Nieuw Nederlands: Les 1 - De Zakelijke brief

Zakelijke brief 



Nieuw Nederlands 
Hoofdstuk 1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zakelijke brief 



Nieuw Nederlands 
Hoofdstuk 1

Slide 1 - Tekstslide

LESDOEL
  • Aan het eind van de les weet je hoe je een zakelijke brief schrijft. Wat moet waar staan?
  • Maandag 4 september lever je bij mij een zakelijke brief in! 

Slide 2 - Tekstslide

Aan welke begrippen denk
jij bij 'zakelijke brief'?

Slide 3 - Woordweb

Zakelijke brief
(voorbeeld)

Slide 4 - Tekstslide

De zakelijke brief:
- Bevat 'formeel' taalgebruik;
- Bevat afspraken;
- Moet de aanwijzingen uit de opdracht bevatten;
- Kan onderdeel zijn van het examen.

Slide 5 - Tekstslide

Aan wie zou je een zakelijke brief kunnen schrijven?

Slide 6 - Woordweb

De volgende vragen gaan over:
- de kenmerken van een zakelijke brief;
- de 'vorm' van een zakelijke brief;
- het taalgebruik en standaard zinnen in een zakelijke brief.

Slide 7 - Tekstslide

In welke stijl schrijf je een zakelijke brief?
A
Informeel
B
Formeel

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord hoort bij 'formeel'?
A
Zakelijk
B
Persoonlijk

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste aanhef bij een zakelijke brief?
A
Hallo
B
Goedemiddag
C
Geachte
D
Geen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste groet/afsluiting bij een zakelijke brief?
A
Groetjes,
B
Tot ziens,
C
Ik hoor graag van u.
D
Met vriendelijke groet,

Slide 11 - Quizvraag

Hoe begin je een zakelijke brief?
A
Betreft
B
Eigen (adres)gegevens
C
Aanhef
D
Naam afzender

Slide 12 - Quizvraag

Kenmerken zakelijke brief:
A
je
B
u

Slide 13 - Quizvraag

Hoe noteer je de plaats en datum?
A
Amsterdam 26 oktober
B
Amsterdam 26 oktober 2021
C
Amsterdam, 26 oktober 2021
D
Amsterdam, 26/10/'21

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een zakelijke brief?
A
Sollicitatiebrief
B
Uitnodiging
C
Brief aan een penvriend
D
Klachtenbrief

Slide 15 - Quizvraag

Hoe geef je het onderwerp van de brief aan?
A
Betreft:
B
De brief gaat over:
C
Aanleiding:
D
Onderwerp:

Slide 16 - Quizvraag

Welke onderdelen zitten er in een zakelijke brief?
A
Alleen de aanleiding
B
Argument voor/tegen
C
Inleiding en kern
D
Inleiding, kern en slot

Slide 17 - Quizvraag

Horen de woorden/ zinnetjes in een persoonlijke of in een zakelijke brief? 
Zet ze in het juiste rijtje. De rijtjes worden even lang.
Zakelijke brief
Persoonlijke brief
Beste
Geachte
Alvast bedankt
Bij voorbaat dank
Jammer genoeg
Tot mijn spijt
Groetjes
Met vriendelijke groet
Gauw
Spoedig

Slide 18 - Sleepvraag

Volgorde zakelijke brief
Afzender
Plaats en datum
Geadresseerde
Betreft
Aanhef
Inleiding
Kern
Slot
Afsluiting
Bijlagen

Slide 19 - Sleepvraag

Welke indeling heeft een zakelijke brief?

Slide 20 - Open vraag

Wat is een geschikte aanhef voor een zakelijke brief die je richt aan Anne de Jong?

Slide 21 - Open vraag

Wat is een geschikte slotgroet voor een zakelijke brief?

Slide 22 - Open vraag

Rood eerste 15 min.:
Werken in stilte
Oranje/geel tweede 15 min.:
Je mag fluisterend overleggen
Groen laatste 15 min.:
Je mag overleggen met je buurman

En nu aan de slag!
H1: Schrijven
Zakelijke brief



 



timer
45:00

Slide 23 - Tekstslide