3.2 De Oost en de VOC

De Republiek in de Gouden Eeuw

3.2 De Oost en de VOC
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De Republiek in de Gouden Eeuw

3.2 De Oost en de VOC

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

kenmerkende aspecten

1. Het ontstaan vanhandelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
2. Burgerlijk bestuur en stedelijke cultuur   in Nederland.
3. De wetenschappelijke revolutie.

ontwikkelingen en verschijnselen die typisch zijn voor deze periode.

Slide 3 - Tekstslide

hoofdvraag: Hoe kon de Republiek uitgroeien tot een van de belangrijkste landen in Europa?
deelvragen:
1. Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa en welke gevolgen had dat voor de landbouw in de Republiek?
2. Waarvoor werd de VOC opgericht en hoe werkte deze handelsmaatschappij?
3. Waar hield de WIC zich mee bezig en waardoor ontstond de trans-Atlantische slavenhandel?
4. Hoe leidde de vrijheid van denken tot meer wetenschap?
5. Hoe kwam de welvaart tot uiting bij de mensen?

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun jij uitleggen waarvoor de VOC opgericht werd en hoe deze handelsmaatschappij werkte.

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling

Slide 6 - Tekstslide

Producten opslaan om later te verhandelen noem je:
A
handelskapitalisme
B
stapelmarkt
C
VOC-principe
D
pakhuispolitiek

Slide 7 - Quizvraag

Wat is specialisatie?
A
Als je een speciale werknemer bent
B
Als je nog maar één product gaat maken
C
Als je nog maar één product gaat kopen
D
Als je nog maar één werknemer hebt

Slide 8 - Quizvraag

De moedernegotie is een oorzaak voor het opkomen van commerciële landbouw. Leg dit uit.

Slide 9 - Open vraag

Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 10 - Quizvraag


Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 11 - Quizvraag

Nederlanders overzee
  • Portugal en Spanje handelen in Aziatische luxeproducten als zijde, porselein en specerijen: heel veel winst! 
  • Antwerpen was dé haven van Europa: na val van Antwerpen vluchtten Antwerpse handelaren naar Amsterdam. Ze namen  hun kennis over handel  in Azië mee
  • A'dam was stapelmarkt van Europa, daar komt bij: Nederlanders zochten nu eigen routes naar Azië.

Slide 12 - Tekstslide

De val van Antwerpen is een oorzaak voor het opkomen van Amsterdam als handelscentrum. Leg dit uit.

Slide 13 - Open vraag

Om de noord of om de zuid
  • Jacob van Heemskerck en Willem Barentsz. probeerden in 1596 langs het noorden van Europa en Azië naar Indië te vinden. Dat mislukte en kwamen vast te zitten op Nova Zembla
  • Cornelis Houtman lukte de route wel te vinden door om Afrika heen te varen. Hij gebruikte de route van de Spanjaarden.
  • Hierna: begin handel met De Oost (de naam voor Azië)

Slide 14 - Tekstslide

VOC
  • Eerst: iedere handelaar voor zich!
  • Oorzaak:
    - concurrentie leidde tot zakken prijzen en oorlog Spanje was duur!
  • Gevolg:
    in 1602 oprichten VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) = alle handel in 1 bedrijf
  • Bestuur: Heren Zeventien
  • Handelsmonopolie = alleenrecht om te handelen met Azië

Slide 15 - Tekstslide

Handelsmonopolie

  • De VOC kreeg van de Staten-Generaal het alleenrecht om op Azië te varen -> handelsmonopolie. 
  • De VOC mocht oorlog voeren en verdragen sluiten, net als zelfstandige staten.
  • De VOC mocht forten bouwen

Slide 16 - Tekstslide

Handelsfactorijen (Handelsforten)

  • De VOC stichtte langs de hele handelsroute naar Azië handelsfactorijen. Dat waren goed verdigbare handelssteunpunten.
  • In 1618 besloot Jan Pietersz. Coen dat Jakarta op Java het centrum voor de VOC in Azië zou worden. Hij liet de inwoners wegjagen en hun huizen verbranden.
  • Het handelsfort noemde men Batavia
  • J.P. Coen was in Batavia de eerste gouverneur-generaal 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Eerste multinational met aandelen
  • Om alles te financieren gaf de VOC aandelen uit. Eerste ter wereld.
  • Je gaf als persoon geld aan de VOC en kreeg in ruil daarvoor een aandeel in het bedrijf en een deel van de winst: het dividend. 
  • Je kon de aandelen ook kopen en verkopen op de Amsterdamse beurs
  • Niet alleen rijke mensen, maar ook am-bachtslieden, bakkers of dienstboden koch-ten een aandeel.  VOC werd van 'iedereen'.

Slide 19 - Tekstslide

Inter-Aziatische handel
  • De VOC bracht goud & zilver mee en kocht in China zijde, thee en porselein -> deel v.d. zijde werd verkocht in Japan voor zilver. 
  • In India kochten ze katoen in voor Indonesië -> daar kochten ze specerijen.
  • Naar de Republiek brachten schepen de goederen terug: grote winst.
  • Door factorijen niet nodig om grote gebie-den te veroveren; De VOC sloot verdragen met plaatselijke vorsten of voerde oorlog. 

Slide 20 - Tekstslide

Oorlog en handel
  • Oprichting van VOC was ook tegen Spanje en Portugal gericht (niet alleen om onderlinge concurrentie te vermijden) -> de VOC probeerde hun zeeroutes en handelsgebieden in Azië af te pakken.
  • Dit paste in de strijd: de Opstand.
  • Er werden door Spanjaarden en Hollanders 'kaperbrieven' uitgedeeld aan piraten; handel en oorlog gingen hand in hand.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Aan de slag!

mk WB opdr par 3.2
1 t/m 11
niet: 2, 3, 7

Gebruik daarbij de teksten uit je TB 

Slide 24 - Tekstslide

Afronden
nabespreken opdr 9 en 11

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun jij uitleggen waarvoor de VOC opgericht werd en hoe deze handelsmaatschappij werkte.

Slide 26 - Tekstslide

huiswerk
In principe geen huiswerk, tenzij je in de les niet klaar was.

mk WB opdr par 3.2
1 t/m 11
niet: 2, 3, 7

Gebruik daarbij de teksten uit je TB 


Slide 27 - Tekstslide