Hoofdstuk 5 feniks herhaling

Herhaling hoofdstuk 5 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Herhaling hoofdstuk 5 

Slide 1 - Tekstslide

De Tweede Wereldoorlog begon met
A
De verovering van Oostenrijk
B
De aanval op Polen
C
De aanval op Frankrijk
D
De moord op een kroonprins

Slide 2 - Quizvraag

De Tweede Wereldoorlog duurde van?
A
1939-1945
B
1938-1944
C
1940-1945
D
1914-1918

Slide 3 - Quizvraag

Met wie viel Hitler Polen aan?
A
samen met Frankrijk
B
samen met Italie
C
samen met de Sovjet-Unie
D
samen met Belgie

Slide 4 - Quizvraag

Welk land veroverde Hitler niet in 1940?
A
Engeland
B
Nederland
C
Frankrijk
D
Denemarken

Slide 5 - Quizvraag

Waar vond operatie Barbarossa plaats?
A
Frankrijk
B
Italie
C
Duitsland
D
Sovjet-Unie

Slide 6 - Quizvraag

Waar werd het Duitse leger voor het eerst verslagen?
A
Moskou
B
Stalingrad
C
Leningrad
D
Jekatarinaburg

Slide 7 - Quizvraag

Welke landen hoorden bij de Geallieerden in 1942?
A
Engeland, Duitsland, Frankrijk
B
Engeland, Italie, Amerika
C
Engeland, Nederland, Sovjet-Unie
D
Engeland, Amerika, Sovjet-Unie

Slide 8 - Quizvraag

Welke landen hoorden bij de as-mogendheden
A
Duitsland, Sovjet-Unie, Italie
B
Duitsland, China en Italie
C
Duitsland, Japan en Italie
D
Duitsland, Spanje en Italie

Slide 9 - Quizvraag

Waar vernietigde Japan de Amerikaanse oorlogsvloot?
A
Florida
B
California
C
Hawaii
D
New York

Slide 10 - Quizvraag

Op welke datum vond D-Day plaats?
A
6 maart 1941
B
7 mei 1945
C
5 mei 1942
D
6 juni 1944

Slide 11 - Quizvraag

Welke stad in Nederland werd gebombardeerd om zo Nederland tot overgave te dwingen?
A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Rotterdam
D
Middelburg

Slide 12 - Quizvraag

Waar vluchtte koningin Wilhelmina naartoe?
A
Duitsland
B
Engeland
C
Canada
D
Amerika

Slide 13 - Quizvraag


Beweringen:
1: De meeste Nederlanders zaten in het verzet
2: Collaboreren betekent samenwerken met de vijand. 
A
bewering 1 is goed, 2 is fout
B
bewering 1 is fout en 2 is goed
C
Beide beweringen zijn goed
D
Beide beweringen zijn fout

Slide 14 - Quizvraag

De Slag bij Arnhem werd gewonnen door?
A
De Duitsers
B
De Geallieerden

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noemen de winter van 1944-1945 waarbij het zuiden van Nederland bevrijd was, maar het noorden niet?
A
Koude winter
B
Laatste winter
C
Oorlogswinter
D
Hongerwinter

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noemen we jodenhaat ook wel?
A
Antisemitisme
B
Antisocialisme
C
Racisme
D
Rassenleer

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noemen we de moord op 6 miljoen Joden in de Tweede Wereldoorlog?
A
Massasmoord
B
Holocaust
C
Shoa
D
Genocide

Slide 18 - Quizvraag


Beweringen:
1. Een concentratiekamp is altijd een vernietigingskamp
2. Niemand heeft Auschwitz overleefd 
A
Stelling 1 is goed, maar 2 is fout.
B
Stelling 1 is fout, maar 2 is goed
C
Beide stellingen zijn goed
D
Beide stellingen zijn fout

Slide 19 - Quizvraag

Wat gebeurde er eerst: openbare plaatsen werden voor joden verboden of joden moesten een ster dragen?
A
Jodenster dragen
B
openbare plaatsen verboden voor Joden

Slide 20 - Quizvraag

In de rassenleer onderscheiden de nazi's?
A
Joden en niet-Joden
B
Ubermenschen en supermenschen
C
Ubermenschen en Untermenschen
D
Germanen en niet-Germanen.

Slide 21 - Quizvraag

Hoe beëindigden de Amerikanen de oorlog met Japan?
A
Door Japan te veroveren
B
Door 2 atoombommen te gooien
C
Door zich over te geven
D
Door de Japanse oorlogsvloot te laten zinken

Slide 22 - Quizvraag