In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Oefenen toetsweek 3 H3 Migratie
Slide 1 - Tekstslide
Als je op vakantie naar Frankrijk gaat, ........
A
Immigreer je
B
Emigreer je
C
Ben je een nareiziger
D
Doe je aan kettingmigratie
Slide 2 - Quizvraag
Migratie is tussen twee of meer landen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Hoe noemen we het als mensen elkaar vertellen over migratie en helpen met migratie? Dat is een ......
Slide 4 - Open vraag
Pieter woont in Nederland heeft een goed betaalde baan en houdt van Nederland. Hij heeft ........
A
Lage aspiraties en veel mogelijkheden
B
Hoge aspiraties en weinig mogelijkheden
C
Hoge aspiraties en veel mogelijkheden
D
Lage aspiraties en weinig mogelijkheden
Slide 5 - Quizvraag
Jessica heeft alleen haar VMBO afgemaakt en werkt als kassière in een supermarkt. Ze wil graag advocaat in Amerika worden. Zij heeft...
A
Lage aspiraties en veel mogelijkheden
B
Hoge aspiraties en weinig mogelijkheden
C
Hoge aspiraties en veel mogelijkheden
D
Lage aspiraties en weinig mogelijkheden
Slide 6 - Quizvraag
Vluchtelingen
Arbeidsmigranten
Internationale studenten
Slide 7 - Sleepvraag
Waarom is er meer binnenlandse migratie dan buitenlandse migratie?
Slide 8 - Open vraag
Hoe zorgen emigranten voor een groeiende economie in hun land van herkomst?
A
Er is armoede
B
Er is meer werkloosheid
C
Via geldzendingen
D
Via handel
Slide 9 - Quizvraag
Leg uit: wat is een braindrain en waarom is dat negatief voor het land van herkomst?
Slide 10 - Open vraag
Wat is een demografisch gevolg van migratie voor het herkomstland?
A
Er komen veel jonge mannen bij
B
De economie groeit
C
Er komen veel jonge vrouwen bij
D
Er er gaan veel jonge mannen weg
Slide 11 - Quizvraag
Ahmed werkt als vrijwilliger voor UNESCO in zijn land. Hij ziet als zijn plicht zijn landgenoten te helpen. Qua migreren zit hij in deze situatie:
A
Kan wel, wil wel
B
Kan niet, wil niet
C
Kan niet, wil wel
D
Kan wel, wil niet
Slide 12 - Quizvraag
Toen Thailand nog een groeiende economie was (1) veel mensen. Toen het een van de betere economieën werd, nam (2) af. Nu is er sprake van (3), er komen veel mensen terug.
Slide 13 - Open vraag
Meneer Tanaka is 10 jaar geleden van Japan naar Nederland verhuist. Hij viert met zijn kinderen Sinterklaas. Hij doet aan:
A
Segregatie
B
Kinderverzorging
C
Migratie
D
Acculturatie
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
De vorige vraag kwam uit het
A
Integratie examen
B
Acculturatie examen
C
Inburgeringsexamen
D
Nederlands examen
Slide 16 - Quizvraag
Waar gaan de meeste migranten wonen in het bestemmingsland?
Slide 17 - Open vraag
Wat heeft migratie te maken met multiculturele samenlevingen?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Waarom kwamen gastarbeiders naar Nederland?
A
Vanwege werkloosheid in Nederland
B
Vanwege de goede huizenprijzen
C
Vanwege tekort aan werknemers
D
Vanwege werkloosheid in hun eigen land
Slide 20 - Quizvraag
De ouders van Zara stammen af van gastarbeiders. Zara is een
A
Eerste generatie immigrant
B
Tweede generatie immigrant
C
Derde generatie immigrant
D
Allochtoon
Slide 21 - Quizvraag
Nederland is steeds meer afhankelijk van kenniswerkers. Wat zijn dat?
Slide 22 - Open vraag
Beschrijf twee redenen waarom het moeilijk is voor asielzoekers om te integreren in Nederland