Thuis in je huis bs. 2

Thuis in je huis
2. Het huishouden doen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thuis in je huis
2. Het huishouden doen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
4.2.4 Je kunt uitleggen wat opruimen en wat schoonmaken is.
4.2.5 Je kunt beschrijven wat huisstofmijten zijn en wat het betekent om er allergisch voor te zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een huishouden?
A
Een groep mensen die samenwoont
B
Schoonmaken
C
Iemand die alleen woont
D
Dat je een huis hebt

Slide 3 - Quizvraag

Wat is emancipatie?
A
Mannen en vrouwen worden anders behandeld
B
Verschillende soorten groepen krijgen dezelfde rechten en kansen
C
Verschillende groepen krijgen verschillende rechten
D
Vrouwen mogen meer dan mannen

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn zorgtaken?
A
Betaald werk
B
Taken die niet in een huishouden worden gedaan
C
Alleen het zorgen voor de kinderen, klusjes zijn geen zorgtaken
D
Alles waarvoor gezorgd moet worden in het huishouden

Slide 5 - Quizvraag

Deeltijd werken betekent dat je minder dan 5 dagen per week werkt.
Wie werken er in Nederland meer deeltijd?
A
Mannen
B
Vrouwen

Slide 6 - Quizvraag

Planning
Je kunt je zorgtaken het best uitvoeren door een goede planning te maken. Dan ben je snel klaar. En met een goede planning vergeet je niets

Slide 7 - Tekstslide

Opruimen en schoonmaken
Opruimen is ervoor zorgen dat alle spullen op de goede, vaste plek liggen. 
Schoonmaken is stof en (onzichtbaar) vuil verwijderen

Slide 8 - Tekstslide

Tips om goed schoon te maken
  • 1 Doe eerst het droge werk (afstoffen).
  • 2 Doe daarna het natte werk.
  • 3 Werk van boven naar beneden; dan kan er geen vuil meer naar beneden vallen.
  • 4 Ventileer de ruimte die je schoonmaakt goed door de ramen open te zetten.

Slide 9 - Tekstslide

Huisstofmijt 
zeer klein diertje dat leeft in bedden en vloerbedekking.
Kun je met het blote oog niet zien.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Schoonmaakmiddelen
Dosering = de hoeveelheid van een schoonmaakmiddel dat je moet oplossen in (een liter) water
Concentratie hoeveelheid opgeloste stof (bijvoorbeeld hoeveelheid schoonmaakmiddel in water)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Milieubewust schoonmaken
Je kunt bij het schoonmaken rekening houden met het milieu. Het milieu is de omgeving waarin je leeft.
 Als je rekening houdt met het milieu, ben je milieubewust

Slide 14 - Tekstslide

Natuurlijke schoonmaakmiddelen

Schoonmaakmiddelen gemaakt van grondstoffen uit de natuur

Slide 15 - Tekstslide

Biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen

Schoonmaakmiddelen die door de natuur kunnen worden opgeruimd.

Slide 16 - Tekstslide

Synthetische schoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen die schadelijk zijn voor het milieu


Slide 17 - Tekstslide

Ecologische schoonmaakmiddelen
Niet alle schoonmaakmiddelen die milieuvriendelijk lijken, zijn dat ook. Soms staat op de verpakking bijvoorbeeld dat een middel ‘ecovriendelijk’ is, of dat het middel gemaakt is van plantaardige grondstoffen. Toch wil dat niet altijd zeggen dat het product echt milieuvriendelijk is. Voor het telen van de planten worden soms grote stukken oerwoud gekapt. Of de verpakking is slecht voor het milieu.

Slide 18 - Tekstslide

Schoonmaakmiddelen die echt milieuvriendelijk zijn, noem je ecologische schoonmaakmiddelen. Ze maken net zo goed schoon als andere schoonmaakmiddelen. Je kunt ze herkennen aan een milieukeurmerk

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen blz 199 t/m 205
Maken: opdr. 1 t/m 7
Opdr. 4 is een thuisopdracht. Deze kun je alvast voorbereiden.
Maak voor, tijdens en na foto's. Volgende week donderdag af!!!

Slide 22 - Tekstslide

Thuisopdracht
  • Beschrijf van een schoonmaakproduct bij jullie thuis hoe je dit moet gebruiken. Denk hierbij aan de juiste dosering.
  • Maak een foto van het etiket.

Slide 23 - Tekstslide