present perfect versus past simple

Hello!
Take out your textbooks and notebooks. 

Page 140 

GRAMMAR TIME ...
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hello!
Take out your textbooks and notebooks. 

Page 140 

GRAMMAR TIME ...

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

(Herhaling) Past simple, wanneer gebruik je die?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je al over de present perfect?

Slide 6 - Woordweb

Present Perfect
Wordt gebruikt als iets in het verleden is gebeurd en nog niet is afgelopen

Slide 7 - Tekstslide

                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 10 - Tekstslide

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 11 - Tekstslide

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 12 - Tekstslide

ontkenningen maken in de present perfect
Zet not achter have/ has
VB
  • he has eaten in a restaurant
  • he has not eaten in a restaurant

Slide 13 - Tekstslide

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 14 - Tekstslide

present perfect: ezelsbruggetje
FYNE JAS

For, Yet, Never, Ever
Just, Already (Always), Since

Slide 15 - Tekstslide

present perfect: ezelsbruggetje

Slide 16 - Tekstslide



past simple:
- voorbij
- je weet wanneer
- WALDY
- w.w. + ed
- 2e rijtje
- ? = did + w.w.
- - = didn't + w.w.


present perfect:
- nog bezig / merkbaar
- nu nog belangrijk
- FYNE JAS
- have/has + w.w. + ed
- have/has + 3e rijtje
- he/she/it = has
- I/you/we/they = have
past simple vs. present perfect

Slide 17 - Tekstslide

Class activity

Do: Unit 4.2 
Ex 4, 5, 6. pg. 139-141 
Homework

Do:
Lesson 4.2:
Ex. 1 to 3

Study:
Study Box 2 (page 171)
Study Grammar 4.2 (page 172)
Study Irregular Verbs 1 to 65 (page 270)
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

I lived in Stein
I have lived in Stein
Present Perfect
Past Simple

Slide 19 - Sleepvraag

I have known him all my life.
A
past simple
B
present perfect

Slide 20 - Quizvraag


My cat died last week.
A
present perfect
B
past simple

Slide 21 - Quizvraag

Somebody painted a picture on the wall.
A
Present perfect
B
Past simple

Slide 22 - Quizvraag

I built a helicopter
A
Present perfect
B
Past simple

Slide 23 - Quizvraag

Rebecca has gone to bed
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 24 - Quizvraag

bij welke tijd hoort het signaalwoord:
since
A
present perfect
B
past simple

Slide 25 - Quizvraag

I've lost my passport
A
Past simple
B
Present perfect

Slide 26 - Quizvraag

Present perfect:
I ...... (read)
A
I read
B
I have read

Slide 27 - Quizvraag

We sang that song yesterday.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 28 - Quizvraag

Present perfect:
She .... (be)
A
She was
B
She has been

Slide 29 - Quizvraag

Maak present perfect:
I ..... eaten an apple.
A
have
B
has

Slide 30 - Quizvraag

We worked 5 hours yesterday.
A
past simple
B
present perfect

Slide 31 - Quizvraag

Maak present perfect:
Peter ......... told a joke.
A
have
B
has

Slide 32 - Quizvraag

Happened in the past, but still important.
A
past simple
B
present perfect

Slide 33 - Quizvraag

Which tense is this?
I have known him all my life.
A
past simple
B
present perfect

Slide 34 - Quizvraag

have / has + voltooid deelwoord is:
A
past simple
B
present perfect

Slide 35 - Quizvraag

This quiz has ended.
A
past simple
B
present perfect

Slide 36 - Quizvraag

Welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Perfect?
A
never / ever / for / since
B
was / were / been
C
however / although / always
D
when / how / always

Slide 37 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de present perfect?

Slide 38 - Open vraag

Wanneer gebruik je de past simple?

Slide 39 - Open vraag

Begrijp je hoe en wanneer je de present perfect en de past simple gebruikt?
Ja, ik snap het helemaal en kan het nu toepassen.
Ik snap het wel, maar toepassen vind ik lastig.
Ik heb nog wel een paar vragen.
Ik wil graag extra uitleg.

Slide 40 - Poll