H.4 Woordenschat: rijmende uitdrukkingen

Hoofdstuk 4
rijmende uitdrukkingen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
rijmende uitdrukkingen

Slide 1 - Tekstslide

Doel
- rijmende uitdrukkingen       herkennen en aanvullen

- beginrijm (alliteratie) en eindrijm herkennen

Slide 2 - Tekstslide

Alliteratie
Bedenk een passend woord bij jouw naam, dat begint met dezelfde letter.

Slide 3 - Tekstslide

BN+ eigen naam

Slide 4 - Woordweb

Uitdrukkingen met woordparen
  • met synoniemen
      pais en vree                                                                   
  • met tegenstellingen                                                leerjaar 1
      met vallen en opstaan

  • rijmende uitdrukkingen 
      beginrijm (alliteratie) of eindrijm

Slide 5 - Tekstslide

beginrijm           alliteratie
Als de rijmende uitdrukkingen met dezelfde letter(s) beginnen, dan spreken we van beginrijm, ook wel alliteratie genoemd. 

Voorbeeld: 
voor dag en dauw
schots en scheef

Slide 6 - Tekstslide

eindrijm
Als de uitdrukkingen op elkaar rijmen, dan noemen we dat eindrijm. 

Voorbeeld: 
in geuren en kleuren 
handel en wandel 

Slide 7 - Tekstslide

Alliteratie of eindrijm?
wikken en wegen
A
alliteratie
B
eindrijm

Slide 8 - Quizvraag

Alliteratie of eindrijm?
her en der
A
alliteratie
B
eindrijm

Slide 9 - Quizvraag

Nu jij...
Ga aan het werk met de opdrachten voor deze week:
startopdracht + opdr. 1 t/m 4, 6, 7 en 8
Morgen gaan we verder!

Slide 10 - Tekstslide