1A) Examentraining - Chronologie en periodisering

Historische vaardigheden
1. Chronologie en kenmerkende aspecten
2. Causaliteit (oorzaak en gevolg)
3. Werken met bronnen 
4  Continuïteit en verandering
5. Standplaatsgebondenheid
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Historische vaardigheden
1. Chronologie en kenmerkende aspecten
2. Causaliteit (oorzaak en gevolg)
3. Werken met bronnen 
4  Continuïteit en verandering
5. Standplaatsgebondenheid

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
1. Chronologisch kunnen werken met de periodes
(Prehistorie, Oudheid, Middeleeuwen, Vroegmoderne Tijd en Moderne Tijd), de tien tijdvakken en de historische contexten.
 2. Oplossen van door-de-tijd-heen vragen.
Vragen in de vorm van: zet deze 6 gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde van vroeger naar later.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Deze periode doen we:
koude oorlog + vaardigheden
tv 1 tot en met 4 en vaardigheden

Slide 4 - Poll

Slide 5 - Tekstslide

Welke tijdsindelingen ken je?

Slide 6 - Woordweb

de 10 tijdvakken

Slide 7 - Tekstslide

Deel 1
Open vragen over ka's

Slide 8 - Tekstslide

Maar op je examen..
I

Door de tijd heen
Prehistorie en oudheid (tv 1 , 2)
Middeleeuwen (tv3 en 4)
Vroegmoderne tijd (tv5/6/7)
Moderne tijd (tv 8/9/10)

Slide 9 - Tekstslide

Op je examen..
Staat nergens 
Noem twee ka's uit 'tijdvak 6; 
of namen van tijdvakken of 
noem 2 ka's uit 'de tijd van Regenten en vorsten'', 

maar wel noem 2 ka's uit de
...de 17e eeuw..
(.. de Gouden eeuw..)
..de vroegmoderne tijd..

Slide 10 - Tekstslide

Eeuwen en tijdvakken

...noem twee kenmerkende aspecten uit de tweede helft van de 20e eeuw.....

Tip: leer de alternatieve namen voor de eeuwen: bv 17de eeuw = Gouden eeuw

Slide 11 - Tekstslide

Deel 2
Daarnaast de chronologie vragen ''door de tijd heen'';

Slide 12 - Tekstslide

Voor alle tijdvakken en HC's
Voorbeeld  HC Duitsland

Slide 13 - Tekstslide

Hoe pak je deze vragen aan?
1) Ga op zoek naar woorden die slaan op een KA, markeer deze.
2) Schrijf op je toetsblaadje er meteen achter als je weet welk tijdvak / jaartal het over gaat.

Slide 14 - Tekstslide

Voor alle tijdvakken en HC's
aanpak

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld
Aanpak

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 1 (chronologievraag)

Noteer de nummers van de volgende zes feiten in volgorde van vroeger naar later.
1 Antwerpen verliest Zijn economische positie. 2 Antwerpen wordt het belangrijkste handelscentrum in de Nederlanden.
3 Brugge wordt het belangrijkste handelscentrum in de Nederlanden.
4 De Nederlandse Opstand begint.
5 Hertog Filips de Goede van Bourgondië begint met centralisatie en staatsvorming in de Nederlanden. 6 Karel V en Filips II gaan door met centralisatie en staatsvorming in de Nederlanden.

Slide 17 - Open vraag

Soms wordt zo'n chronologie vraag extra ingewikkeld gemaakt. Laat je niet van de wijs brengen en zoek de herkenningspunten

Slide 18 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk tijdvakken die je nog kent

Slide 19 - Open vraag

10 tijdvakken

Slide 20 - Tekstslide

Tijdvakken voor het examen havo (Nederland)

Tijdvak 5 - Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600_
Tijdvak 6- Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
Tijdvak 7 - Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)
Tijdvak 8 - Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)
Tijdvak 9 - Tijd van Wereldoorlogen (1900-1950)
Tijdvak 10 - Televisie en computer (1950-nu

Slide 21 - Tekstslide

Chronologie (westerse wereld + examen)

Prehistorie en oudheid  (alleen VWO)
Middeleeuwen (alleen VWO)
Vroegmoderne tijd 
Moderne tijd  

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Hoe ziet chronologie eruit op het examen?


Markeer de vragen waarin chronologie wordt gevraagd.

Slide 24 - Tekstslide

opdracht

Slide 25 - Tekstslide