Molberekening

Molberekeningen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Molberekeningen

Slide 1 - Tekstslide

Hiernaast zie je een afbeelding
van een molecuul. Waar bestaat
een molecuul uit?
A
stofjes
B
atomen
C
zuurstof
D
brandstof

Slide 2 - Quizvraag

Water molecuul (H2O)

Slide 3 - Tekstslide

Het periodiek systeem

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel weegt een glucose molecuul?
(C6H12O6)
Noteer dit antwoord ook voor jezelf, want we hebben dit later nodig!
A
180,15588 u
B
164,43 u
C
175,95 u
D
180,156 u

Slide 5 - Quizvraag

De mol
1 deeltje:
2 deeltjes:
50 deeltjes:
deeltjes:
1 mol:
6,021023
1 x 180,156 =
2 x 180,156 =
50 x 180,156 =
180,156 u
360,312 u
9007,8 u
180,156 gram
180,156 gram
Dit noemen we de molaire massa (g/mol)

Slide 6 - Tekstslide

De mol
1 deeltje (u) = 1 mol (gr)

Ik wil weten hoeveel 0,3 mol methaan (CH4) weegt.
1.
2.
3. 
1 deeltje: 16,042 u
molaire massa: 16,042 g/mol
0,3 × 16,042 = 4,81 gram
M × n = m

M = molaire massa (g/mol)
n = hoeveelheid in mol
m = massa (g)
 

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel weegt 1,54 mol glucose?
(C6H12O6)

De massa van 1 deeltje hebben we al berekend bij de vorige vraag.
De molaire massa hebben we bij de vorige vraag al berekend.
A
170,22
B
277,44
C
271,65
D
165,44

Slide 8 - Quizvraag

De mol
1 deeltje (u) = 1 mol (gr)

Hoeveel mol is 19,41 gram methaan (CH4)?
1.
2.
3. 
massa: 19,41 gram
molaire massa: 16,042 g/mol
19,41 : 16,042 = 1,21 mol
M × n = m

M = molaire massa (g/mol)
n = hoeveelheid in mol
m = massa (g)
 

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel mol is 19,41 gram glucose?
(C6H12O6)

De massa van 1 deeltje hebben we al berekend bij de vorige vraag.
De molaire massa hebben we bij de vorige vraag al gebruikt.
A
0,108
B
0,45
C
1,55
D
1,01

Slide 10 - Quizvraag

Waarom de mol?
M × n = m

M = molaire massa (g/mol)
n = hoeveelheid in mol
m = massa (g)
 

Slide 11 - Tekstslide

Stappenplan
M × n = m

M = molaire massa (g/mol)
n = hoeveelheid in mol
m = massa (g)
 

1. Stel de reactievergelijking op (en maak kloppend)
2. Noteer alle gegevens
3. Noteer wat er wordt gevraagd
4. Reken alles om naar mol
5. Noteer de mol verhouding
6. Reken het gevraagde in mol
7. Reken het gevraagde om naar de juiste eenheid 

Slide 12 - Tekstslide