boekhouden les 1

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

Aan welke zijde van de balans komen bezittingen te staan?

1. Debet
2. Crediteuren
3. Debiteuren
4. Credit

Aan welke zijde van de balans komen de schulden te staan?

1. Debet
2. Passiva
3. Activa
4. Credit

Bij een betaling per bank van een leverancier veranderen de volgende balansrekeningen:

1. Debiteuren en Bank
2. Debiteuren en Crediteuren
3. Crediteuren en Bank
4. Kas en Crediteuren

Een financieel feit is

1. gebeurtenis waarbij geld wordt uitgegeven
2. gebeurtenis die leidt tot veranderingen in de samenstelling van de balans
3. een feit waarbij iets gebeurt met de financiën
4. een verandering alleen in het eigen vermogen

Grootboekrekeningen zijn

1. bankrekeningen
2. berekeningen
3. balansposten
4. spaarsaldo's

Bij een bank betaling aan een leverancier, veranderen

1. bank en debiteuren
2. eigen vermogen en bank
3. bank en crediteuren
4. voorraad goederen en bank

Bij een bank ontvangst van een debiteur veranderen

1. bank en debiteuren
2. kas en eigen vermogen
3. bank en crediteuren
4. bank en voorraad goederen

Opdracht A1G1

Maak opdracht 4a op blz 58 uit je werkboek

Opdracht A1G2

Maak opgave 3a uit hoofdstuk 3

0

Inkoopfactuur

Bij een inkoopfactuur veranderen:

1 voorraad goederen, want je voorraad neemt toe bij een inkoop

2 crediteuren, want je schuld neemt toe als je op rekening inkoopt bij de groothandel (leverancier)

Verkoopfactuur

Bij een verkoopfactuur veranderen

1 voorraad goederen, want je voorraad vermindert in je magazijn

2 debiteuren, want je van je klanten ontvang je het geld later

3 eigen vermogen, want je maakt een verlies of winst bij je verkoop

Wat vind je leuk/minder leuk aan de lessonup les?