Les 3 De Oost en de VOC



Geschiedenis
Introductie
Les 3 De Oost en de VOC
Geschiedenis
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les



Geschiedenis
Introductie
Les 3 De Oost en de VOC
Geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Leg aan de hand van dit schema uit hoe de Gouden Eeuw voor Nederland heeft kunnen ontstaan?

Slide 2 - Woordweb

Leg uit hoe de drassige bodem van NL uiteindelijk leidt tot specialisatie.

Slide 3 - Woordweb

Wat is de juiste omschrijving van een factorij?
A
Een fort in het binnenland gebruikt voor handel
B
Een versterkt magazijn aan de haven gebruikt door het leger
C
Een versterkt magazijn aan de haven voor de handel
D
Een fort aan de haven gebruikt door het leger

Slide 4 - Quizvraag

Magelhaes
Columbus
Vasco Da Gama
Willem Barentsz
Bartholomeus Diaz
Marco Polo

Slide 5 - Sleepvraag

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen:
Waarom de VOC werd opgericht en hoe deze handelsmaatschappij werkte. 

Slide 6 - Tekstslide

Nederlanders overzee
  • Portugal en Spanje handelen in Aziatische luxeproducten als zijde, porselein en specerijen: heel veel winst! 
  • Antwerpen was dé haven van Europa: na val van Antwerpen vluchtten Antwerpse handelaren naar Amsterdam. Ze namen  hun kennis over handel  Azië mee
  • A'dam was stapelmarkt van Europa, daar komt bij: Nederlanders zochten nu eigen routes naar Azië.

Slide 7 - Tekstslide

Om de noord of om de zuid
  • Jacob van Heemskerck en Willem Barentsz. probeerden in 1596 langs het noorden van Europa en Azië naar Indië te vinden. Dat mislukte en kwamen vast te zitten op Nova Zembla
  • Cornelis Houtman lukte de route wel te vinden door om Afrika heen te varen. Hij gebruikte de route van de Spanjaarden.
  • Hierna: begin handel met De Oost (de naam voor Azië)

Slide 8 - Tekstslide

VOC
  • Eerst: iedere handelaar voor zich!
  • Oorzaak:
    - concurrentie leidde tot zakken prijzen en oorlog Spanje zo duur!
  • Gevolg:
    in 1602 oprichten VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) = alle handel in 1 bedrijf
  • Bestuur: Heren Zeventien
  • Handelsmonopolie = alleenrecht om te handelen met Azië

Slide 9 - Tekstslide

VOC
  • Eerst: iedere handelaar voor zich!
  • Oorzaak:
    - concurrentie leidde tot zakken prijzen en oorlog Spanje zo duur!
  • Gevolg:
    in 1602 oprichten VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) = alle handel in 1 bedrijf
  • Bestuur: Heren Zeventien
  • Handelsmonopolie = alleenrecht om te handelen met Azië

Slide 10 - Tekstslide


VOC staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer werd de VOC opgericht?
A
1621
B
1602
C
1601
D
1618

Slide 12 - Quizvraag

De VOC werd op initiatief van de Staten-Generaal opgericht, omdat...
A
andere landen handelscompagnieën oprichtten.
B
de winsten in de Republiek daalden doordat handelscompagnieën elkaar beconcurreerden.
C
er flinke winst viel te behalen op de scheepsbouw. Meer schepen leverde meer geld op.
D
de Staten-Generaal graag landen wilden veroveren om hun macht en rijkdom te tonen.

Slide 13 - Quizvraag

1
2
3
4
5
6
7
Het is gevaarlijk en duur om te handelen in Indie.
Ze delen in de winst, maar ook in het verlies als een schip vergaat.
Handelaren gaan samenwerken in een compagnie.
De compagnieen concureren met elkaar
Ze maken minder winst.
Ze moeten van de Republiek gaan samenwerken
De VOC wordt opgericht en wordt een groot succes!

