Révision prépositions et pays

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welk voorzetsel gebruik ik?
Paris est ...... France.

1. en
2. au
3. aux
4. à

Welk voorzetsel gebruik ik?
Je vais aller ........ Copenhague.

1. en
2. au
3. aux
4. à

Vertaal naar het Frans: Mijn vader is naar Duitsland gegaan.

Vertaal naar het Frans: Ik ga naar Toronto, dat is in Canada.

Vertaal: Ik ben in de Verenigde Staten geweest, in New York.

Vertaal: Hoeveel inwoners heeft Marokko?

Wat voor een weer is het in Marokko?

Vertaal: In de zomer is het heel warm.

Dus...

mannelijke landen - au

vrouwelijk landen - en

landen die meervoud zijn - aux

plaatsnamen - à

Herhaal het werkwoord 'aller'

Je vais à New York.

Tu vas au Canada.

Il va aux Pays-Bas.

Nous allons au Portugal.

Vous allez en Allemagne.

Ils vont en Angleterre.

Wat is het verschil?

Nous sommes allés au Canada.

Nous avons été au Canada.

Au travail

1. D'abord, tu fais le document de la révision.

2. Ensuite, tu apprends pour l'interrogation écrite OU tu commences l'album de vacances.