Grammatica les 1 tm 5
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoeveel letters heeft het alfabet?
A
20
B
26
C
32
D
38
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een klinker?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een tweeklank?
A
aa
B
oo
C
ui
D
ee
Slide 4 - Quizvraag
Wat is 'naam'?
A
letter
B
woord
C
zin
D
zinsdeel
Slide 5 - Quizvraag
Wat is 'a'?
A
letter
B
woord
C
zin
D
zinsdeel
Slide 6 - Quizvraag
wat is 'h'?
A
letter
B
woord
C
zin
D
zinsdeel
Slide 7 - Quizvraag
Wat is 'ik heet ... '?
A
letter
B
woord
C
zin
D
zinsdeel
Slide 8 - Quizvraag
Achmed leest een boek.
... leest een boek.
... leest een boek.
Slide 9 - Open vraag
De docenten staan in de gang.
... praten met elkaar.
... praten met elkaar.
Slide 10 - Open vraag
Anne is een meisje,
... is twaalf jaar.
... is twaalf jaar.
Slide 11 - Open vraag
De leraar geeft huiswerk op.
... geeft veel oefeningen.
... geeft veel oefeningen.
Slide 12 - Open vraag
De bus komt nog niet.
... is te laat
... is te laat
Slide 13 - Open vraag
Het geitje mekkert.
... heeft honger.
... heeft honger.
Slide 14 - Open vraag
Schrijf de hele zin in meervoud:
De docent staat voor de klas.
De docent staat voor de klas.
Slide 15 - Open vraag
Schrijf de hele zin in meervoud:
Hij loopt op straat.
Hij loopt op straat.
Slide 16 - Open vraag
Schrijf de hele zin in meervoud:
Jij zit op een stoel.
Jij zit op een stoel.
Slide 17 - Open vraag
Maak een zin:
in de keuken / Yusuf / staat
in de keuken / Yusuf / staat
Slide 18 - Open vraag
Maak een zin:
kopen / wij / appels
kopen / wij / appels
Slide 19 - Open vraag
Maak een zin:
kijk / ik / naar de televisie
kijk / ik / naar de televisie