Slide 14 - Sleepvraag

Handelsmonopolie

  • De VOC kreeg van de Staten-Generaal het alleenrecht om op Azië te varen -> handelsmonopolie. 
  • De VOC mocht oorlog voeren en verdragen sluiten, net als zelfstandige staten.
  • De VOC mocht forten bouwen

Slide 15 - Tekstslide

Handelsfactorijen (Handelsforten)

  • De VOC stichtte langs de hele handelsroute naar Azië handelsfactorijen. Dat waren goed verdigbare handelssteunpunten.
  • In 1618 besloot Jan Pietersz. Coen dat Jakarta op Java het centrum voor de VOC in Azië zou worden. Hij liet de inwoners wegjagen en hun huizen verbranden.
  • Het handelsfort noemde men Batavia
  • J.P. Coen was in Batavia de eerste gouverneur-generaal 

Slide 16 - Tekstslide

Eerste multinational met aandelen
  • Om alles te financieren gaf de VOC aandelen uit. Eerste ter wereld.
  • Je gaf als persoon geld aan de VOC en kreeg in ruil daarvoor een aandeel in het bedrijf en een deel van de winst: het dividend. 
  • Je kon de aandelen ook kopen en verkopen op de Amsterdamse beurs
  • Niet alleen rijke mensen, maar ook am-bachtslieden, bakkers of dienstboden koch-ten een aandeel.  VOC werd van 'iedereen'.

Slide 17 - Tekstslide

Inter-Aziatische handel
  • De VOC bracht goud & zilver mee en kocht in China zijde, thee en porselein -> deel v.d. zijde werd verkocht in Japan voor zilver. 
  • In India kochten ze katoen in voor Indonesië -> daar kochten ze specerijen.
  • Naar de Republiek brachten schepen de goederen terug: grote winst.
  • Door factorijen niet nodig om grote gebie-den te veroveren; De VOC sloot verdragen met plaatselijke vorsten of voerde oorlog. 

Slide 18 - Tekstslide


De VOC bracht naar Europa:
A
Slaven
B
Aardappels
C
Specerijen
D
Maïs

Slide 19 - Quizvraag

De Staten Generaal gaf de VOC speciale rechten:
A
handelsmonopolie
B
vrede sluiten en oorlog voeren
C
aandelen verkopen
D
een multinational

Slide 20 - Quizvraag

Welk speciale recht kreeg de VOC niet?
A
Een eigen munt invoeren
B
Verdragen sluiten met Aziatische vorsten
C
Forten bouwen
D
Oorlog voeren

Slide 21 - Quizvraag

Welke conclusie kun je trekken na het zien van dit plaatje?
A
VOC voerde niet alleen handel en maar ook oorlog
B
VOC maakte kanonnen
C
VOC hield van mode
D
VOC had weinig wapens

Slide 22 - Quizvraag

In welk opzicht was de VOC uniek in de wereld?
A
Eerste bedrijf met winst uit handel
B
Eerste bedrijf met aandelen
C
Eerste bedrijf in de handel met specerijen
D
Eerste bedrijf in de handel met slaven

Slide 23 - Quizvraag

Wat is juist?
A
oostzeehandel: graan en hout VOC: specerijen en luxeproducten
B
oostzeehandel: specerijen en graan VOC: specerijen en luxeproducten
C
oostzeehandel: graan en luxeproducten VOC: hout en luxeproducten
D
oostzeehandel: graan en hout VOC: hout en luxeproducten

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heten de dorpen in overzeese gebieden van waaruit de VOC handelde?
A
aanleghavens
B
VOC -dorpen
C
kolonie
D
factorijen

Slide 25 - Quizvraag

Huiswerk (pak je agenda)




                            

                           
                               
                                   
                                       
       
           
               
       
   
               
                   
                   
                       
                           
   
     
       
 
   
   
   
   
   
   
   
     
       
       
     
   
 

   
   

   
   

   
   

   
       
           
               
 
   
   
   
   
       
           
                Vragen over de vorige les????
           
       
       
   
   
   
 
 
           
       
   

 
 
 
     
   
   
   
     
   
 
                       
                   
               
               
                   
                       
                         Jagers en Verzamelaars
                   
               
               
                     
               
               
                   
                       
                           
                             
                           
                       

                   
               
           
       
   

                                   
                               
                           

                           
                       
Je maakt onderdeel D af van de factsheet.



Slide 26 - Tekstslide