All grammar unit 4

Hello!
Take out your notebook, diary, textbook and your pencilcase

GRAMMAR TIME ...

NO LAPTOPS!!! 

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hello!
Take out your notebook, diary, textbook and your pencilcase

GRAMMAR TIME ...

NO LAPTOPS!!! 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

          Lesson goals
1. I know the difference between present perfect vs past simple.
2. We have worked with some/any and know the difference .
3. I know how to use the possesives
4. I know the past continuous tense.

Slide 2 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Test date !!!


Wednesday 9th of April 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Next topic

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Herhaling) Past simple, wanneer gebruik je die?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de present perfect?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect
Wordt gebruikt als iets in het verleden is gebeurd en nog niet is afgelopen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



past simple:
- voorbij
- je weet wanneer
- WALDY
- w.w. + ed
- 2e rijtje
- ? = did + w.w.
- - = didn't + w.w.


present perfect:
- nog bezig / merkbaar
- nu nog belangrijk
- FYNE JAS
- have/has + w.w. + ed
- have/has + 3e rijtje
- he/she/it = has
- I/you/we/they = have
past simple vs. present perfect

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Next topic

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unit 4.4 : Page 155.
SOME AND ANY?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOME & ANY
Betekenis: een paar, een beetje, wat, enkele
Maar wanneer gebruik je some en wanneer gebruik je any?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOME



ANY 
Gebruik je bij: 

- Bevestigende zinnen;
- Vragen waarbij je verwacht dat het antwoord "ja" is;
- Als het een aanbod of verzoek is.
Gebruik je bij: 

- Ontkennende / Negatieve zinnen;
- Alle andere vraagzinnen.


Let op woorden zoals,
without, hardly, never

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ezelsbruggetje:

bij vraag en
"ontkenny"
Geen some maar Any 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

COMBINING SOME & ANY
Some and any kunnen ook in andere vormen voorkomen:
  • Somebody -- anybody
  • Something -- anything
  • Someone -- anyone
  • Somewhere -- anywhere 

Hierbij wordt de betekenis: iemand, ergens of iets 
en de regels blijven hetzelfde :)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Next topic

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Possesive pronouns 
(bezittelijke voornaamwoorden)

Je gebruikt bezittelijke voornaamwoorden om aan te geven van wie iets is

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

possesive pronouns

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possesive pronouns
In het Engels zijn een aantal manieren om "bezit" aan te duiden.
VB:
- This is my car.    - It is mine
- He is your brother --> that brother is yours

- That book is from him --> that book is his

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Next topic

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Continuous
Hoe maak je de past continuous?
Wanneer gebruik je de past continuous

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Continuous
Past => 
Continuous => 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I was dancing
I wasn't dancing
Was I dancing? 
You were laughing
You weren't lauging
Were you laughing? 
He / she / is was travelling
He / she / it wasn't travelling
Was he / she / it travelling? 
We were eating
We weren't eating
Were we eating? 
You were cycling
You weren't cycling
Were you cycling? 
They were swimming
They weren't swimming
Were they swimming? 
postive: past continuous
negative: past continuous
questions in the past continuous

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

THAT was TOO MUCH!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Test date !!!
From now on group study with teachers assistance to some.

Wednesday 9th of April 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies