H4 Stevigheid en beweging BS4

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

plattegrond
Doe je jas uit en laat je LAPTOP in je tas!
Behalve: Mark, Leena, Ibrahim, Yahia, Obayda, Ayat 

Slide 2 - Tekstslide

§ 4. Spieren

Slide 3 - Tekstslide

Even opfrissen...
Je hebt al geleerd wat een gewricht is in § 3. 

Je hebt geleerd in het vorige (eerste) hoofdstuk wat een Spierstelsel is. 

Slide 4 - Tekstslide

Gewrichten
Kogelgewricht


Rolgewricht


Scharniergewricht

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les:
- Weet je wat pezen zijn.
- Weet je hoe spieren werken.
- Weet je dat je voor 1 beweging -> 2 spieren nodig hebt. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe noemen we het orgaanstelsel wat uit spieren bestaat?

Slide 7 - Open vraag

Hoe noemen we het orgaanstelsel wat uit spieren bestaat? 

Slide 8 - Tekstslide

Spieren
Aan je botten zitten spieren.

Spieren en gewrichten heb je nodig om bewegingen te kunnen maken. 

Slide 9 - Tekstslide

Spierstelsel
Alle spieren in je lichaam samen, noemen we het spierstelsel. 

Spieren werken samen om te kunnen bewegen. 

Slide 10 - Tekstslide

Pezen
Elke spier zit vast aan het bot met pezen. 

Slide 11 - Tekstslide

Een spier die aangespannen is, wordt korter en dikker. 


Slide 12 - Tekstslide

Een spier die ontspannen is, is langer en dunner.
Als je arm buigt, heb je je 'armbuigspier' (biceps) gespannen. 

Als je de arm weer wil strekken, dan is je 'armstrekspier' (triceps) gespannen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Ezelsbruggetje:
Biceps = Boven

Slide 15 - Tekstslide

Biceps
Triceps

Slide 16 - Tekstslide

Trainen
Spieren kun je trainen. Door een spier veel te bewegen met kracht, wordt hij steeds dikker. 


Slide 17 - Tekstslide

De biceps is een .........
A
Spier
B
Bot
C
Gewricht
D
Pees

Slide 18 - Quizvraag

Een ander woord voor de biceps is.
A
Arm strekspier
B
Arm buigspier
C
Arm spanspier
D
Arm aanspanspier

Slide 19 - Quizvraag

spieren bewegen mijn ...?
A
gewrichten
B
botten

Slide 20 - Quizvraag

Het hart is een spier
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Een spier wordt korter als deze aanspant
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 23 - Quizvraag

je spieren zitten vast aan je skelet met
A
pezen
B
spierbundels
C
vliezen
D
spieren

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

Fijne dag en tot morgen!

Slide 26 - Tekstslide

Noem drie grote spieren

Slide 27 - Open vraag

Wat wil je nog meer weten over spieren of pezen?

Slide 28 - Open vraag

Opdracht

BK: Lezen blz 29 en maken opdracht 1 t/m 6

KGT: Lezen 29-31 Maak op blz. 31 opdracht 1 t/m 8 (zie opdracht 4 op de volgende bladzijde)

Slide 29 - Tekstslide

KGT opdracht 4:

Slide 30 - Tekstslide