H4 herhaling - Energiebronnen en hun impact op het milieu (AI)

Energiebronnen en hun impact op het milieu
Een les gemaakt door AI (artificiële intelligentie).

Herhaling Hoofdstuk 4 (module 2)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Energiebronnen en hun impact op het milieu
Een les gemaakt door AI (artificiële intelligentie).

Herhaling Hoofdstuk 4 (module 2)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan je de verschillende soorten energiebronnen onderscheiden en ben je bekend met de nadelen van fossiele brandstoffen.

Slide 2 - Tekstslide

Leg aan het begin van de les uit wat de leerdoelen zijn en wat de leerlingen kunnen verwachten.
Wat weet jij al over energiebronnen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Primaire en secundaire energiebronnen
Primaire energiebronnen zijn direct beschikbaar, zoals zonne-energie en windenergie. Secundaire energiebronnen zijn omgezet van de primaire energiebronnen, zoals elektriciteit en benzine.
Hernieuwbaar en uitputbaar?

Slide 4 - Tekstslide

Beschrijf kort de verschillen tussen primaire en secundaire energiebronnen.
Voorbeelden van primaire energiebronnen
Voorbeelden van primaire energiebronnen zijn zonne-energie, windenergie, waterkracht, biomassa, en geothermische energie.
Zijn er nog meer voorbeelden?

Slide 5 - Tekstslide

Laat de leerlingen hardop voorbeelden noemen van primaire energiebronnen.
Uitputbare en hernieuwbare energiebronnen
Uitputbare energiebronnen zijn fossiele brandstoffen zoals steenkool, aardolie en aardgas. Hernieuwbare energiebronnen zijn onuitputtelijk, zoals zonne-energie en windenergie.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf kort het verschil tussen uitputbare en hernieuwbare energiebronnen.
Steenkool
Steenkool is een fossiele brandstof die is ontstaan uit plantenresten die miljoenen jaren geleden zijn afgezet. Het inkolingsproces zorgde ervoor dat deze plantenresten onder hoge druk en temperatuur werden omgezet in steenkool.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit hoe steenkool is ontstaan en wat het inkolingsproces inhoudt.
Ontstaan steenkool
Plantenresten 

Inkolingsproces 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardgas en aardolie
Aardgas en aardolie zijn ook fossiele brandstoffen. Aardolie is ontstaan uit de resten van kleine zeediertjes en planten die miljoenen jaren geleden in de zee leefden. Aardgas is ontstaan uit dezelfde resten, maar dan op grotere diepte en onder hogere druk.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit hoe aardgas en aardolie zijn ontstaan.
Nadelen van fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen zijn uitputbaar en zorgen voor CO2-uitstoot, wat leidt tot klimaatverandering. Daarnaast is de winning van fossiele brandstoffen vaak schadelijk voor het milieu en kan het leiden tot bodemdaling en aardbevingen.

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf kort de nadelen van fossiele brandstoffen.
Alternatieve energiebronnen
Alternatieve energiebronnen zijn bijvoorbeeld zonne-energie, windenergie, en waterkracht. Deze energiebronnen zijn hernieuwbaar en zorgen voor minder CO2-uitstoot.

Slide 11 - Tekstslide

Geef een aantal voorbeelden van alternatieve energiebronnen.
Zonne-energie
Zonne-energie wordt opgewekt door zonnepanelen die zonlicht omzetten in elektriciteit. Het is een schone en hernieuwbare energiebron.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit hoe zonne-energie wordt opgewekt en wat de voordelen zijn.
Windenergie
Windenergie wordt opgewekt door windmolens die de kracht van de wind omzetten in elektriciteit. Het is een schone en hernieuwbare energiebron.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit hoe windenergie wordt opgewekt en wat de voordelen zijn.
Waterkracht
Waterkracht wordt opgewekt door water dat via een turbine stroomt en zo elektriciteit opwekt. Het is een schone en hernieuwbare energiebron.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit hoe waterkracht wordt opgewekt en wat de voordelen zijn.
Biomassa
Biomassa is organisch materiaal, zoals hout of gft-afval, dat wordt omgezet in energie. Het is een hernieuwbare energiebron.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit wat biomassa is en hoe het wordt omgezet in energie.
Geothermische energie
Geothermische energie is warmte die afkomstig is van de aarde. Het wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken. Het is een schone en hernieuwbare energiebron.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit wat geothermische energie is en hoe het wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken.
De voordelen van hernieuwbare energiebronnen
Hernieuwbare energiebronnen zijn schone en onuitputtelijke bronnen van energie. Ze zorgen voor minder CO2-uitstoot en hebben minder impact op het milieu.

Slide 17 - Tekstslide

Beschrijf kort de voordelen van hernieuwbare energiebronnen.
De nadelen van hernieuwbare energiebronnen
Hernieuwbare energiebronnen zijn niet altijd beschikbaar, bijvoorbeeld als de zon niet schijnt of als er geen wind is. Daarnaast is het opwekken van sommige vormen van hernieuwbare energie, zoals biomassa, niet altijd duurzaam.

Slide 18 - Tekstslide

Beschrijf kort de nadelen van hernieuwbare energiebronnen.
Opdracht: maak een mindmap
Maak in groepjes van twee of drie een mindmap van verschillende energiebronnen. Geef aan welke bronnen uitputbaar zijn en welke hernieuwbaar zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Geef de leerlingen de opdracht om in groepjes een mindmap te maken en geef aan hoeveel tijd ze daarvoor hebben.
Opdracht: debat
Verdeel de klas in twee groepen: voor- en tegenstanders van fossiele brandstoffen. Laat ze argumenten bedenken en houd een debat.

Slide 20 - Tekstslide

Geef de leerlingen de opdracht om argumenten te bedenken en maak duidelijk wat er van hen wordt verwacht tijdens het debat.
Reflectie
Laat de leerlingen reflecteren op wat ze hebben geleerd in deze les en wat ze nog willen weten over energiebronnen.

Slide 21 - Tekstslide

Stimuleer de leerlingen om na te denken over wat ze hebben geleerd en wat ze nog willen weten.
Einde van de les
Bedank de leerlingen voor hun aandacht en geef aan wat er in de volgende les zal worden behandeld.

Slide 22 - Tekstslide

Rond de les af en geef aan wat de leerlingen kunnen verwachten in de volgende les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.