4.3 - Zien

4.3 - ZIEN
Je leert...:
...wat een lichtbron is
...dat er directe en indirecte lichtbronnen zijn
...dat wit licht bestaat uit zeven zichtbare kleuren
...licht een soort straling is
...wat ultraviolette en infrarode straling zijn
...een gekleurd voorwerp alleen zijn eigen kleur weerkaatst
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4.3 - ZIEN
Je leert...:
...wat een lichtbron is
...dat er directe en indirecte lichtbronnen zijn
...dat wit licht bestaat uit zeven zichtbare kleuren
...licht een soort straling is
...wat ultraviolette en infrarode straling zijn
...een gekleurd voorwerp alleen zijn eigen kleur weerkaatst

Slide 1 - Tekstslide

LICHTBRONNEN
DIRECTE LICHTBRON                          INDIRECTE LICHTBRON

Slide 2 - Tekstslide

HOE ONTSTAAT DAT?
Het witte licht van de zon valt in zeven kleuren uiteen door de waterdruppels.

Soms zie je ook wel eens een regenboog bij een water-attractie in een pretpark.

Slide 3 - Tekstslide

Als de zon ondergaat, zie je in de lucht vaak de mooiste kleuren.

Waar komen deze kleuren vandaan?
A
het licht van de zon wordt door de waterdruppels gesplitst in allerlei kleuren
B
Het licht wordt minder fel, daardoor lijkt het alsof de kleur verandert.
C
Het licht van de zon en de sterren mengen samen

Slide 4 - Quizvraag

REGENBOOGKLEUREN
Het regent en de zon schijnt, ineens zie je een regenboog...

Rood, Oranje, Geel, Groen, Blauw, Indigo en Violet.

Deze kleuren vormen samen een KLEURENBAND of SPECTRUM.

Slide 5 - Tekstslide

HUH? INDIGO?
Indigo is blauwpaars, de kleur zit in het kleurenspectrum ook tussen blauw en violet in.

Zo zit oranje tussen rood en geel, groen tussen blauw en geel..... toeval denk je?

Slide 6 - Tekstslide

HOE ZIEN WIJ KLEUREN?

Slide 7 - Tekstslide

INFRAROOD                 ULTRAVIOLET
VOEL JE ALS WARMTE                              WORDT JE BRUIN VAN

Slide 8 - Tekstslide

HOE ONTSTAAT EEN SCHADUW?

Slide 9 - Tekstslide

OKIDOKI....

Slide 10 - Tekstslide

KERNSCHADUW EN HALFSCHADUW?
lichtbron
<-------- kernschaduw

 <------- halfschaduw

Slide 11 - Tekstslide

Welke van de onderstaande lichtbronnen zijn directe lichtbronnen?
A
de zon en de maan
B
de zon en een kampvuur
C
de zon en de zee
D
de zon en de aarde

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel zichtbare kleuren zitten er in een regenboog?
A
5
B
6
C
7
D
9

Slide 13 - Quizvraag

Uit welke kleuren bestaat wit licht oftewel het kleurenspectrum?
A
rood, groen en blauw
B
rood, wit, geel, blauw, indigo en zwart
C
rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet
D
infrarood, rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet en ultraviolet

Slide 14 - Quizvraag

Welke soort straling kun je niet zien?
A
zonlicht en maanlicht
B
wit licht
C
ultrarood en infraviolet
D
infrarood en ultraviolet

Slide 15 - Quizvraag

hoe merk je dat er infrarode straling in het zonlicht zit?
A
Dat voel je als warmte
B
Dat zie je aan de rode kleur
C
Je wordt er bruin van
D
Dat zie je aan de paarse kleur

Slide 16 - Quizvraag

hoe merk je dat er ultraviolette straling in het zonlicht zit?
A
Dat voel je als warmte
B
Dat zie je aan de rode kleur
C
Je wordt er bruin van
D
Dat zie je aan de paarse kleur

Slide 17 - Quizvraag

Zonlicht schijnt op een zwart shirt. Welke kleuren uit het witte licht worden door het shirt weerkaatst?
A
de kleur wit
B
rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet
C
de kleur zwart
D
geen enkele kleur

Slide 18 - Quizvraag

Zonlicht schijnt op een wit shirt. Welke kleuren uit het witte licht worden door het shirt weerkaatst?
A
de kleur wit
B
rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet
C
de kleur zwart
D
geen enkele kleur

Slide 19 - Quizvraag

Een blauwe lamp schijnt op een rood shirt.
Welke bewering is juist?
A
het shirt lijkt paars omdat rood en blauw paars is
B
het shirt wordt onzichtbaar
C
het rode shirt kan geen blauwe kleur weerkaatsen
D
geen enkele bewering

Slide 20 - Quizvraag

Waarom kun je in de zomer beter wit dragen dan zwart?

Slide 21 - Open vraag

4.3 - ZIEN
Je hebt geleerd...:
...wat een lichtbron is
...dat er directe en indirecte lichtbronnen zijn
...dat wit licht bestaat uit zeven zichtbare kleuren
...licht een soort straling is
...wat ultraviolette en infrarode straling zijn
...een gekleurd voorwerp alleen zijn eigen kleur weerkaatst

Slide 22 - Tekstslide

WEERKAATSEN EN ABSORBEREN
invallend
wit licht
geen absorptie                      volledige absorptie               gedeeltelijke absorptie               volledige absorptie
                                              behalve blauw                      alle kleuren

Slide 23 - Tekstslide