17.2 Oorzaken van inflatie en deflatie

Leerdoelen § 2: oorzaken van inflatie en deflatie
1. Je kent de verschillende oorzaken van inflatie en deflatie.
1 / 6
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 6 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen § 2: oorzaken van inflatie en deflatie
1. Je kent de verschillende oorzaken van inflatie en deflatie.

Slide 1 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

17.2      oorzaken van inflatie en deflatie.
Er bestaan twee belangrijke oorzaken voor inflatie die in twee 
groepen te verdelen zijn:
  1. Bestedingsinflatie

Bestedingsinflatie: 
Inflatie veroorzaakt door toenemende bestedingen.

Slide 2 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

17.2      oorzaken van inflatie en deflatie.
Er bestaan twee belangrijke oorzaken voor inflatie die in twee 
groepen te verdelen zijn:
  1. Bestedingsinflatie
  2. Kosteninflatie

Bestedingsinflatie: 
Inflatie veroorzaakt door toenemende bestedingen.

Kosteninflatie:
Inflatie veroorzaakt door kostenstijgingen.


Slide 3 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

17.2      oorzaken van inflatie en deflatie.
Ontstaan bestedingsinflatie:
Y is niet altijd gelijk aan Y*. Dit komt doordat de conjunctuur schommelt om de trendmatige ontwikkeling. Het verschil tussen Y – Y* heet de output gap. 

Is Y > Y* dan is er een positieve output gap  en dan ontstaat overbesteding. De vraag naar goederen en diensten is hoger dan het aanbod waardoor bedrijven hun prijzen verhogen.




Slide 4 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

17.2      oorzaken van inflatie en deflatie.
Ontstaan kosteninflatie:
  1. Stijging van de loonkosten. Als lonen sterker stijgen dan de arbeidsproductiviteit dan gaat de kostprijs per product omhoog.
  2. Stijging van de winstmarge. Door het wegvallen van een concurrent kunnen de overblijvende bedrijven besluiten om hun winstmarge te vergroten door de toegenomen marktmacht.
  3. Verhoging van belastingen zoals btw.
  4. Stijging van de rente. Doordat de financieringskosten stijgen gaan bedrijven deze extra kosten doorberekenen in de prijs.
  5. Stijging importprijzen. Bij stijgende grondstofprijzen gaan bedrijven deze stijging doorberekenen aan de consumenten.

Slide 5 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Maak opgave 8, 9 en 10 op pagina 165 en 166.

Slide 6 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.