Extra oefenen met verlichting

Tijdvak 7 is de tijd van...
A
ontdekkers en hervormers
B
regenten en vorsten
C
pruiken en revoluties
D
burgers en stoommachines
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Tijdvak 7 is de tijd van...
A
ontdekkers en hervormers
B
regenten en vorsten
C
pruiken en revoluties
D
burgers en stoommachines

Slide 1 - Quizvraag

Verlichting is een gevolg van
...
A
wetenschappelijke revolutie
B
feodalisme
C
de Reformatie
D
plantagekoloniën

Slide 2 - Quizvraag

Rationalisme is
A
onderzoek door waarneming
B
aannemen wat er in de bijbel staat
C
aannemen wat de klassieken schrijven
D
onderzoek door logisch nadenken

Slide 3 - Quizvraag

Empirisme is
A
onderzoek door waarneming
B
aannemen wat er in de bijbel staat
C
aannemen wat de klassieken schrijven
D
onderzoek door logisch nadenken

Slide 4 - Quizvraag

Verlichting houdt in
A
een kritische houding tegenover geloof en traditie
B
een kritische houding tegenover rationeel denken
C
een kritische houding tegenover logisch denken
D
een kritische houding tegenover empirisme

Slide 5 - Quizvraag

In welke eeuw ontstaat de Verlichting ?
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 6 - Quizvraag

Het volgende begrip past het best bij de Verlichting...
A
verstand
B
Renaissance
C
ontdekkingsreizen
D
Grieken

Slide 7 - Quizvraag

Welke persoon hoort niet bij Verlichting?
A
Voltaire
B
John Locke
C
Rousseau
D
Philips II

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste combinatie?
A
Voltaire-volkssoevereiniteit
B
Locke- godsdienstvrijheid
C
Rousseau-trias politica
D
Montesquieu-trias politica

Slide 9 - Quizvraag

Montesquieu is verantwoordelijk voor een briljant verlichtingsidee. Welk?
A
Liberalisme
B
Afschaffen slavernij
C
Trias politica
D
Franse revolutie

Slide 10 - Quizvraag

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 11 - Quizvraag

Bij Verlichting past het volgende begrip...
A
oorlog
B
gelijkheid
C
absolutisme
D
socialisme

Slide 12 - Quizvraag

De volgende denker past bij de Verlichting...
A
Karl Marx
B
Rousseau
C
Voltaire
D
Lodewijk XIV

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van natuurlijke rechten
A
recht op leven
B
recht op abortus
C
recht op vrijheid
D
recht op bezit

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het mechanistisch wereldbeeld?
A
God heeft de wereld niet geschapen, en is daarna ook niet actief
B
God heeft de wereld niet geschapen, maar daarna actief
C
God heeft de wereld geschapen, maar daarna niet meer actief
D
God heeft de wereld geschapen, en blijft daarna actief

Slide 15 - Quizvraag

Waren de verlichte denkers hier voor of tegen?
Verlichte denkers zijn voor
Verlichte denkers zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Ongelijkheid
Vrijheid van godssdienst
Gelijke rechten voor iedereen

Slide 16 - Sleepvraag

Alle verlichte denkers waren atheïsten.
Waar 
Niet waar
Volgens de verlichting moest de onwetendheid licht brengen in de duisternis van de rede.
Verlichte denkers wilden alles met hun gevoel begrijpen.
De verlichting was een gevolg van de wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw.
De verlichting ontstond in westerse landen.
Verlichte denkers vonden dat God niet meer moest ingrijpen in het leven.

Slide 17 - Sleepvraag

Niet Verlicht
Verlicht
Standensamenleving
Gelijke rechten
Geloofsvervolging
Absolutisme
Inspraak van burgers
Volkssoevereiniteit
Mercantilisme
Godsdiensttolerantie

Slide 18 - Sleepvraag