Target 7 Les 4: inhoud en gewicht

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

inhoud en gewicht + ton (= nieuw)
lesverloop 
  • herhaling  inhoudsmaten + filmpje
  • opbouw verhoudingstabel gewichtsmaten: quiz
  • uitleg het begrip 'ton'
  • filmpje Xnapda
  • quiz over ton-kg
  • werkboek oplossen
  • werkboek verbeteren
  • hulp van de juf 
  • foto als bewijs

Slide 2 - Tekstslide

herhaling  inhoudsmaten 
15 dl => 15 =maatgetal en dl= maateenheid 
33 cl => 33 =maatgetal en cl= maateenheid 
 
1. we noteren het maatgetal in de verhoudingstabel 
hoe? 
a. we kijken naar de eenheden van het maatgetal 
b. we schrijven de eenheden in de kolom van de maateenheid 
c. we vullen de rest van de cijfers aan in de verhoudingstabel
       
        we schrijven geen kommagetal in de tabel!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Neem je verhoudingstabel van kg erbij 
deze ziet er zo uit:

Slide 5 - Tekstslide




belangrijk om te weten       1 kg = 1000 g



Slide 6 - Tekstslide

250 g = …. kg

A
2,50 kg
B
25 kg
C
2 500 kg
D
0,250 kg

Slide 7 - Quizvraag

250 g = 0,250 kg
Wat zijn de eenheden bij 250 g? 0
regel = de eenheden moeten in de kolom van de maateenheid
 die erachter staat
               

                 Als de gevraagde maateenheid links v/d oude maateenheid staat in de tabel
                  wordt je getal kleiner en moet je een komma plaatsen bij de gevraagde  
                  maateenheid
               
controle:
 Wat zijn de eenheden bij 0,250 kg? 0
 regel = de eenheden moeten in de kolom van de maateenheid die erachter staat



Slide 8 - Tekstslide

1,5 kg = …. g

A
15g
B
1500 g
C
0,15 g
D
150 g

Slide 9 - Quizvraag

1,5 kg = 1500 g
Wat zijn de eenheden bij 1,5 kg? 1
regel = de eenheden moeten in de kolom van de maateenheid
 die erachter staat
               

                 Als de gevraagde maateenheid rechts v/d oude maateenheid staat in de tabel
                  wordt je getal groter en moet je nullen toevoegen tot bij de gevraagde  
                  maateenheid
               
controle:
 Wat zijn de eenheden bij 1 500 g? 0
 regel = de eenheden moeten in de kolom van de maateenheid die erachter staat



Slide 10 - Tekstslide

5 g = …. kg

A
0 kg
B
0,05 kg
C
0,005 kg
D
0,5 kg

Slide 11 - Quizvraag

5 g = 0,005 kg
Wat zijn de eenheden bij 5 g? 5
regel = de eenheden moeten in de kolom van de maateenheid
 die erachter staat
               

                 Als de gevraagde maateenheid links v/d oude maateenheid staat in de tabel
                  wordt je getal groter en moet je een komma plaatsen bij de gevraagde  
                  maateenheid
               
controle:
 Wat zijn de eenheden bij 0,005 kg? 0
 regel = de eenheden moeten in de kolom van de maateenheid die erachter staat



Slide 12 - Tekstslide

0,4 kg = …. g

A
400 g
B
40 g
C
4 g
D
0 g

Slide 13 - Quizvraag

0,4 kg = 400 g
Wat zijn de eenheden bij 0,4 kg? 0
regel = de eenheden moeten in de kolom van de maateenheid
 die erachter staat
               

                 Als de gevraagde maateenheid rechts v/d oude maateenheid staat in de tabel
                  wordt je getal groter en moet je nullen toevoegen tot bij de gevraagde  
                  maateenheid
               
controle:
 Wat zijn de eenheden bij 400 g? 0
 regel = de eenheden moeten i/d kolom staan van de maateenheid die erachter staat



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Wat heb je nodig?
  • werkboek rekenen Target 7 Les 4 p. 5  
  • verhoudingstabellen:  inhoudsmaten en gewichtsmaten
  • hulpkaartje omzetten

Slide 16 - Tekstslide



1. Los de vragen 1 tot en met 3 op in je rekenboek p.5
  • gebruik de slides als hulp
  • gebruik je verhoudingstabellen
  • bekijk het filmpje van 'Xnapda' als hulp

4. Verbeter de vragen 1-3 met de verbetersleutel in het groen
-> is jouw antwoord fout, trek er dan een streep door en schrijf het juiste antwoord erbij.

Slide 17 - Tekstslide

hulp van de juf  
oefening 1: gebruik je verhoudingstabel van inhoud en gewicht

oefening 2: 
eerste tabel: gebruik je verhoudingstabel van inhoud ( l, dl, ...)
tweede tabel: gebruik je verhoudingstabel van kg


oefening 3: 
gebruik je verhoudingstabel van liter, kg en ton






Slide 18 - Tekstslide

Laad hieronder een foto van pagina 5 (ingevuld + verbeterd)

Slide 19 - Open vraag