In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Handel & Economie
Werken achter de kassa
Slide 1 - Tekstslide
Kassa's
Electronische
en
Computergestuurde
Slide 2 - Tekstslide
0
Slide 3 - Video
electronische kassa
je slaat zelf de prijzen aan.
de kassa kan optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen,
wisselgeld uitrekenen.
Slide 4 - Tekstslide
computerkassa
is aangesloten op een computer.
Zo kan de kassa informatie onthouden en weergeven.
Hoe noemen we de streepjescode ook wel?
Slide 5 - Tekstslide
Toetsgroepen op kassa
- Cijfertoetsen
- Groepentoetsen
- functietoetsen
Slide 6 - Tekstslide
Zelfscannen:
Tegenwoordig kun je in heel veel winkels zelfscannen:
Wat is dat?
Slide 7 - Tekstslide
Hoe noemen we de streepjescode ook wel?
A
cijfercode
B
produktcode
C
artikelcode
D
barcode
Slide 8 - Quizvraag
hoe kunnen we scannen?
Slide 9 - Woordweb
Hoe kunnen we afrekenen in een winkel?
Slide 10 - Open vraag
Wat zijn echtheidskenmerken van papiergeld?
Slide 11 - Open vraag
uv-lamp
Slide 12 - Tekstslide
money checker
Slide 13 - Tekstslide
Hoe heet het geld dat je weer aan de klant teruggeeft?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Pak je wisbord
Schrijf het antwoord op je wisbord.
Draai het pas om als juf het zegt.
Houd je wisbord onder je kin.
Uitleg
Ik moet het getal afronden.
0, 1 en 2 blijven 0. (5, 22 = 5, 20 euro)
3 en 4 worden 5. (5, 34 = 5, 35 euro)
6 en 7 worden 5. (5, 67 = 5, 65 euro)
8 en 9 worden 0 --> wel een hoger tiental. (5, 88 = 5,90 euro)
Schrijf het antwoord op de volgende dia.
Slide 17 - Tekstslide
Pak je wisbord
Schrijf het antwoord op je wisbord.
Draai het pas om als juf het zegt.
Houd je wisbord onder je kin.
Uitleg
Ik moet het getal afronden.
0, 1 en 2 blijven 0. (5, 22 = 5, 20 euro)
3 en 4 worden 5. (5, 34 = 5, 35 euro)
6 en 7 worden 5. (5, 67 = 5, 65 euro)
8 en 9 worden 0 --> wel een hoger tiental. (5, 88 = 5,90 euro)
Schrijf het antwoord op de volgende dia.
Slide 18 - Tekstslide
Pak je wisbord
Schrijf het antwoord op je wisbord.
Draai het pas om als juf het zegt.
Houd je wisbord onder je kin.
Uitleg
Reken uit: hoeveel geld is het samen?
Dan moet ik het getal nog afronden.
0, 1 en 2 blijven 0. (5, 22 = 5, 20 euro)
3 en 4 worden 5. (5, 34 = 5, 35 euro)
6 en 7 worden 5. (5, 67 = 5, 65 euro)
8 en 9 worden 0 --> wel een hoger tiental. (5, 88 = 5,90 euro)
Schrijf het antwoord op de volgende dia.
Slide 19 - Tekstslide
Schrijf hier het ANTWOORD van de vorige vraag op.
Slide 20 - Open vraag
Pak je wisbord
Schrijf het antwoord op je wisbord.
Draai het pas om als juf het zegt.
Houd je wisbord onder je kin.
Uitleg
Reken uit: hoeveel geld is het samen?
Dan moet ik het getal nog afronden.
0, 1 en 2 blijven 0. (5, 22 = 5, 20 euro)
3 en 4 worden 5. (5, 34 = 5, 35 euro)
6 en 7 worden 5. (5, 67 = 5, 65 euro)
8 en 9 worden 0 --> wel een hoger tiental. (5, 88 = 5,90 euro)
Schrijf het antwoord op de volgende dia.
Slide 21 - Tekstslide
Schrijf hier het ANTWOORD van de vorige vraag op.
Slide 22 - Open vraag
Welk bedrag ligt hier?
Slide 23 - Open vraag
Welk bedrag ligt hier?
Slide 24 - Open vraag
Welk bedrag ligt hier?
Slide 25 - Open vraag
Welk bedrag ligt hier?
Slide 26 - Open vraag
Welk bedrag ligt hier?
Slide 27 - Open vraag
Welk bedrag ligt hier?
Slide 28 - Open vraag
Welk bedrag ligt hier?
Slide 29 - Open vraag
Welk bedrag ligt hier?
Slide 30 - Open vraag
Welk bedrag ligt hier?
Slide 31 - Open vraag
Welk bedrag ligt hier?
Slide 32 - Open vraag
€10,20
€3,00
€1,35
€15,00
€7,15
€6,45
€2,50
€11,85
€1,50
€120,00
Slide 33 - Sleepvraag
Het is een warme dag. Meneer Mohnen trakteert onze groep op ijsjes. De ijsjes kosten samen 7 euro. Meneer Mohnen betaalt met 10 euro. Hoeveel krijgt hij terug?
A
2 euro
B
17 euro
C
3 euro
D
10,70 euro
Slide 34 - Quizvraag
Ik ga naar de Jumbo voor boodschappen. De boodschappen kosten 15 euro. Ik betaal met 30 euro. Hoeveel krijg ik terug?
A
45 euro
B
15 euro
C
25 euro
D
5 euro
Slide 35 - Quizvraag
Groep D&Z wil taart gaan maken. Ze gaan naar de Jumbo. Ze moeten € 6,50 voor de spullen. De groep geeft 15 euro. Hoeveel krijgen ze terug?
A
8,50 euro
B
9,50 euro
C
21,50 euro
D
7,50 euro
Slide 36 - Quizvraag
Hoe vond je deze les?
A
Leuk en Leerzaam
B
Interessant en Makkelijk
C
Leerzaam, maar lang
D
Anders, namelijk...
Slide 37 - Quizvraag
Geef jezelf een cijfer voor je werkhouding. Noteer erbij waarom je jezelf dit cijfer hebt gegeven.