Klimaatverandering

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Klimaatverandering / milieuvervuiling

                                             = milieuvervuiling

                                             = klimaatverandering

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Verschil
Klimaatverandering is de opwarming van de gemiddelde temperatuur op aarde als gevolg van menselijke activiteiten

Milieuvervuiling is het vervuilen van de aarde.

Deze twee hangen erg samen

Slide 10 - Tekstslide

Oorzaken
De opwarming wordt veroorzaakt door verhoogde concentraties van broeikasgassen (CO2, methaan en lachgas) in de atmosfeer, voornamelijk als gevolg van menselijke activiteiten zoals de verbranding van fossiele brandstoffen, ontbossing en landbouw.

Slide 11 - Tekstslide

De extra kooldioxide in de atmosfeer houdt meer zonnewarmte vast, waardoor het weerpatroon verandert. Op sommige plekken regent het meer of heftiger, en op andere wordt het juist droger. De opwarming gaat sneller dan elk natuurlijk proces, en sneller dan veel natuurlijke systemen zich kunnen aanpassen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Opwarming

De wereld is de laatste 130 jaar één graad Celcius warmer geworden en het zeeniveau is met twintig centimeter gestegen door de opwarming en het smelten van de ijskappen. In Nederland is het zelfs 1,7 °C warmer geworden.



Slide 16 - Tekstslide

Als de uitstoot van broeikasgassen nog groter wordt dan nu het geval is, zal het tussen 2080 en 2100 3,3 tot 5,7 graden warmer zijn. Als de uitstoot de komende jaren iets stijgt en pas na 2060 gaat dalen, zal het tussen 2080 en 2100 2,1 tot 3,5 graden warmer zijn. Een veilig scenario is maximaal 1,5 tot 2 graden opwarming. 

Slide 17 - Tekstslide


Voor maximaal 2 graden zou de wereldwijde CO2-uitstoot snel moeten gaan dalen en ruim voor het einde van deze eeuw nul moeten zijn, voor maximaal 1,5 graden al ongeveer halverwege deze eeuw naar nul. 

Slide 18 - Tekstslide

Gevolgen
De zeespiegel stijgt.

Het weer wordt extremer: meer zware buien, meer hittegolven.

Er is meer kans op overstromingen: de rivieren kunnen bij hevige regenval het water niet meer goed afvoeren.



Slide 19 - Tekstslide

Het wordt natter: in het voorjaar, najaar en de winter valt er meer neerslag.
De zomers worden juist droger en heter. Er zijn meer zomerse en tropische dagen. Dit heeft gevolgen voor de natuur, de landbouw en de gezondheid van mensen (hittestress).

De winters worden zachter; het zal minder vaak vriezen.
De natuur in Nederland verandert

Slide 20 - Tekstslide

Wat kun je zelf doen?
Eerst kennis vergaren van de uitstoot van CO2.

Slide 21 - Tekstslide

Naar school of werk( 20 km) autorijden op 50 km/h. Per maand kost dit
A
50 kilo CO2
B
130 kilo CO2
C
80 kilo CO2
D
300 kilo CO2

Slide 22 - Quizvraag

Naar school of werk( 20 km) fietsen. Per maand kost dit
A
4 kilo CO2
B
70 kilo CO2
C
13 kilo CO2
D
98 kilo CO2

Slide 23 - Quizvraag

4000 kilo CO2 p.p
240 kilo CO2 p.p
600 kilo CO2
25 kilo CO2 p.p
Vliegvakantie Bali
Vliegvakantie Frankrijk
Autovakantie Frankrijk
Treinvakantie Frankrijk

Slide 24 - Sleepvraag

Hoeveel CO2 en hoeveel liter water kost het maken van een spijkerbroek.

Slide 25 - Open vraag

460 kilo CO2 per jaar
1300 kilo per jaar
1600 kilo CO2 per jaar
Besparing door geen vlees te eten
10 zonnepanelen op het dak
Isoleren van de muren

Slide 26 - Sleepvraag

Welk vlees is het slechts voor het milieu?
A
Kip
B
Varken
C
Rund
D
Lam

Slide 27 - Quizvraag

Door twee dagen per week geen vlees te eten bespaar je...

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video

Wat ga je zelf doen?
- Maak de voetdruktest samen met je ouders
- Maak een lijst met 5 punten die je zelf kan verbeteren. Wees concreet!
- Schrijf een half A4tje over welke maatregel de politiek zou moeten doorvoeren.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link