Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H2 Repetition Week Chapter 3
Revision: Chapter 3
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Revision: Chapter 3
Slide 1 - Tekstslide
Wanneer gebruik je de Present Perfect?
Slide 2 - Open vraag
Finish the sentence with the present perfect:
She ... (live) there since she was born.
Slide 3 - Open vraag
Finish the sentence with the present perfect:
I ... (be) to Spain twice already.
Slide 4 - Open vraag
'since' en 'already' zijn signaalwoorden voor de Present Perfect.
Welke ken je nog? Tip: FYNE JAS
Slide 5 - Open vraag
Test Yourself Theme 3
Check Stepping Stones > Planning
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
The boy was ... to find out if he'd won the first prize.
A
curious
B
insane
C
uncomfortable
Slide 8 - Quizvraag
I don't ... telling you to buy her such an expensive present.
A
beat
B
meet
C
remember
Slide 9 - Quizvraag
This is a great ... for a summer festival!
A
career
B
gem
C
venue
Slide 10 - Quizvraag
During the concert, they raised a lot of money for ...
A
department.
B
charity.
C
jobs.
Slide 11 - Quizvraag
He doesn't ... if he hurts his little sister.
A
care
B
continue
C
perform
Slide 12 - Quizvraag
She ... fell from her bike when a dog suddenly crossed the road.
A
constantly
B
mainly
C
nearly
Slide 13 - Quizvraag
What’s the word for: actors walk on it at the premiere.
Slide 14 - Open vraag
What is the word for: a group of people who watch a band.
Slide 15 - Open vraag
What is the word for:
What the audience does at the end of a song.
Slide 16 - Open vraag
What is the word for: a particular lifestyle that rich people have.
Slide 17 - Open vraag
Stones
Pick one of the two series.
Tell us why you would recommend it and give a description.
Write at least 5 sentences.
Use the Stones on page 172.
timer
8:00
Slide 18 - Tekstslide
Grammar
Adjectives (bijvoegelijke naamwoorden)
Je gebruikt bijvoeglijke naamwoorden om mensen of dingen te beschrijven.
Een bijvoeglijk naamwoord geeft meer informatie over het zelfstandige naamwoord. Het staat meestal direct
???
het zelfstandig naamwoord.
My parents have a
blue
car.
He is going to a
big
party.
She was a
famous
tennis player.
Slide 19 - Tekstslide
Grammar
Adjectives (bijvoegelijke naamwoorden)
Soms staat het bijvoeglijke naamwoord
achter
het werkwoord
. Dit is zo bij werkwoorden als:
to be
,
become
,
appear
,
feel
,
look
,
seem
,
taste
.
Their garden
is
beautiful
.
The weather
was
terrible
.
The shoes
became
too
small
.
The lion
looked
hungry
.
Slide 20 - Tekstslide
Grammar
Do exercise 9a on page 189 or via Stepping Stones Online > Planning.
Slide 21 - Tekstslide
What's going well already?
Slide 22 - Open vraag
What needs more practice?
Slide 23 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Past Simple vs. Present Perfect
June 2022
-
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2VE Adjectives + Adverbs
June 2022
-
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
June 2022
-
52 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
week 6 present perfect continuous, past perfect continuous
August 2022
-
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Present Perfect
June 2022
-
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
Leren Leren 1THVE
June 2022
-
11 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Chapter 2 and 3 recap 2025
April 2025
-
39 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
week 4.1-1 futures
August 2022
-
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4