5.1 Planten bekijken

5.1 Planten bekijken
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.1 Planten bekijken

Slide 1 - Tekstslide

Bonen Experiment
  • Onderzoeksvraag bedacht?
  • Hypothese/inleiding geschreven?
  • Start gemaakt met materiaal/methode?
  • Bijhouden logboek?

  • Is er al iets te zien? 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert uit welke delen een plant bestaat;
  •  Je leert waaruit een plantencel bestaat;
  • Je leert waardoor planten rechtop staan;
  • Je leert hoe het vervoer van water gaat;
  • Je leert waarom bomen hun blad verliezen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk van bomen en planten? Zoek bij elkaar!
Kastanje, staan in deze tijd van het jaar prachtig in bloei!
Paardenbloem, vind je vooral op grasvleden en langs de fietspaden
Berk, deze boom kun je herkennen aan zijn witte stam
Madeliefje, deze bloem heeft witte bloemblaadjes en vind je op grasvelden.
Fluitekruid, bloeit met witte bloemen. Vind je op heel veel plekken, vaak in de berm langs de weg. 

Slide 4 - Sleepvraag

Uit welke delen bestaat een plant?
Bloem: Voortplanting
Stengel: Stevigheid en transport
Blad: Fotosynthese
Wortel: Opname water 

Slide 5 - Tekstslide

Functie wortels
  • Met de wortels zuigt een plant water op
    uit de bodem.
  • Wortels zorgen er ook voor dat de plant
    stevig in de bodem staat.

  • Functie wortels: 
  • water opzuigen
  • stevig staan
  • reservestoffen opslaan (groei lente)

Slide 6 - Tekstslide

Wortelharen zijn erg kwetsbaar

Slide 7 - Tekstslide

Functies stengel
  • De stengel houdt de plant overeind.
  • In de stengel lopen dunne ‘buisjes’
    waardoor water en stoffen naar de
    bladeren en bloemen gaan en andersom.

Slide 8 - Tekstslide

Functies bladeren
  • Door de bladeren lopen buisjes: de nerven.
  • Deze zorgen voor vervoer van water en stoffen.
  • Ze geven ook stevigheid aan het blad.
  • Tussen de nerven zit het groene blad: het bladmoes.
  • Hier maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.

Slide 9 - Tekstslide

Functie bladeren
Fotosynthese:

water + koolstofdioxide + licht


glucose + zuurstof


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Functie bloemen

  • De bloemen zijn voor de voortplanting.
  • In een bloem ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.

Slide 13 - Tekstslide

Even oefenen! Welke functie hoort bij welk orgaan? 
1. Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.
2. Water met mineralen opzuigen en vastzetten in de grond
3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.
4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Slide 14 - Sleepvraag

Waaruit bestaat een plantencel?
  1. Celwand = stevige laag om de cel heen
  2. Celmembraan: vlies om cytoplasma
  3. Cytoplasma: stroperige vloeistof. Hierin liggen de kern en bladgroenkorrels
  4. Celkern: klein bolletje in de cel; regelt alles wat in de cel gebeuren moet
  5. Vacuole: blaasje in midden van de cel dat 'volgempompt' is met water -> Stevigheid.
  6. Bladgroenkorrels: groene bolletjes in cytoplasma.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Bladgroenkorrel
Celmembraan
Celkern
Vacuole
Cytoplasma
Celwand

Slide 17 - Sleepvraag

Kunnen planten bewegen?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Rechtop staan
  • Kruidachtige planten blijven rechtop door water in de vacuole van de cellen.

  • Houtachtige planten blijven rechtop door dikke celwanden van houtstof.

Slide 20 - Tekstslide

Wanneer wordt een plant slap?
A
Als je de plant in het donker zet
B
Als je de plant geen water geeft
C
Als de plant moe is
D
Als de plant slaapt

Slide 21 - Quizvraag

Hoe komt er water in de bladeren?
Vanaf de wortels lopen via de stengels vaten, waardoor transport van stoffen mogelijk is:
=> water en mineralen van wortels naar bladeren.
=> glucose van bladeren naar andere delen van de plant.

Slide 22 - Tekstslide

Vervoeren van stoffen
  • Wortelharen => water en mineralen opnemen.
  • Houtvaten vervoeren water en mineralen van de wortels naar de bladeren (omHoog).

  • Bastvaten vervoeren water en voedingsstoffen naar de wortels en de bloemen (Beneden).

  • De waterstroom blijft op gang doordat er water via de huidmondjes verdampt.


Slide 23 - Tekstslide

Hoe komt het water vanuit de grond hoog in de bladeren?
A
Door de wortels
B
De bladeren zuigen het water aan door de stengels
C
De bladeren hebben geen water nodig...
D
Insecten brengen water naar boven

Slide 24 - Quizvraag

1.
2.
3.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Bladverlies
  • Veel bomen en struiken verliezen hun blad in de herfst om verdamping tegen te gaan.
     
  • Bladlitteken: kurklaag op plaats waar blad vastzat.


Slide 27 - Tekstslide

0

Slide 28 - Video

Waarom verliezen bomen in de herfst hun bladeren?
A
Om uitdroging te voorkomen
B
Om hun bladeren te vernieuwen
C
Zodat ze niet omwaaien
D
Om alles mooi bruin te maken

Slide 29 - Quizvraag

Huiswerk
  • Paragraaf 5.1
  • Vraag 1 t/m  19

  • Bijhouden logboek

Slide 30 - Tekstslide