Middeleeuwen les 1.1

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolHBOvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

fictie 2.1
LERS tava: historiseren
Je informeert + overtuigt je publiek van de hedendaagse waarde van een historisch literair werk op basis van argumentatietheorie en secundaire literatuur. De vorm is een creatieve taaluiting die passend is bij doel/publiek.


Slide 2 - Tekstslide

fictie 2.1
LERS vakinhoud

Op basis van KENNIS van de historische context, secundaire literatuur en fictionele teksten gefundeerde uitspraken doen over betekenis en kwaliteit van fictionele teksten van vóór 1880 + uitleggen waarom deze nog steeds relevant zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

overzicht literatuurgeschiedenis

middeleeuwen 500 - 1500
Rederijkers (1450 - 1650) (Renaissance)
verlichting (1660 - 1800)
romantiek (1800 - 1860)
realisme + domineespoëzie (1840 - 1880)
Tachtigers (1880 - 1894)
symbolisme (1890 - 1919)
modernisme (1910 - 1940)
historisch avant garde (1916 1940)
naoorlogs proza (1945 - 1960)
Vijftigers (1949 - 1955)
postmodernisme (1960 - 2000)
Kanttekening:

- 'stromingen'
- gebiedsafhankelijk
- maatschappelijke invloed

Slide 10 - Tekstslide

Nederland in de middeleeuwen 
- verzameling gewesten: de Lage Landen (les Pays Bas)
- geen gemeenschappelijke taal: Oudnederlands, Middelnederlands, Nieuwnederlands 
- Diets tegenover Latijn en later het Frans
- middelpunt van handel en welvaart in de zuidelijke Nederlanden (Antwerpen, Gent, Brugge) 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

voorafgaand aan groepsopdracht middeleeuwen
- Het oudste Nederlands/taal
-religie in de middeleeuwen
- wereldbeeld in de middeleeuwen
- (soorten) literatuur + verspreiding
-  ridderliteratuur en hoofse cultuur
- religie in de middeleeuwen


Slide 14 - Tekstslide

Middeleeuwen 
De middeleeuwen duren van 500 tot 1500 en zijn verdeeld in de vroege middeleeuwen (500-1000), de hoge middeleeuwen (1000-1300) en de late middeleeuwen (1300-1500)
In de late middeleeuwen worden de steden langzamerhand  steeds belangrijker en de burgers in de steden krijgen steeds meer macht. Het oude leenstelsel waarin de adel alle macht had, begint af te brokkelen. 
In de hoge middeleeuwen onstonden de eerste steden in West-Europa en tegen betaling krijgen ze een zekere mate van zelfstandigheid. Dit is de tijd waarin de indrukwekkende kathedralen worden gebouwd en de eerste universiteiten ontstaan. In deze periode begint ook de Nederlandse literatuur.
De vroege middeleeuwen zijn voor de Nederlandse literatuur minder belangrijk, omdat er geen teksten zijn overgeleverd. Het is de tijd van de adel (ridders) en de geestelijken (priesters en monniken). Wie niet tot een van deze twee groepen behoorde, had niets te vertellen. De adel verdeelt het land door middel van het leenstelsel. De hoogste vorst leent land uit aan andere edellieden. Die zijn "de baas" in het gebied dat ze geleend hebben. In ruil daarvoor moeten ze trouw aan de vorst zweren en belasting betalen. Er waren nog geen steden in wat nu Nederland heet.

Slide 15 - Tekstslide

De middeleeuwse standenmaatschappij
  • Een geordende maatschappij waarin iedereen zijn plaats kende:
  1. De geestelijkheid
  2. De adel / ridders (leefden aan het hof: een kasteel of een groep afgeschermde huizen)
  3. De boeren  Op aarde zijn er sommigen die bidden, sommigen die strijden en sommigen die werken (...)' 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Je hebt gezien dat de middeleeuwse maatschappij een standenmaatschappij was. 
Pas vanaf de late middeleeuwen wordt een derde stand belangrijk: de burgerij. Dit zijn de inwoners van de steden.

Slide 18 - Tekstslide

De middeleeuwse cultuur is theocentrisch. God en alles wat met godsdienst (Rooms-Katholiek) te maken heeft staan centraal. Het leven na de dood is belangrijker dan het leven zelf. Een bekende spreuk is memento mori: gedenk te sterven. Probeer om in de hemel te komen.
De priesters en de monniken (de geestelijkheid) hebben daarom het meeste te vertellen. Zij zijn de belangrijkste stand.

Slide 19 - Tekstslide

- oudste zin in volkstaal Hebban olla vogala
- handschriften en de uitvinding van de boekdrukkunst
- soorten literatuur: ridderromans,  exempelen, liederen, toneel, geestelijke literatuur, wereldlijke literatuur, dierenverhalen, reisverhalen, heldenverhalen (...).




Slide 20 - Tekstslide

Bekijk het volgende filmpje over Hebban Olla Vogala
- Opdracht van de vorige keer: is het satire of niet?

-

- Overzicht middeleeuwen

- Spot en satire in de middeleeuwen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

De middeleeuwen: literatuur
Orale literatuur
  • Meeste mensen konden niet lezen of schrijven
  • Voor 1100: alleen teksten in het Latijn
  • Volkstaal: niet op schrift
  • Beroepsvertellers en minstreels



De middeleeuwen: literatuur
Geschreven literatuur 
  • Latijn
  • In kloosters door monniken
  • Pen en inkt op perkament
  • Prachtige illustraties! 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Echte oudste Nederlandse zin
De zin olla vogala ... is wel de oudste literaire zin, maar niet het alleroudste Nederlands. 
Dat is:
maltho thi afrio lito  ‘Ik verklaar jou, lijf-eigene, vrij’, staat in de zogenoemde Lex Salica, een oude wettekst uit de zesde eeuw die in het Latijn geschreven was.


betekenis
Ik maak je vrij, halfvrije
Deze zin werd uitgesproken als een halfvrije (een soort slaaf) helemaal vrij werd gemaakt.
 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Literatuur in de middeleeuwen 
- Orale verteltraditie: minstrelen en troubadours 
- Handgeschreven boeken (kopiisten) 
- Boekdrukkunst met losse letters: uitgevonden vanaf 1439 (Johannes Gutenberg) 
- Verhalen waren anoniem, geen schrijvers 
- Literatuur had een sterke moraal, wilde het publiek wat leren 
(hoe ben je een goede ridder, hoe groot is de liefde van God, etc) 

Slide 28 - Tekstslide

Literatuur in de middeleeuwen:
wereldlijke literatuur
 
Ridderromans 
- Karelromans: epische concentratie 
- Arthurromans: hoofse liefde

Oosterse romans: inspiratie uit de kruistochten 

Slide 29 - Tekstslide

Literatuur in de middeleeuwen:
Wereldlijke literatuu
Dierenverhalen
o.a. Reinaert de Vos (kritiek op de adel en geestelijken) 

Toneel: 
Abele spelen 
Kluchten 
Rederijkers (vanaf 15e eeuw): dichters die in een gezelschap (rederijkerskamer) schreven, onder andere voor competities (landjuwelen) 


Slide 30 - Tekstslide

Literatuur in de middeleeuwen:
Geestelijke literatuur 
Exempelen 

Marialegenden

Slide 31 - Tekstslide

Riddercultuur 
- Eer, moed en trouw aan de koning zijn belangrijke deugden 
- Vechten belangrijk om gebied te beschermen 

Hoofsheid: 
Omgangsvormen aan het hof 
Hoofse liefde: 
De man ten dienste van de vrouw 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide