeld een kookboek of een schoolboek.
Een overtuigende tekst, bijvoorbeeld een recensie of een betoog in de krant.
Een activerende tekst, bijvoorbeeld een advertentie of een bijsluiter bij medicijnen.
Een amuserende of emotieve tekst, bijvoorbeeld een stripverhaal of gedicht.



Slide 12 - Tekstslide

Lees de tekst

Slide 13 - Tekstslide


Wat voor soort tekst is dit?
A
nieuwsbericht
B
stripverhaal
C
reclametekst
D
recept

Slide 14 - Quizvraag


Wat is het doel van deze tekst?
A
mening geven
B
informeren
C
instrueren
D
amuseren

Slide 15 - Quizvraag

PUBLIEK van een tekst


- Om het DOEL van een tekst te kunnen bereiken, moet de schrijver rekening houden met zijn PUBLIEK

Slide 16 - Tekstslide

PUBLIEK van een tekst

Voor welk publiek een tekst bedoeld is,

zie je aan:

- het onderwerp

- het taalgebruik

- de bron

Slide 17 - Tekstslide

Lees de tekst oriënterend

Slide 18 - Tekstslide

Hoe kun je aan de lay-out zien dat de tekst voor jongeren is geschreven?

Slide 19 - Open vraag

Opdracht: 
  •  Zoek bij elk tekstdoel (en tekstsoort) een voorbeeld op en lever deze in, in één bestand
  • Er staat een voorbeeld voor je klaar in de ELO
  • Inleveren via ELO - Opdrachten - Tekstdoelen en tekstsoorten
timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Noem de vijf tekstdoelen

Slide 21 - Open vraag

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 22 - Open vraag

Opdracht:
  • Maak een drietal
  • Je krijgt van mij een onderwerp (tekstdoel, waar jullie informatie over gaan zoeken) 
  • Je maakt een presentatie (powerpoint/prezi/iets anders) over dit onderwerp (10-15 min)
  • Jullie presenteren dit morgen tijdens de les NL 
  • Je betrekt de klas met een oefening of quiz
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide